Problemen beleidswijzigingen overheid voor MBO opleiding Sociaal Cultureel Werk Kunst en Cultuur

Er komen steeds meer regels voor scholen vanuit Den Haag, zo ook voor het middelbaar beroeps onderwijs (MBO). Dit is vaak ten nadele van de leerlingen. De opleidingen worden op de kop gegooid en zijn niet meer wat ze waren. De opleidingen zijn van een breed werkveld naar een specifiek werkveld gevormd waardoor de MBO'ers niet meer breed worden opgeleid. Dit geldt ook voor de opleiding: Sociaal Cultureel Werk, Kunst & Cultuur. 

Praktijkschets:  De beloften en verandering

De voorlichting

Leuk. Je komt als 14/15 jarige van het VMBO en moet kiezen wat je wilt gaan studeren. De keuze is lastig vanwege keuze uit honderden opleidingen. Dus wat ga je doen: je gaat naar voorlichtingen. Je gaat scholen afstruinen opzoek naar iets wat bij je past. Je komt bij een opleiding die je heel leuk lijkt: Sociaal cultureel werk, Kunst & Cultuur. Je wordt bij deze opleiding opgeleid tot sociaal cultureel werker. Je kunt dan activiteiten geven voor jongeren, kinderen, ouderen, mensen met een beperking, peuters, kleuters, Kortom:  eigenlijk voor iedereen. Daar bovenop krijg je extra kunst vakken omdat je kunst & Cultuur kiest. Dat is wat jou verteld wordt. 

Het eerste leerjaar 

De studenten komen het eerste jaar op de opleiding met veel verwachtingen. Het eerste jaar is heel breed qua theorie, maar neigde al naar het jongeren- en kinderwerk. De studenten kregen in het eerste leerjaar wel les over volwassenen, ouderen en mensen met een beperking. Zo was het de studenten ook verteld bij de voorlichtingen. 

Het tweede leerjaar

In het tweede leerjaar zijn er al 37 studenten gestopt met de opleiding, mede omdat de opleiding niet de opleiding is die werd gepromoot op de voorlichtingen. De opleiding is nu helemaal gericht op jongeren- en kinderwerk. De kunstvakken worden ineens veel minder. Vakken zoals kunstgeschiedenis zijn zelfs afgeschaft. De studenten krijgen projecten die erg veel op elkaar lijken, met zo af een toe een kleine aanpassing. Ook moeten de studenten plotseling drie van de vijf dagen, stage lopen. Ondanks de vele klachten, die zijn neergelegd bij het afdelingshoofd, wordt er niks mee gedaan en de leerlingen hebben het te accepteren.

Het derde leerjaar

In het derde jaar verandert de opleiding nog meer. Het derde leerjaar is normaal het jaar voor het grote kunstproject. Maar deze is afgeschaft. De opleiding heeft een nieuw project ontwikkeld, omdat ze over moesten gaan op competentie gericht onderwijs. Weg zijn de kunstvakken en het kunst & cultuur gedeelte van de opleiding. De kunstvakken zijn projecturen geworden en de studenten krijgen nu helemaal geen kunstvakken meer. Ook dit jaar lopen de studenten drie van de vijf dagen stage en de theorie gaat nog steeds alleen over jongeren- en kinderwerk.

Daar is dan een kunst en cultuur klas, met zeventien leerlingen van de 54 die zijn begonnen in het eerste leerjaar. Dat er zo veel studenten zijn gestopt is niet onlogisch. Na dit gerommel met de opleiding en de aanpassingen in vergelijking met de voorlichtingen. De school gebruikt bij elke klacht: 'We moesten overstappen op Competentie gericht onderwijs'. Maar dat wist de school al vijf jaar lang en ze zijn pas na vijf jaar begonnen met de voorbereidingen hiervan.

Dit is dan 1 van de opleidingen in heel Nederland waar het niet goed gaat, maar er zijn meer opleidingen waar het niet goed loopt. De scholen weten niet meer wat ze moeten doen, studenten krijgen een verkeerd beeld van de opleiding en ze veranderen de opleiding terwijl de studenten ermee bezig zijn.

De overheid is gebaat bij een goede match tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Wanneer ze kiezen voor de specialisatie van opleidingen, zoals gebeurt bij de opleiding: "Sociaal cultureel werk kunst & cultuur", dan komt er een overschot aan jongeren- en kinderwerkers. Hierdoor zijn studenten minder breed opgeleid en is er een grote kans op werkloosheid.