Liesje en de Vlekkenpopjes deel 3
Inleiding
Dit is het vervolg op Liesje en de Vlekkenpopjes deel 1 en deel 2, oorspronkelijk geschreven voor mijn nichtjes van 4 en 6, omdat ze verdrietig waren over de scheiding tussen hun moeder en hun vader en niet lekker in hun vel zaten op school, en ze wel wat steun konden gebruiken. Om voor te lezen voor het slapen gaan.
Liesje en de Vlekkenpopjes Deel 3
Voor ze er wat van kon zeggen klommen de poppetjes via haar kleine teen omhoog, richting de pijp van haar pyamabroek en binnen een paar minuten zat ze opeens met drie rare poppetjes op schoot. De poppetjes begonnen heel hard te lachen toen ze de verbazing op haar gezicht zagen. Liesje werd er een beetje boos van. Werd ze nu al weer uitgelachen. Dat deden ze op school al genoeg. En dan nu uitgelachen worden in haar eigen bed, dat was toch wel helemaal te gek voor woorden.
“Zeg, hebben jullie niets beters te doen dan mij uit te lachen” zei Liesje. “Leg eerst maar eens uit wie en wat jullie zijn”. De poppetjes kwamen nu helemaal niet meer bij van het lachen en rolden bijna van haar schoot. “Ok, ok, wind je niet zo op” zei het grote grijszwarte mannetje. “Wij zijn vrienden, hoor, van elkaar maar ook vrienden van jou.” Liesje wist niet wat ze hoorde. “Vrienden? Ik heb helemaal geen vrienden, en zeker geen gekke poppetjes”. “Oh, jawel hoor” riep het lichtbruine meisjespoppetje. “Wij zijn heel blij met jou, zonder jou zouden wij niet elke keer buiten kunnen spelen. Als iemand geen vlekken maakt, blijven wij altijd maar opgesloten zitten op de plek waar we wonen”. Liesje had nog nooit zoiets raars gehoord, iemand die blij was dat ze vlekken maakte. “Wie zijn jullie nu eigenlijk?” vroeg Liesje. “Jeetje, hebben we dat nog niet verteld?” piepte de kleine groene kabouter. “Ik ben Geer de Grasvlek, die dikke daar is Macho Modderman en zij daar, dat is Charlotte Chocola, de prinses van alle chocoladevlekken. En jij heet Liesje”. “Ja, zei Liesje, maar hoe weten jullie dat nou?”.
Geer, Macho en Charlotte begonnen opnieuw te schateren. “Ja zeg, zullen wij niet weten wie jij bent. Jij bent de Vlekkenkampioene, onze grote heldin. Iedereen die wij kennen vindt jou geweldig!”. “Oh” zei Liesje een beetje dom. “Nou, iedereen die ik ken vindt mij helemaal niet zo geweldig”. Ze keek er ietwat verdrietig bij. En zonder dat ze het wilde rolde er opeens een grote dikke traan, zomaar over haar wang. De Vlekkenpopjes, zoals ze ze maar was gaan noemen omdat ze hun namen nog niet zo goed kon onthouden, schrokken daar behoorlijk van. Hun Vlekkenkampioene was aan het huilen. Dat was nooit hun bedoeling geweest. Ze klommen uit haar schoot omhoog, stapten dapper op haar schouders en probeerden met zijn allen de tranen van Liesje weg te vegen. “Hé joh, niet huilen. Daar kunnen wij niet tegen. Als we nat worden dan smelten we en poets je ons zo weg. Wil je ons misschien vertellen waarom je zo verdrietig bent?”
Het werd een nacht met weinig slaap voor Liesje. Eindelijk was er iemand tegen wie ze kon en wou praten en die naar haar luisterde. Ze vertelde en vertelde, de hele nacht lang, tot het bijna tijd was om op te staan. Ineens raakte Liesje in paniek. Wat nu wanneer mama haar kleren straks in de was zou gooien. Waar moesten de vlekkenpopjes dan heen? Samen met Geer, Macho en Charlotte bedacht ze een oplossing, hun geheimpje. De vlekkenpopjes zouden zolang op de jurk van haar lievelingspop gaan wonen, net zolang tot ze weer uit school kwam, en ze zou haar pop onder in de doos met speelgoed verstoppen.
Al fan geworden van Liesje en nieuwsgierig....?