Wat is het Bussemakerhuis in Borne
Inleiding
Algemeen In het Twentse land ligt een prachtig dorp, Borne, met een zeer oud maar goed onderhouden dorpsgezicht. Oud Borne heeft veel monumentale panden, waar het gezellig wandelen is, met of zonder gids. Midden in Oud Borne ligt onder ander het Bussemakerhuis.
Stappen
Het Bussemakerhuis Dit mooie pand is een belangrijk Rijksmonument. Het huis is nog helemaal in originele staat, natuurlijk wel hier en daar gerenoveerd, zelfs de oorspronkelijke stenen (de zogenaamde Bentheimer zandstenen platen) liggen nog in de 20 meter lange gang. Aan beide einden van de gang is een deur, hierdoor werd in vroeger tijden de goederen vervoerd. Het is anno 2008 het enige in originele staat overgebleven handelshuis in Overijssel.
Het huis is vernoemd naar het echtpaar Jan Bussemaker (geboren in 1730) en Trynien Hulshoff (een doopsgezinde linnenreder en getrouwd in 1763). Zij lieten het in 1655 gebouwde pand in 1779 verbouwen tot het huidige Bussemakerhuis. Het pand heeft een fraaie ingezwenkte halsgevel (een toen modieuze Louis XVI gevel) met aanzetstukken van zandsteen. In de gevel staan de namen van het echtpaar, almede de initiale van hun kinderen AB (Adam Bussemaker) en MB (Martje Bussemaker). De familie Bussemaker heeft in dit pand gewoond tot 1882, toen werd het verhuurd aan Herman Meijling, de oprichters van de Hengelose Bierbrouwerij. Deze familie blijft hier wonen tot zij in 1891 de villa Meijling betrekken.
De familie Bussemaker verkocht het huis in 1905 aan Adam Huslhoff. Hij kocht de woning destijds voor een bedrag van fl. 2.687,--. In 1957 verkocht deze familie het pand aan de “Stichting Bussemakerhuis”. In 1961 vond de 1e restauratie plaats van onder andere het dak, waarna het pand deels als woonhuis en klein museum werd ingericht. Een 2e restauratie van het gehele huis vond plaats in 1993 en sindsdien dient het huis als een multifunctionele accommodatie voor kunst, cultuur en recreatie. Er wordt nog enkele dagen in de week geweven op 6 weefgetouwen uit 1750.
Indeling Bussemakerhuis Toen het huis nog in gebruik was als handelshuis, was de rechterkant van het pand ingericht voor de onderneming. Er was een verkoopruimte (waar nu wisselende exposities worden tentoongesteld) en aansluitend de opkamer (verhoogd aangebracht). Op de 1e etage zijn de oorspronkelijke bewaarruimten voor de ingekochte textiel goederen, evenals een ruimte tussen de vloeren, waar de lichtgevoelige stoffen werden bewaard.
In de nok van het dak is nog steeds het luierwerk van eikenhout (de hijsinrinchting) te vinden, waar de goederen naar de opslagzolder werden gehesen. Bussemaker kocht namelijk het thuis geweven linnengoed van de boeren op en na bewerking werd het doorverkocht aan afnemers. Ook had hij eigen wevers in dienst, er is nog steeds een weefkamer in de woning (achter de keuken) aanwezig. Hier is het mogelijk om kleine in eigen beheer geweven artikelen (zoals een lavendelzakje, theedoek of stokbroodzak) te kopen.
Op zolder bevindt zich een kleine weverij met 6 weefgetouwen, waar enkele dagen in de week dit oude ambacht nog wordt uitgeoefend.
De linkerkant van de woning was het leefgedeelte. Hier bevonden zich de stijlkamer, heel sober uitgevoerd, zoals bij doopsgezinden gewoon was. In deze stijlkamer staat ook de bedstee. In de eetkamer bevindt zich de tafel en stoelen van de huisarchitect Frits Spanjaard.
Aan de achterkant van het huis ligt een prachtige tuinkamer met uitzicht op de mooie grote tuin.
Bron: alle gegevens zijn verkregen vanuit het Bussemakerhuis zelf.
Tips