De heren van kasteel Brederode, deel 2
Algemeen
Tijdens de bloei van het (hoog) adellijke geslacht Brederode, was het gelijknamige kasteel is Santpoort een belangrijke burcht. Nadat het kasteel al rond 1500 niet meer bewoond en is langzaam aan vervallen tot ruïne. Tegenwoordig wordt het kasteel beheerd door een stichting die het goed onderhoud. De ruïne is een bezoek waard en krijgt men een goed beeld van hoe het ooit geweest moet zijn.
Hier vindt u een beschrijving van de 9e tot de laatste kasteelheer van het kasteel.
De 10e t/m 14e kasteelheer
10. Walraven II; was kasteelheer van 1473 tot 1531, ook was hij heer van Vianen en Ameide. Daarnaast van hij burggraaf van Utrecht. Ook hij was een ridder in de Orde van het Gulden Vlies. Hij is 2x getrouwd geweest, uit zijn 1e huwelijk met Margaretha van Borselen, had hij 4 kinderen. De oudste zoon is zijn opvolger, zijn 2e zoon wordt de vader van de 13e heer van Brederode.
11. Reinoud III; deze ridder in de Orde van het Gulden Vlies is heer van Brederode van 1531 tot 1556. Uit handen van Karel V ontving hij het recht tot het voeren van het Hollands wapen. Hij werd echter door de keizer ter dood veroordeeld, welke uitspraak verzacht werd. Uiteindelijk overleed hij in Brussel in 1556. Hij was getrouwd met Philippote van der Marck met wie hij 10 kinderen had. Uiteindelijk zal zijn 2e zoon hem opvolgen.
12. Hendrik II; was kasteelheer tijdens de Spaanse overheersing. Hij was tussen 1556 en 1568 kasteelheer en speelde een belangrijke rol tijdens de Spaanse overheersing. Hij was de leider van het Verbond van Edelen, die in 1546 het smeekschrift aan Margaretha van Parma aanboden. Door zijn weerstand tegen de Spanjaarden en zijn leider werden zijn bezittingen verbeurd verklaard. Hij vertrok net als veel andere edelen naar Duitsland, vlak voor de komst van Alva naar de Nederlanden in 1566. Hij was gehuwd met Amalia van Nieuwenaar, ze hadden geen kinderen.
13. Reinoud IV; kasteelheer tussen 1568 en 1584. Hij ontving in 1579 de heerlijkheid van Velsen. Was gehuwd met Maria van Doorne met wie hij 9 kinderen had. Zijn 2e zoon wordt zijn opvolger. Hij sloot een 2e huwelijk met Helena van Manderscheid en Blankenheim. Reinoud werd begraven in de grote kerk van Haarlem.
14. Walraven III; droeg de titel van 1584 tot 1614. Hij trouwde met Wilhelmina van Haeften en verkreeg door dit huwelijk de heerlijkheid van Nievelt. In 1611 kocht hij ook nog eens de heerlijkheid van Noordeloos. In 1609 leidde hij de onderhandelingen betreffende het 12 jarig bestand met de Spanjaarden. Omdat zijn huwelijk kinderloos is gebleven ging de titel naar zijn broer.
De laatste 4 kasteelheren
15. Walraven IV; kasteelheer van 1614 tot 1620 en diende onder prins Maurits als ritmeester in het Staatse leger. Hij was getrouwd met Margaretha Maria van Dam en ze hadden geen kinderen. De titel ging uiteindelijk naar zijn broer.
16. Johan Wolfert; volgde in 1620 zijn broer op en bleef kasteelheer tot 1653, daarnaast was hij ook heer van Vianen, Noordeloos en Ameide. Ook deze kasteelheer diende in het Staatse leger onder prins Maurits, waar hij kolonel was in de compagnie van Brederode. Hij was luitenant-generaal in 1626 en werd daarna brigade-generaal. Ook bekleedde hij de rangen van generaal artillerie en veldmaarschalk. Hij trouwde met de dochter van graaf Jan van Nassau. Hierdoor nam zijn macht enorm toe. Hij werd in 1630 gouverneur van ’s Hertogenbosch na de inname van deze stad in 1629 en bleef dit tot 1655. In 1641 ging hij, in gezelschap van enkele diplomaten, naar Engeland om voor prins Willem III de hand te vragen van Maria Stuart. Na een bezoek aan een kuuroord in Spa, overleed hij in Maastricht. Zijn huwelijk met Anna van Nassau was zeer vruchtbaar, ze hadden 12 kinderen. Na het overlijden van Anna trouwde hij nog een keer, met Louisa Christina van Solms, met wie hij ook 8 kinderen kreeg. Uit deze kinderschaar van 20 stuks (waarvan 6 kinderen dood ter wereld kwamen) kwamen de 17e en 18e kasteelheer voort.
17. Hendrik III; was 1 van de enkele kasteelheren die niet getrouwd was. Nadat hij kasteelheer was geweest van 1653 tot 1657 ging de titel naar zijn broer. Hij was ritmeester, kolonel en chef van een (in Franse dienst) regiment in 1656. Hij sterft in Amiens aan de gevolgen van mazelen.
18. Wolfert; Deze laatste heer van Brederode was ook niet getrouwd, waardoor de stamboom uit zou sterven. Hij nam in 1657 de titel van zijn broer over en bleef kasteelheer tot 1679. Toen hij stierf werd zijn wapen met hem begraven. Dit was een officieel teken dat de laatste zoon van een adellijk geslacht gestorven was. Na zijn dood vervielen al zijn bezittingen aan de Staten van Holland.