Hoe betrouwbaar is een IQ test
Hoe betrouwbaar is een IQ test?
Vandaag de dag is intelligentie een belangrijk begrip in onze samenleving. Voor het bepalen van het niveau van onderwijs dat een kind krijgt tot het bepalen of iemand geschikt is voor een bepaalde baan, worden verschillende varianten van een intelligentietest gebruikt. Met behulp van een psychodiagnostische IQ test wordt het Intelligentie Quotiënt gemeten. Hoe is de standaard IQ test ontworpen, wat meet deze test precies en hoe betrouwbaar is een IQ test eigenlijk?
De geschiedenis van de IQ test
De geschiedenis van de IQ test begint in 1904 in Frankrijk, wanneer de Franse overheid de psycholoog Alfred Binet aanstelt om onderzoek te doen naar kinderen die op school slecht presteren en daar een aangepast leerprogramma voor te ontwikkelen. Binet ontwierp hiervoor een aantal tests, die het model zijn geworden voor de hedendaagse IQ tests. Binet gebruikte voor zijn test items waaraan hij een leeftijd had verbonden, de gemiddelde leeftijd waarop de meeste kinderen het item goed konden uitvoeren. Deze test meette wat Binet de mentale leeftijd noemde. Wanneer de mentale leeftijd gelijk was aan de werkelijke leeftijd van een kind, had het kind een gemiddelde intelligentie.
Zo’n 10 jaar later werd de test van Binet gereviseerd door Lewis Terman en werd de test de Stanford-Binet test genoemd. Bij deze test werd er een score aan de intelligentie verbonden, waardoor het Intelligentie Quotiënt (IQ) ontstond. Om deze score te verkrijgen, wordt de mentale leeftijd gedeeld door de werkelijke leeftijd. Dit getal wordt vermenigvuldigd met 100 en het IQ is bepaald. In de jaren 30 heeft David Wechsler aanpassingen gedaan aan de Stanfort-Binet IQ test, waarbij hij verschillende verbale en non-verbale items verbeterde. Hij ontwikkelde ook een IQ test voor volwassenen.
Voorbeeld berekening IQ volgens de Stanford-Binet test:
Een 10 jarig jongetje heeft een mentale leeftijd van 11 jaar
11/10 = 1.10 1.10 x 100 = 110
De huidige IQ test
De meestgebruikte hedendaagse IQ tests zijn revisies van de Stanford-Binet test en de Wechsler test. De Wechsler Adult Intelligence Scale III (WAIS-III) is vandaag de dag één van de bekendste methoden om het Intelligentie Quotiënt van volwassenen te meten. De items die in de hedendaagse tests worden gebruikt, zijn in te delen in een aantal subcategorieën, namelijk algemene intelligentie, verbale intelligentie, numerieke/logische intelligentie, technisch/ruimtelijk inzicht, geheugen, sociale intelligentie en emotionele intelligentie.
Bij deze modernere IQ tests wordt de intelligentie niet berekend door middel van de metale en werkelijke leeftijd. Tegenwoordig worden er punten toegekend aan de goede antwoorden die worden gegeven op de items van de test. Deze punten worden bij elkaar opgeteld en de uitkomst hiervan wordt vergeleken met de uitkomsten van andere mensen met dezelfde leeftijd, de zogenaamde normgroep. De gemiddelde score van deze normgroep staat gelijk aan een IQ van 100. De huidige IQ tests meten dus eigenlijk de verhouding van het IQ van 1 persoon tot het gemiddelde IQ van personen met dezelfde leeftijd.
Afbeelding 1: Normale verdeling van de IQ scores van de bevolking
> 130 | Hoogbegaafd |
120 - 130 | Begaafd |
110 - 120 | Bovengemiddeld |
90 - 110 | Gemiddeld |
80 - 90 | Benedengemiddeld |
< 80 | Zwakbegaafd |
Tabel 1: Classificatie IQ
De kwaliteit en betrouwbaarheid van een IQ test
De kwaliteit van een test hangt af van 2 variabelen. De 1e van deze variabelen is de betrouwbaarheid. Wanneer een test een grote betrouwbaarheid heeft, wil dit zeggen dat de testresultaten stabiel en consistent zijn en dat één persoon elke keer dat hij de test doet dezelfde score krijgt. Uit onderzoek is gebleken dat de scores op IQ tests die voor het 7e levensjaar afgenomen worden, niet correleren met de scores op IQ tests die op latere leeftijd worden afgenomen. Dit komt vooral doordat de items van de 2 typen tests van heel andere aard zijn en doordat de cognitieve vaardigheden van kinderen na het 7e jaar nog heel erg veranderen. Voor tieners en volwassenen is de betrouwbaarheid van de IQ test echter wel groot.
De 2e variabele die invloed heeft op de kwaliteit van een test is de validiteit. Wanneer een test een grote validiteit heeft, wil dit zeggen dat de test precies meet wat het zou moeten meten. In het geval van de IQ test zou de test dus de intelligentie moeten meten en geen enkel ander aspect of eigenschap. Er bestaat nog geen algemeen geaccepteerde bepaling van welke competenties en eigenschappen nu precies binnen het begrip intelligentie vallen. Omdat intelligentie nog steeds een ingewikkeld begrip is zonder vaststaande algmeen geaccepteerde definitie, is het lastig om de validiteit van een IQ test te meten. Ook zijn er externe factoren die invloed kunnen hebben op de testscore, waardoor de validiteit van de test in gevaar komt. Voorbeelden van deze externe factoren zijn stress, angst, taalverschillen bij buitenlanders, maar ook de reactie op de persoon die de IQ test afneemt. Wat we wel weten over de validiteit van de IQ test is dat de test het type intelligentie dat te maken heeft met schooltaken het best weergeeft in de Intelligentie Quotiënt. De testscores op dit type intelligentie blijkt redelijk goed verband te houden met de schoolprestaties. Ook is uit onderzoek gebleken dat werknemers die hoger scoren op de verbale en numerieke intelligentie, vaak beter presteren op hun werk dan werknemers die lager scoren op deze typen intelligentie.
Op het internet is tegenwoordig een breed scala aan zelftests te vinden die je een inzicht kunnen geven in jouw Intelligentie Quotiënt.