Rechtsmiddelen in het strafrecht
Rechtsmiddelen in het strafrecht
Wat zijn rechtsmiddelen? Waarom hebben wij het stelsel van rechtsmiddelen? Welke soorten rechtsmiddelen kunnen er onderscheiden worden?
Op al deze vragen zal ik in dit artikel antwoord geven.
Wat zijn rechtsmiddelen?
Rechtsmiddelen zijn middelen die door de verdachte of het openbaar ministerie aangewend kunnen worden tegen een uitspraak van de rechter, indien zij het niet eens zijn met de beslissing van de rechter.
Waarom hebben wij het stelsel van de rechtsmiddelen?
Wij het hebben het stelsel van rechtsmiddelen om verschillende redenen. In de eerste plaats is er door het instellen van rechtsmiddelen tegen een uitspraak van de rechter de mogelijkheid om te herstellen waar onrecht is aangedaan en zodoende bij te dragen aan het hoofddoel van het strafprocesrecht, namelijk het straffen van schuldigen. Het stelsel van de rechtsmiddelen heeft een rechtsbeschermende werking.
In de tweede plaats is het ook van belang voor de juiste toepassing van de rechtspraak. Door middelen van het instellen van rechtsmiddelen in een strafzaak is het mogelijk om ervoor te zorgen dat de rechter de rechtspraak juist toepast.
Tot slot is het van belang voor de rechtseenheid.
Het strafrecht kent een gesloten stelsel van rechtsmiddelen in strafzaken. Dit houdt in dat de verdachte die is veroordeeld zich niet tot de burgerlijke rechter kan wenden om zijn gelijk te halen. Alleen de rechtsmiddelen zoals genoemd in het Wetboek van Strafvordering staan open.
Welke soorten rechtsmiddelen kunnen er onderscheiden worden in het strafrecht?
In de eerste plaats kan er een onderscheid gemaakt worden tussen gewone rechtsmiddelen en buitengewone rechtsmiddelen. Het verschil tussen deze twee is dat gewone rechtsmiddelen binnen een bepaalde periode aangewend kunne worden tegen een in nog niet in kracht van gewijsde gegane beslissing van de rechter. De buitengewone rechtsmiddelen kunnen aangewend worden indien er geen gewone rechtsmiddelen meer open staan en wanneer een beslissing van de rechter in kracht van gewijsde is gegaan.
Gewone rechtsmiddelen
Gewone rechtsmiddelen kunnen onderscheiden worden in hoger beroep bij het Gerechtshof en beroep in cassatie bij de Hoge Raad.
Hoger beroep bij het Gerechtshof
Hoger beroep is in de ogen van de wetgever een gehele nieuwe feitelijke behandeling van de zaak bij het Gerechtshof. In hoger beroep vindt dus een volledige nieuwe behandeling van de zaak plaats. Maar tegenwoordig is er het voortbouwend appel. Dit houdt in dat het Gerechtshof zich primair richt op de bezwaren die door de verdachte en het openbaar ministerie naar voren is gebracht. De discussie gaat dus over wat partijen verdeeld houdt (artikel 415 tweede lid [http://wetten.overheid.nl/BWBR0001903/DerdeBoek/A/TitelII/Artikel415/geldigheidsdatum_30-03-2011] Wetboek van Strafvordering). Maar uiteindelijk blijft de strafrechter verantwoordelijk voor de juiste toepassing van het strafrecht..
Het instellen van hoger beroep hoeft niet altijd voordelig uit te pakken voor de verdachte. Het Gerechtshof mag ook in hoger beroep hoger straffen dan de eis van de officier van justitie. Het Gerechtshof mag ook hoger straffen dan de rechtbank had gedaan.
Het hoger beroep vindt plaats naar aanleiding van hetgeen aan de orde is gekomen in eerste aanleg. In hoger beroep dienen de verdachte en het openbaar ministerie hun bezwaren naar voren te brengen. Op grond van artikel 410 eerste lid [http://wetten.overheid.nl/BWBR0001903/DerdeBoek/A/TitelII/Artikel410/geldigheidsdatum_30-03-2011] Wetboek van Strafvordering moet het openbaar ministerie bezwaren indienen, doet zij dit niet dan wordt niet ontvankelijk verklaard. Dit houdt in dat het openbaar ministerie de zaak niet kan vervolgen. Voor de verdachte is de wet iets milder. De verdachte kan op grond van artikel 410 eerste lid Wetboek van Strafvordering bezwaren indienen, hij hoeft dit niet te doen. Indien de verdachte geen gebruik maakt van het indienen van bezwaren, dan wordt hij op grond van artikel 416 tweede lid [http://wetten.overheid.nl/BWBR0001903/DerdeBoek/A/TitelII/Artikel416/geldigheidsdatum_30-03-2011]Wetboek van Strafvordering niet ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep.
In welke gevallen staat hoger beroep open?
Er kunnen drie gevallen onderscheiden worden waarin hoger beroep open staat. In de eerste plaats is er altijd hoger beroep mogelijk. Dit is het geval als de tenlastelegging een misdrijf betreft. In dat geval staat er voor het openbaar ministerie altijd hoger beroep open. Voor de verdachte staat op grond van artikel 404 eerste lid Wetboek van Strafvordering alleen hoger beroep open indien hij niet voor de gehele tenlastelegging is vrijgesproken.
In de tweede plaats is er nooit hoger beroep mogelijk. Dat is het geval in de situatie dat de verdachte van de gehele tenlastelegging is vrijgesproken. Voor overtredingen geldt een meer algemene regeling op grond van artikel 404 tweede lid [http://wetten.overheid.nl/BWBR0001903/DerdeBoek/A/TitelII/Artikel404/geldigheidsdatum_30-03-2011] Wetboek van Strafvordering. Als het gaat om overtredingen dan staat er in beginsel geen hoger beroep open, behalve als er geen straf of maatregel is opgelegd op grond van artikel 9 Wetboek van Strafrecht.
In de derde plaats is hoger beroep alleen mogelijk nadat er verlof is gegeven door de rechtbank. Deze regeling is van recente datum. Deze regeling heeft als strekking om te kleine zaken bij de beroepsrechter weg te houden. In situaties waarin het gaat om een feit waarop naar de wettelijke omschrijving vier jaar of meer gevangenisstraf op staat of een geldboete van meer dan €500,-, dan staat er hoger beroep open. Indien er sprake is van een gevangenisstraf tot en met vier jaar of een geldboete van minder dan €500,- dan dient er op grond van artikel 410a eerste lid [http://wetten.overheid.nl/BWBR0001903/DerdeBoek/A/TitelII/Artikel410a/geldigheidsdatum_30-03-2011] Wetboek van Strafvordering verlof gevraagd te worden aan de rechter, dit in het kader van een goede rechtsbedeling.
Beroep in cassatie bij de Hoge Raad
Indien een verdachte of het openbaar ministerie het niet eens is met een beslissing van het Gerechtshof, dan kan het beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad. De Hoge Raad onderzoekt, anders dan het Hof, geen feiten. De insteek in cassatie is veel beperkter, er worden rechtsvragen voorgelegd aan de Hoge Raad. De Hoge Raad beantwoord deze vragen vanuit het oogpunt van de rechtseenheid en herstel.
In cassatie is het instellen van cassatiemiddelen verplicht. Die middelen dienen ingediend te worden door de raadsman van de verdachte. In de praktijk komt het buitengewoon vaak voor dat beroep in cassatie wordt ingesteld door de verdachte, zonder dat er cassatiemiddelen worden ingediend. Zo een beroep in cassatie wordt dan niet in behandeling genomen en wordt niet ontvankelijk verklaard. De cassatiemiddelen moeten geformuleerd worden als zijnde bezwaren tegen de beslissing van het Hof. Dit houdt in dat de tenlastelegging (de beschuldiging) niet langer leidend is. De bezwaren in cassatie zijn gericht tegen de overwegingen van het Hof.
Wanneer is beroep in cassatie mogelijk?
Beroep in cassatie is mogelijk wanneer er geen ander rechtsmiddel meer openstaat (artikel 78 vijfde lid Wet op de Rechterlijke Organisatie en artikel 427 [http://wetten.overheid.nl/BWBR0001903/DerdeBoek/A/TitelIII/Artikel427/geldigheidsdatum_30-03-2011]Wetboek van Strafvordering. Als het gaat om misdrijven, staat beroep in cassatie altijd open. Bij overtredingen zijn de cassatiemogelijkheden beperkt. Hierbij geldt een drempel van €250,-. Overtredingen boven dit bedrag komen in aanmerking voor beroep in cassatie.
Wat zijn de cassatiegronden?
Het middel van cassatie moet altijd gegoten worden in een in de wet geregelde cassatiegronden. In de eerste plaats gaat het hier op grond van artikel 79 Wet op de Rechterlijke Organisatie om verzuim van vormen die met nietigheid zijn bedreigd en schending van het recht. In de tweede plaats kan het gaan om de toetsingsmogelijkheden van de bewezenverklaring en vrijspraak. De Hoge Raad kan wel de bewezenverklaring toetsen, hij kan zich ook afvragen of het Hof de andere elementen van het bewijsrecht goed heeft toegepast.
Buitengewone rechtsmiddelen
De buitengewone rechtsmiddelen kunnen aangewend worden indien er geen gewone rechtsmiddelen meer open staan en wanneer een beslissing van de rechter in kracht van gewijsde is gegaan. Hierbij is er een onderscheid te maken tussen cassatie in belang der wet en de herziening.
Cassatie in belang der wet
Bij dit rechtsmiddel gaat het om de rechtseenheid en niet zozeer om rechtsbescherming of herstel. Cassatie in belang der wet heeft geen gevolgen voor partijen. Als er een vrijspraak is uitgesproken, dan blijft dat een vrijspraak, ook al blijkt dat het gebaseerd is op onjuiste gronden.
Herziening
Ook de herziening is een buitengewoon rechtsmiddel. Het is een rechtsmiddel om bepaalde rechterlijke dwalingen te herstellen. De uitspraak bij herziening heeft wel gevolgen voor partijen. De veroordeelde kan ook verzoeken om een herziening.
Indien de Hoge Raad reden ziet om de zaak te herzien, dan behandeld hij deze zaak niet zelf, hij stuurt de zaak door naar het Hof. Herziening is dus een belangrijke correctiemechanisme voor rechterlijke beslissingen. Herziening maakt daarnaast ook een inbreuk op een vonnis dat al in kracht van gewijsde is gegaan,.
Op grond van artikel 457 [http://wetten.overheid.nl/BWBR0001903/DerdeBoek/B/TitelVIII/Artikel457/geldigheidsdatum_30-03-2011] Wetboek van Strafvordering is herziening niet in alle gevallen mogelijk. Het is mogelijk indien er sprake is van tegenstrijdige bewezenverklaringen, van een Novum (dit is een nieuwe feitelijke omstandigheid) en tot slot indien het gaat om een uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
Slot
In dit artikel heeft u gezien dat u als verdachte vele mogelijkheden heeft om uw veroordeling aan te vechten. Dit is niet alleen mogelijk voor de verdachte, maar ook voor het openbaar ministerie. Zo heb na de zitting in eerste aanleg de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij het Gerechtshof en vervolgens beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad. Dit zijn de gewone rechtsmiddelen.
In ernstige gevallen, wanneer er geen mogelijkheden meer zijn om een gewoon rechtsmiddel aan te wenden en er is duidelijk sprake van rechterlijke dwaling, dan heb je als verdachte de mogelijkheid om een herziening van de zaak aan te vragen.