Bramen plukken
Bramen
Een braam is een vrucht die in Nederland vrij veel voorkomt. Bramen groeien vaak in bosjes aan de stekelige braamstruiken. Bramen plukken kan een leuke, zomerse bezigheid zijn. Je bent lekker buiten in het zonnetje en aan het eind van de dag heb je een flinke voorraad heerlijke bramen waar je in de winkel een fortuin voor zou neertellen.
Bramen plukken
Ongeveer vanaf Augustus kun je in Nederland bramen plukken. Bramen groeien in parken, bossen en in de duinen. Je moet vaak wel even goed zoeken voor een goede plek om bramen te plukken. Trek voor een dagje bramen plukken altijd oude kleren aan. Bramen hebben paarsig sap dat maar moeilijk uit je kleren komt. Onrijpe bramen zijn groen en worden later rood. Pas als de bramen een dieppaarse kleur hebben, kunnen ze geplukt worden. Rijpe bramen laten ook gemakkelijk los. Pas bij het plukken van bramen op voor de scherpe doorns aan de struiken. Kijk ook uit voor wespen. Rijpe bramen hebben zoet sap en trekken dus al snel wespen aan. Neem voldoende bakjes mee om de bramen in te bewaren. Kies voor meerdere kleine bakjes. Als je de bramen in grote bakken bewaart, zullen de onderste bramen al snel geplet worden door het gewicht van de bramen erboven.
Bramen verwerken
Bramen zijn natuurlijk heerlijk om zo direct op te eten. Volgens het RIVM kun je bramen uit het wild beter eerst goed wassen en het liefst koken. Bramen kun je bij thuiskomst het beste even in een flinke laag zout water leggen. De bramen zijn afkomstig uit de natuur en kunnen daarom hier en daar wat diertjes bevatten. Door het zout water sterven deze beestjes en gaan ze drijven. Zo kun je ze gemakkelijk van de bramen scheiden. Rijpe bramen horen namelijk te zinken. Drijvende bramen zijn niet goed rijp of bedorven. Gooi deze bramen weg. Was de bramen hierna goed met kraanwater om alle zout te verwijderen. Bramen kun je op verschillende manieren verwerken. Zo is bramensap bijvoorbeeld heel lekker voor over ijs of om heerlijke, zomerse cocktails mee te maken. Bramenjam is een lekker en fris beleg voor op je boterham. Beide producten zijn vrij gemakkelijk om te maken.
Bramensap
Om bramensap te maken, heb je een sapcentrifuge of een blender nodig. Een sapcentrifuge levert je direct bramensap. Als je de bramen in de blender doet, moet je het product even zeven om de schilletjes en het overgebleven vruchtvlees te verwijderen. Kook het sap vijf minuten op hoog vuur. Eventueel kun je het sap nog een keer zeven om alle schilletjes en pitjes te verwijderen. Schenk het bramensap daarna in schone flessen die goed afgesloten kunnen worden. Spoel de flessen bij voorkeur uit met kokend water. Zo kun je de bramensap zeker een week in de koelkast bewaren. Het bramensap kun je ook heel goed invriezen waarna het een aantal maanden houdbaar is.
Bramenjam
Weeg van tevoren even de bramen. Doe de bramen in een grote pan en breng ze langzaam aan de kook. Doe er evenveel geleisuiker bij als het gewicht aan bramen. Heb je een halve kilo bramen? Dan voeg je een halve kilo geleisuiker toe. Laat het suiker al roerend oplossen en kook de bramen nog vijf minuten door. Voeg wat water toe als de jam erg dik en moeilijk om te roeren wordt. Spoel een paar potjes uit met kokend water. Schenk de jam in de potjes. Als de jam afgekoeld is, kun je het een week in de koelkast bewaren.
Tot slot
Bramen plukken en verwerken is een leuke en belonende bezigheid. Je bent heerlijk bezig in de natuur en houdt er aan het einde van de dag nog wat lekkers aan over. Zelfgemaakte producten zijn altijd veel lekkerder dan producten uit te winkel. Bramenjam en bramensap zijn hier zeker geen uitzonderingen op.