Tussen kunst en kitsch: bingo

Is het kunst of is het kitsch

kunst of kitchKijk jij ook naar dit programma? Dan zit je ongetwijfeld ook te wachten op het antwoord op de vraag 'en wat is dit nu waard'. De regie toont meestal alleen de meest interessante voorwerpen. Dan nog sta je te kijken over de waarde van de spullen die mensen in huis hebben. Ook de leerzame uitleg van de taxateurs is boeiend. Hoe weten zij hoeveel iets waard is?

 

Hoe word je taxateur?

Om erkend taxateur te worden moet je slagen in een schriftelijk examen. Alhoewel schriftelijk, toch zit er ook een praktijkdeel in waarbij de kandidaten in enkele uren voorwerpen (zowel echte als namaak) moeten beschrijven en de waarde moeten bepalen. De voorwerpen zijn aangepast aan hun gewenste specialisatie die ze willen gaan uitvoeren.

Is de taxateur van alle 'markten' thuis?

antiek

Nee, dat kan gewoon weg niet: hij is gespecialiseerd in een specifiek vakgebied. Zo'n vakgebied kan zijn:

1. Kunst en antiek: meubelen, poppen, uurwerken, boeken/prenten, beelden, munten/bankbiljetten, tapijten, postzegels, schilderijen, juwelen, edelstenen, horloges;

antiek

2. Muziekinstrumenten: piano's, violen, gitaren;

3. Bedrijfsinventarissen: algemeen maar ook bakkerijen, landbouwmachines, metaalbewerking, horeca;

antieke auto

4. Motorvoertuigen: motoren, auto's, oldtimers, tractoren;

5. Overige: verzekeringsportefeuilles, merken en modellen, koetsen/rijtuigen, paarden/pony's, wijnen.

Waarom wil iemand de waarde weten?

Dat kan om velerlei redenen:

  • gewoon uit nieuwsgierigheid, voor de verzekering (brand/inboedel, im-/export, opslag), in verband met een erfenis, boedelverdeling bij een scheiding, omdat men iets willen kopen of verkopen.

Het doel bepaalt de taxatie!

Dit lijkt tegenstrijdig: een waarde is een waarde ofwel prijs is prijs! Dat klopt echter niet. Daarom zal een taxateur altijd willen weten waarom hij iets moet taxeren. Een waardebepaling voor een verzekering is immers niet hetzelfde als een taxatie voor verkoop van iets op een openbare veiling om maar een verschil te noemen.

Hoeveel waardebepalingen bestaan er dan?

Nogal wat!

1. Vervangingswaarde

De vervangingswaarde is de prijs van iets (voor de verzekering) waarvoor je hetzelfde voorwerp (voor zover mogelijk) met dezelfde kwaliteit, ouderdom en staat opnieuw kan aanschaffen. Bijvoorbeeld na een brand is dit de schadeuitkering die je ontvangt. In dit geval stuurt je verzekeringsmaatschappij een taxateur langs die de omvang van de schade vaststelt.

2. Veilingwaarde

De veilingwaarde is de prijs die je voor iets krijgt als je het te koop aanbiedt bij een vrijwillige openbare verkoop. Deze veilingen zijn vrij goed bekend bij het grote publiek en verlopen meestal bij opbod, rekening houdende met de bijkomende veilingkosten en die verschillen per veilinghuis (zowel voor de verkoper als voor de koper).

3. Executiewaarde

Deze waarde is de tegenhanger van de veilingwaarde zoals besproken in 2. Je verkoopt immers nu niet zelf maar je spullen worden verkocht op verzoek van een (of meerdere) schuldeiser(s). Deze verkoop gebeurt door een deurwaarder waarbij de aanwezigen contant betalen. Het spreekt vanzelf dat dit soort veilingen veel minder opbrengt dan een openbare veiling.

4. Waarde bij onderlinge verdeling , waarde bij boedelscheiding

► Bij een scheiding willen de betrokken partijen graag weten hoeveel er in de pot zit.

► Ook kan iemand met aardig wat kunst- of antiekbezit reeds een idee willen hebben van de waarde van de inboedel met het oog om een op te stellen testament of de verdeling onder de kinderen bij leven.

5. Successiewaarde

Wanneer iemand overleden is, wil Vadertje Staat heel graag weten of er bij u iets te rapen valt en ontvangst dus met plezier een successietaxatie om de verschuldigde successierechten te kunnen vaststellen. Deze waardebepaling is te vergelijken met de veilingwaarde onder punt 2.

Als belegging ...

♦ Tenzij in heel uitzonderlijke gevallen is er geen geld te verdienen met 'beleggen' in kunst of antiek. Net voor de credietcrisis werden er heel gekke bedragen betaald voor schilderijen e.d. maar dan door de happy few en rijke oliesjeiks en Japanners. Inmiddels is ook in deze tak van sport het vet van de soep.

♦ Voor de gewone man in de straat: niet doen! Tenzij je niet aankoopt (lees: belegt) voor het nageslacht (later voor de kinderen) maar zelf weer verkoopt. Waarom? Bijvoorbeeld je koopt in 1995 een antieke kast, officieel op een antiekbeurs met certificaat, dan zou je toch met enige zekerheid mogen veronderstellen dat je niet beduveld bent. Althans daar gaan we vanuit. Je betaalt daarvoor € 2000. In 2000 laat je je pronkstuk tussentijds taxeren door een erkende antiquair. Dan kan je van 2 standpunten uitgaan: of je wilt je rente van 5 jaar terugzien in de schatting of toch op zijn minst hetgeen je ervoor hebt betaald! Als de man in kwestie een prijs bepaalt van € 1500 ben je òf bedonderd bij aankoop òf door de man die nu voor je neus staat! De credietcrisis van de afgelopende maanden is natuurlijk het ideale excuus om diezelfde kast ook in de buurt van € 1500 te taxeren. Uit nieuwsgierigheid zouden we nu nog eens moeten laten taxeren! Ga er maar vanuit dat je niemand thuis krijgt want er is geen verkoop (wordt beweerd) dus ook geen inkoop. Toch is er wekelijks wel ergens een antiekmarkt… toch eigenaardig! Vervolg van deze story: laat over een 5tal jaren, als de crisisstorm is gaan liggen (hopelijk), nog eens taxeren. Kortom: volg zelf als koper/verkoper op deze manier de waarde op en verkoop als je een goed bod krijgt. Waarom zelf doen? Veronderstel dat je kinderen over 30 jaar verkopen: hoe staat een bedrag van € 2000 (1995) dan in verhouding tot misschien een bod van € 5000 in 2025? Je kids zijn er op dat ogenblijk wellicht blij mee (niet geïnteresseerd in antiek, kast staat op zolder in de weg, ik weet niet wat pap er destijds voor heeft betaald) maar als je de waardevermeerdering beschouwt over (dan) 30 jaren is het bullshit!

Register van Makelaars en Taxateurs