Wat houdt zelfmummificatie in

Inleiding

De wereld kent vele soorten mummies. Zo heb je mummies die geconserveerd zijn door ijs (zoals in Groenland), of door veen (zoals in Nederland). Andere mummies zijn ontstaan door balseming, een ingewikkeld proces na de dood waar een hoop uren werk in zitten, de mummies in Peru en Egypte zijn hiervan het bekendste voorbeeld. Maar in de bergen van Noord-Japan is een groep mummies gevonden die net iets anders zijn dan de rest. Deze twintig mummies zijn namelijk niet ontstaan met hulp van iets of iemand, zoals bij de genoemde voorbeelden wel het geval is. Nee, deze mensen hebben zichzelf een mummie gemaakt!

Het pijnlijke proces

Zelfmummificatie was een erg lang proces, het duurde wel tien jaar. Die tien jaar zouden met veel pijn gepaard gaan. Het proces is op te delen in vier fases:

Een speciaal dieet 

De personen die zichzelf wilden mummificeren, allemaal Boeddhistische monniken of priesters, begonnen met het volgen van een speciaal dieet waar ze zich streng aan moesten houden, om al hun (overtollige) vet kwijt te raken. Ze veranderden hun eetgewoontes drastisch: normaal aten ze rijst en tarwe, maar ze gingen over op het eten van dennenappels, boomschors en –wortels. Je begrijpt dat hier het pijnlijke deel van het proces al begon; dit ‘voedsel’ is scherp en veroorzaakte wondjes in de mond. Ook kregen de personen last van hevige buikpijnen. De personen dronken overigens nog wel hetzelfde als normaal: water en thee. Deze fase nam een zeer groot deel van het proces in beslag, zo’n drie jaar.

Het drinken van urushithee

Het tweede deel is er ook die een aanslag is op de lichamelijke gezondheid. In deze fase werd namelijk sap van de urushiboom gedronken. Dit sap zorgde ervoor dat een groot deel van de lichaamssappen het lichaam verlaten, dat wil zeggen dat de monniken veel braakten en hevig zweetten. Ze droogden zich dus bewust uit. Ook door vaak en veel sporten, verloren ze erg veel vocht. Hierdoor trok de huid zich langzaamaan steeds strakker om het lichaam heen. Het nut hiervan: een uitgedroogd lichaam verrot na het sterven niet of nauwelijks.

De heilige bron

Na de urushithee gingen de monniken over op het drinken van water uit een bepaalde heilige bron. Nog niet erg lang geleden is ontdekt dat het water in deze bron kleine beetjes van de stof arsenicum bevat. Arsenicum is zeer giftig, in Nederland is deze stof zelfs verboden om in grote hoeveelheden in een product te verwerken. Het verwerken van arsenicum in rattengif mag wel. De hoeveelheden arsenicum die de geestelijken tot zich namen waren niet groot genoeg om voor een dodelijke afloop te zorgen, maar maakten wel erg ziek. Dit gif wordt in het lichaam opgeslagen en zorgt er na de dood voor dat alle bacteriën die een lichaam gewoonlijk laten ontbinden, worden gedood. Ook deze fase zorgde er dus voor dat het lichaam na de dood niet zou vergaan. Het water uit de heilige bron was het laatste wat de monniken ooit zullen drinken.

Eenzame opsluiting

De laatste fase. De monniken lieten een grote stenen doodskist om zich heen metselen. Er werd een klein gaatje opengelaten zodat er nog adem gehaald kon worden. De monniken hadden zich voorafgaande jaren lichamelijk en geestelijk voorbereid op het laatste deel van hun zelfmummificatie: hun lichaam zal na de dood goed bewaard blijven door hun manier van leven. Ook geestelijk waren ze erg sterk, anders was dit proces niet uit te houden. Er hing ook nog een bel in de doodskist. Deze moesten ze elke dag luiden, als teken van leven. Wanneer de bel niet meer werd geluid, betekende dat dat de persoon was overleden. Nu werd de doodskist geheel dichtgemetseld en 1000 dagen later pas weer opengemaakt, om vervolgens een zeer goed bewaarde mummie aan te treffen.

Boeddhisme als grondslag

Voor veel mensen zal het erg lastig te begrijpen zijn. Waarom wil je jezelf zoveel pijn laten lijden? ‘’Om als voorbeeld te kunnen dienen’’, zullen de monniken geantwoord hebben. Door de enorme zelfbeheersing, het geestelijke balans en de totale onthouding van verlangens en lusten, zouden deze personen enorme respect ontvangen en een voorbeeld worden voor alle mensen op aarde, want in het leven moet je je kunnen inhouden en beheersen. Denk aan deze monniken en dat zal je lukken, moeten de Boeddhisten gedacht hebben. In het Boeddhisme is zelfbeheersing en geestelijke balans ook erg belangrijk, en dit was voor een aantal mensen blijkbaar de ultieme manier om dat te bereiken.

De lijken, eeuwen later

Er zijn nog een twintigtal mummies die de tand des tijds (redelijk) goed doorstaan hebben. Een aantal daarvan zijn, versierd met prachtige gewaden en sieraden, te bewonderen in de Kaikojitempel in de stad Sakata. Onder andere de mummie van Tsjoekai is hier te zien. Hij heeft zich de jaren voorafgaand aan het proces van zelfmummificatie getraind op het verduren van pijn door zich langdurig in een kamer vol met rook op te sluiten. Dit is een erg benauwde en dus pijnlijke situatie. In deze tempel ligt ook het lijk van Tetsoemankai opgebaard, die zichzelf heeft gemummificeerd om te boeten voor in het verleden begane zonden. Ook hij trainde om pijn te kunnen verduren: hij zat vaak urenlang in lotushouding (kleermakerszit) onder een ijskoude waterval.

Conclusie

Zelfmummificatie; intrigerend en afschrikwekkend tegelijkertijd. Sommigen zullen vinden dat deze mensen enorm veel respect verdienen voor hoe ze zich in dit proces staande hebben gehouden, anderen zullen met afschuw naar deze mensen kijken. Maar het belangrijkste: deze mensen hebben hun leven afgesloten met iets waar ze met de volle 100% achter stonden, en is dat niet het belangrijkste?