Hoe maak je kerstkransjes
Inleiding
De maand december is weer aangebroken: de maand van lekkernijen, gezelligheid en misschien dit jaar ook wel sneeuw! Wie aan december denkt, denkt natuurlijk gelijk aan Sinterklaas en Kertmis, twee feesten die erg veel lekkernijen met zich meebrengen. Zo ook kerstkransjes. Deze koekjes zijn makkelijk te maken met de kinderen en zijn uitermate geschikt om de kerstboom mee te versieren. Bovendien kun je op allerlei manieren afwijken van het basisrecept, waardoor het keer op keer leuk blijft om kerstkransjes te maken. Maar hoe maak je eigenlijk kerstkransjes?
Benodigdheden
Ingrediënten
- een vanillestokje (of een zakje vanillesuiker, vanille-extract)
- 150 gram bloem
- drie eetlepels (kandij)suiker
- 75 gram (witte) basterdsuiker
- 120 gram ongezouten roomboter (op kamertemperatuur)
- een groot ei
- amandelschaafsel
- een snufje zout
- een snufje bloem
Materialen
- een oven
- bakpapier
- vormpjes om de kerstkransjes uit te steken
- een kwastje
- cadeaulint (om de kransjes in de kerstboom te hangen)
- twee kommen
- een mes
- folie
- deegroller
Bereidingswijze
- Pak de kom en doe hierin de bloem, het zout, het merg van het vanillestokje (of de vanillesuiker/een aantal druppels vanille-extract) en de basterdsuiker.
- Klop in een ander kommetje het ei los. Voeg de helft van het losgeklopte ei toe aan de kom met bloem. De andere helft gebruiken we later om de kerstkransjes een mooi bruin kleurtje te geven. Snijd de boter in kleine blokjes en voeg deze ook toe aan het mengsel. Kneed dit (met natte handen) tot een egaal, samenhangend deeg. Wikkel het deeg in folie en laat het in de koelkast ongeveer 30 minuten rusten.
- Verwarm de oven voor op 175 graden Celsius (heteluchtoven).
- Verspreid wat bloem op het aanrecht en rol met de deegroller het deeg uit totdat het ongeveer 3 tot 5 millimeter dik is. Steek vervolgens met de vormpjes zo veel mogelijk kerstkransjes uit de uitgerolde lap deeg. Kneed het restant bij elkaar en herhaal deze stap totdat je (bijna) al het deeg gebruikt hebt.
- Bestrijk de kerstkransjes met het resterende deel van het losgeklopte ei en besprenkel het met wat amandelschaafsel en wat (kandij)suiker. Leg de kransjes op bakpapier en bak ze in de oven totdat ze goudbruin zien, voor ongeveer een kwartiertje. Laat ze afkoelen en hang ze met wat cadeaulint in de boom, of eet ze meteen op. Eet smakelijk!
Variaties
Op dit basisrecept zijn erg veel variaties mogelijk. Zo kun je de afgekoelde kerstkransjes bijvoorbeeld in gesmolten chocolade dippen, zodat ze een lekkere chocoladetwist krijgen. Ook kun je aan het deeg een aantal ingrediënten toevoegen, zoals citroenrasp, sinaasappelrasp, cacaopoeder of gesmolten chocolade.
Verder kun je natuurlijk ook variëren met de vorm van de kerstkransjes. Het hoeven namelijk niet per se kransjes te zijn, je kunt er ook kerstbomen of kerstballen mee vormen, die je dan vervolgens met wat lint in de kerstboom hangt.
Conclusie
Bij Kerstmis horen kerstkransjes. Deze koekjes met amandelschaafsel en vanille zijn makkelijk te maken met de kinderen. Je kneed alles bij elkaar in een kom totdat er een egaal deeg ontstaat, steekt daar zo veel mogelijk kerstkransjes uit en bakt deze vervolgens, bestrooid met amandelschaafsel en kandijsuiker, voor een kwartiertje in de oven. Bovendien zijn er erg veel variaties mogelijk, zowel qua uiterlijk als samenstelling van het deeg. Deze lekkernij mag zeker niet ontbreken bij het kerstfeest! Eet smakelijk!