Minder vlees eten om het milieu te redden

Inleiding

Blijkens een enkele jaren geleden verschenen rapport van de FAO (de Wereldvoedselorganisatie van de VN), is de intensieve veeteelt de hoofdverorzaker van het broeikaseffect en dus ook van de verandering van het klimaat, die tot allerlei rampzalige gevolgen aan het leiden is.

Als reden hiervoor geldt volgens dat rapport, dat die gigantische aantallen gefokte (en dus niet op natuurlijke wijze tot leven gekomen) beesten, tezamen met hun veel geringer in aantal zijnde natuurlijke soortgenoten, nog meer gassen uitstoten, die het broeikaseffect veroorzaken, dan andere, vanouds bekende grote veroorzakers, zoals het gemotoriseerde vlieg- en ander verkeer, de energiecentrales en de industrie.

De reden dáárvan is dan weer voornamelijk erin gelegen, dat die veeteelt en de bijbehorende vleesconsomptie niet alleen 9 procent van de totaal uitgestoten hoeveelheid CO2 (kooldioxide) voor hun rekening nemen, (door middel van het energieverbruik bij productie, transport, slacht, koeling en het koken (of anderszins eetbaar maken) van consumptievlees), maar daarnaast nog de uitstoot van een aantal andere gassen veroorzaken, die in veel ernstiger mate aan het broeikaseffect bijdragen, dan het genoemde CO2.

Deze andere gassen, met name Methaan en Lachgas, zijn per eenheid tientallen tot enkele honderden keren zo nadelig voor het klimaat, als CO2.

Broeikasgassen Methaan en Lachgas

Toch is op zich niets mis met deze twee gassen en zijn het, in tegenstelling tot uitlaatgassen van verbrandingsmotoren en -ovens, volkomen natuurlijke soorten. (Ze komen namelijk vrij bij het voedselverwerkings- en ontlastingsproces van mens en de meeste soorten (andere) dieren; onder andere bij het zogenaamde boeren en bij het veesten). Op zich horen ze dus helemaal bíj het het stelsel van de Aarde en haar atmosfeer, die er, met name ook wat de hoeveelheid betreft, goed op zijn afgestemd.

Ontstaan broeikaseffect

De problemen beginnen echter, wanneer door toedoen van onnatuurlijke menselijke activiteiten, zoals het telen van veel meer dieren, dan van nature op Aarde voorkomen ("intensieve veeteelt"), ook veel meer van die lichaamsgassen worden uitgestoten, dan de hoeveelheid, waarop de atmosfeer berekend is. Het teveel gaat zich dan, tezamen met de gigantische hoeveelheden onnatuurlijke verbrandingsgassen van verkeer, energiecentrales en industrieën, ophopen en als het ware een afdekkende laag om de Aarde heen vormen, die verhindert, dat de zonnewarmte, die tegen de avond richting atmosfeer opstijgt, nadat de zon haar eerder op de dag op Aarde heeft gebracht, niet verder weg kan en onder die laag blijft hangen, (net zoals de glazen wanden en het dak van een broeikas verhinderen, dat de warmte, die de zon in zo'n kas naar binnen heeft gebracht, tegen de avond weer wegtrekt).

Doordat er vervolgens steeds weer nieuwe zonnewarmte bijkomt, die ook weer niet weg kan, gaat geleidelijk aan de temperatuur op Aarde alsmaar hoger worden, met onder andere als gevolg dat het poolijs gaat smelten, waardoor dan weer de hoeveelheid water op Aarde toeneemt, met alle overstromingen van dien.

Verder raakt het natuurlijke klimaatstelsel, dat onder andere bepaalt, waar en wanneer hoeveel regen moet vallen en hoe hard het waar moet waaien, door die blijvende warmte meer en meer ontregeld, met als gevolg, dat nu al veel meer zware regenval en orkanen voorkomen, dan jaren geleden. (De gezamenlijke verzekeringsmaatschappijen hebben mondiaaal bezien de laatste tien jaren al evenveel schade moeten vergoeden ter zake van natuurrrampen, als in álle jaren ervoor).

Minder vlees eten als bijdrage aan de redding van het leefmilieu

Wanneer men er nu van uitgaat, dat de mens in zijn huidige vorm (oftewel fase van de evolutie) eigenlijk vrijwel geen vlees (meer) kán eten, om de doodeenvoudige reden, dat hij zo'n dier in de meeste gevallen geeneens met zijn bloten handen gevangen krijgt, laat staan met zijn handen en/of tanden gedood en rauw opgepeuzeld, dan ligt het voor de hand, om te concluderen, dat het broeikaseffect niet alleen bestreden dient te worden, door de uitstoot van verbrandingsgassen van gemotoriseerd verkeer, energiecentrales en industrieën zo veel mogelijk te gaan beperken, maar ook de consumptie van vlees, die immers met zich meebrengt, dat in veeteeltbedrijven veel meer broeikasgassen uitgestoten worden, dan verantwoord. (Interessant om te weten is hierbij trouwens, dat de gemiddelde jaarlijkse consumptie van vlees per persoon gestegen is van circa 45 kilo in 1970, naar ongeveer 90 kilo hedentendage).

Volgens onder andere de Partij voor de Dieren is inmiddels berekend, dat wanneer de bevolking één dag in de week geen vlees meer zou eten (en de andere dagen niet méér dan anders), hierdoor net zoveel minder broeikasgassen uitgestoten zouden worden, als wanneer één miljoen auto's van de weg gehaald zouden worden, en wanneer zes dagen geen vlees meer gegeten zou worden, dit evenveel winst voor het milieu zou opleveren als het volledig autovrij maken van het land.

Nog beter voor het milieu: ook minder zuivelproducten eten

Naar ruwe schatting is de winst voor het milieu zelfs anderhalve keer zo groot, wanneer op die (of andere) dagen (ook) geen zuivelproducten gegeten zouden worden; (het veganistische voedingsprincipe, dus). Ook voor de productie hiervan worden immers veel meer dieren gefokt, dan er van nature zouden zijn. En wanneer gekeken wordt naar de vraag, wélke zuivelproducten het nadeligst zijn voor het milieu, dan staat kaas bovenaan als zijnde het ergste, en komen kippeneieren in dit opzicht als laatste uit de bus.

Niet alleen om het broeikaseffect tegen te gaan

Een andere reden, waarom minder vlees eten bijdraagt aan de redding van het milieu, ligt in het feit dat voor de productie van vlees meer dan tien keer zo veel landbouwgrond nodig is, dan voor die van plantaardig voedsel. Van die landbouwgrond is er mondiaal bezien nu al veel te weinig, zodat meer en meer oerbossen vernietigd worden, om aan de vraag naar vlees te kunnen blijven voldoen. Dit, terwijl die oerbossen (en dan met name ook de tropische regenwouden) een belangrijke functie hebben bij de toevoeging van zuurstof aan de in te ademen lucht; (ze worden dan ook wel "de longen van de Aarde" genoemd). Wanneer de mensheid nog bossen wil overhouden, zal zij dus veel minder vlees moeten gaan consumeren. Daar kan nu al ieder voor zich dus zijn eigen bijdrage aan leveren. Maar wanneer dat niet in voldoende mate gebeurt, is het niet ondenkbaar, dat er nog eens van overheidswege rantsoeneringen ingevoerd zullen moeten worden.

Links (en bronnen)

Zie ook

Redenen om geen vlees en vis te eten