Hoe was je goed je handen

Inleiding

Je handen zijn een bron van bacteriën. En dat is ook niet zo vreemd, want je gebruikt je handen voor bijna alles en alles wordt door handen aangeraakt. Niet alleen jouw handen, maar ook de handen van anderen. Het is daarom belangrijk dat je je handen goed schoon houdt, opdat je niet via het aanraken van een deurklink of trapleuning bacteriën en ziektes overdraagt op anderen. Veel mensen wassen hun handen daarom ook als ze naar het toilet zijn gegaan, als ze gaan eten of wanneer ze denken dat hun handen vies zijn. Maar het probleem is dat niet iedereen zijn handen op de juiste manier wast. Als je je handen niet op de juiste manier wast, zitten deze alweer vol bacteriën voordat je de kraan hebt dichtgedraaid. Maar hoe was je dan wél goed je handen?

De juiste methode

Begin met het inzepen van je handpalmen met vloeibare zeep, het liefst antibacteriële zeep. Vloeibare zeep is beter dan vaste zeep omdat de bacteriën van de vorige gebruiker bij vloeibare  zeep niet meer aanwezig zijn. Ben niet te zuinig met de zeep en wrijf je handpalmen goed tegen elkaar zodat er behoorlijk wat bubbels ontstaan. Leg de handpalm van je rechterhand nu op de bovenkant van de andere hand en spreid je vingers uit elkaar. Op deze manier was je de bovenkant van je hand, de zijkanten van je vingers en de huid tussen twee van  de vingers in. Doe hetzelfde voor je rechterhand. Leg je handpalmen vervolgens tegen elkaar en spreid je vingers. Wrijf ze goed schoon met de zeep. Haak je vingers daarna in elkaar in een hoek van 180 graden zodat de nagelriemen en het gebied onder de nagels school worden. Was vervolgens je duimen door deze vast te pakken met een hele vuist. Was daarna nogmaals je handpalmen, waar je ook mee begonnen bent en tot slot je polsen. Spoel je handen vervolgens af met zeep en dep ze droog met een tissue. Let op, je mag niet wrijven, want dan wrijf je weer allemaal bacteriën op je handen.

Neem deze methode op de proef

Je kunt zelf testen of bovenstaande methode beter werkt dan de methode die je nu gebruikt door een simpele proef. Het enige wat je daarvoor nodig hebt, zijn twee voedingsbodempjes, een warme plek waarop bacteriën zich snel kunnen delen en zeep, tissues en een handdoek. Was je linkerhand op de manier die je normaalgesproken gebruikt, zonder deze overdreven schoon te maken en ga met je (droge, gewassen) vinger over een van de voedingsbodempjes. Zet op de buitenkant van die voedingsbodem het cijfer ‘1’. Was nu je rechterhand op de bovenstaande manier en ga met de droge vinger van je rechterhand op dezelfde manier over de andere voedingsbodem heen. Deze voedingsbodem geef je het cijfer ‘2’.  Ze de voedingsbodempjes nu een dag tot een week op een warme plek en kijk op welke voedingsbodem zich de minste bacteriën ontwikkeld hebben: dat is de beste manier.

Conclusie

Veel bacteriën en ziekteverwekkers worden verspreid via je handen. Door je handen goed te wassen kun je de verspreiding van ziekten voorkomen. Om je handen goed te wassen, was je achtereenvolgens je handpalmen, de bovenkant van je handen, het gebied tussen de vingers, de vingertoppen, de duimen, nogmaals de handpalmen en tot slot de polsen met vloeibare zeep. Na het wassen dep je de handen droog met een tissue. Je kunt deze manier van handen wassen zelf op de proef stellen door gebruik te maken van voedingsbodempjes en kijken op welke voedingsbodem de meeste bacteriën voorkomen. Voortaan zijn je handen altijd goed schoon!

Bron afbeelding: Wikimedia Commons, J.P. Lon