Wat zit er in een frikandel
Inleiding
In Nederland en België worden er jaarlijks duizenden kilo’s friet gegeten. Een lekkere snack kan daarbij niet ontbreken. Wat dacht je van een heerlijke kroket of een nasischijf? Ook frikandellen (tegenwoordig wordt het met ‘’n’’ geschreven) zijn erg in trek. Maar sinds jaar en dag is er een groot mysterie rondom de frikandel: wat zit er nou eigenlijk in die snack?
De frikandel
De frikandel is een Nederlandse uitvinding. Relatief kort geleden, in 1954, werd de frikandel voor het eerst in de verkoop gedaan door slagerskracht Gerrit de Vries. Dat gebeurde in Dordrecht. De vorm van de snack was toen nog rond, maar wegens regeltjes uit de nieuwe Warenwet van toen werd hij gedwongen de vorm aan te passen. Hij maakte er toen een lange worst van. De naam van de snack komt van de Duitse snack ‘’Frikadelle’’. Andere namen voor de snack zijn de curryworst en (lange) hamburger in Vlaanderen. Bepaalde variaties van de frikandel worden nog wel eens open been, leuning of catamaran genoemd. Dat is ook een soort platte gehaktbal. Vanaf 1996 is de frikandel de meest verkochte snack in Nederland. Hij laat dus onder andere de kroket en de hamburger achter zich. In 2003 was er een zeer opvallende daling te zien in het aantal verkochte frikandellen. Er werden namelijk 30 miljoen exemplaren minder verkocht dan het jaar daarvoor. De reden hiervoor zou de discussie over overgewicht zijn die in dat jaar oplaaide of de economische dip van toen.
Ingrediënten
Er wordt altijd wat anders beweerd over de inhoud van een frikandel. Volgens de verhalen zouden er in deze snack de gekste ingrediënten zitten. Denk bijvoorbeeld aan koeienuiers, slachtafval of ogen van dood vee. De werkelijkheid is gelukkig niet zo onsmakelijk. Tegenwoordig vinden we in frikandellen grotendeels heel gewoon kippenvlees dat na fileren op het skelet van het beest achterblijft. In dit geval zit er in de frikandel dus wel restvlees, maar er is niks onsmakelijks aan te ontdekken. Ongeveer een kwart van het vlees in frikandellen is afkomstig van varkens. Af en toe wordt er aan de snack ook nog een klein beetje paardenvlees toegevoegd. Dit is de enige soort vlees waar mensen nog weleens bezwaar tegen hebben om het te eten. Het eten van paarden is geen gewoonte in Nederland. Daarom doen ook niet alle producenten paardenvlees in de frikandellen. Een frikandel is dus een mengelmoesje van twee of drie verschillende soorten vlees. De producenten van frikandellen zijn overigens heel vaak industriële bedrijven van behoorlijke omvang, zoals Mora en Beckers. Vrijwel geen enkele frikandel in de supermarkten wordt meer ambachtelijk door slagers in elkaar gezet.
Er zit niet alleen maar vlees in frikandellen. Om de snelle hap op smaak te brengen en goed bij elkaar te houden worden nog onder andere kruiden, uien, water, bindmiddel en smaakstoffen toegevoegd. Paneermeel zorgt voor de mooie bruine buitenkant. Ook kun je zelf je frikandel nog meer op smaak brengen door bijvoorbeeld ketchup, sla of tomaten toe te voegen.
Bovenstaande ingrediënten gelden voor de typisch Nederlandse frikandel. In de Indische keuken echter, komt ook een frikandel voor. Deze heeft een net andere samenstelling dan de Nederlandse variant. Zo wordt er vaak rundergehakt gebruikt in plaats van kippen en varkens. Ook worden er soms aardappels en eieren aan de snack toegevoegd om het een lekkere smaak te geven.
Frikandellenfeitjes
- In de fabriek van Beckers worden iedere dag zo'n 1 miljoen frikandellen gemaakt.
- Het maken van één frikandel neemt ongeveer twee uur in beslag.
- Het wereldrecord frikandellen eten staat nu (begin 2013) op 47 in één uur.
- De grootste frikandel die op commerciële schaal verkocht wordt, is 34 cm lang. Deze is te koop in België.
Conclusie
Er gaan veel verhalen over de samenstelling van de frikandel, de populairste snack van Nederland. Er zouden de ranzigste ingrediënten inzitten: uiers, ogen, slachtafval enzovoorts. Gelukkig is dit niet waar en bevatten de meeste frikandellen gewoon kippenvlees en varkensvlees. Ook is er soms paardenvlees te vinden in een frikandel.
Bronnen: Wikimedia Commons, VrijIn (afbeelding), Beckers