Is het nou word of wordT
Inleiding
Veel Nederlanders worstelen nergens in de Nederlandse taal zo veel mee als met de deetjes en teetjes (d's en t's). En toch hebben we hier als kind zo op gezwoegd, zoals met behulp van 't Kofschip, of 't Fokschaap. Maar hoe zit het nu ook alweer precies; wanneer volgt die T nu wel en wanneer niet? Als je last hebt van dyslexie wordt het alweer wat lastiger om te onthouden en te gebruiken. Maar als je daar geen last van hebt moet het lukken om met onderstaande uitleg, tips en trucs een heel eind te komen en voortaan probleemloos grammaticaal uit de voeten te kunnen op het D en T gebied!
Basisregels spelling/ grammatica met betrekking tot de persoonsvorm
Wat was de persoonsvorm ook alweer....
Een persoonsvorm geeft in de zin aan wat er gebeurt. Je kunt deze vinden door de zin in vragende vorm te stellen; de persoonsvorm komt dan aan de voorzijde van de zin:
Zin | Vraag | Persoonsvorm |
Ik loop door de stad | Loop ik door de stad? | Loop |
Jij gaat naar het bos | Ga jij naar het bos? | Gaat |
Oma rent door de gang | Rent oma door de gang? | Rent |
Je kunt ook de tijd veranderen van de zin om de persoonsvorm te vinden; voor het voorbeeld betekent dat; "Ik liep in de stad".
Wanneer t en wanneer geen t?
Basis regel is dat de IK persoon nooit een stam plus T krijgt; dus het kan nooit zijn; ik wordT.. De stam is het deel van het onvervoegde werkwoord zonder -en; dus bij rennen is dat ren. Bij werken is dat werk, bij lopen is dat loop etc. We gaan er in de basis regels van uit dat bij regelmatige werkwoorden de stam hoort bij ik; ik ren
Werkwoord | Stam | wie | Regel | Resultaat |
Rennen | Ren | ik | stam (gewoon) | Ik ren |
Rennen | ren | jij | stam+t | Jij rent |
Spelen | Speel | ik | stam | Ik speel |
Spelen | Speel | jij | stam+t | Jij speelt. |
De stam plus t (dus voor de versie van wordT) wordt gebruikt in de tegenwoordige tijd bij de 2e (jij/u) en 3e (hij/zij) persoon.
Uitzonderingen en bijzonderheden
- Als het woord op een t eindigt hoeft er niet nog een t aan vastgeplakt. Dus; jij spat en niet jij spatt.
- Als het woord "jij of je" direct na de persoonsvorm staat. Zoals bijvoorbeeld; "Vind je het lekker?" in dit geval volgt er geen t.
- Gebiedende wijs ("Maak je huiswerk!") bestaat alleen uit de stam; dus ook geen t tenzij de stam een t heeft. "Word volwassen!"is daarom dan ook zonder T!
Trucs en tips
Wat je als truc kan gebruiken om zeker te weten of je er een T aan toe moet voegen is om het woord dat je gebruikt te vervangen door een vorm van "lopen". Dan hoor je gauw genoeg of je er een T aan toe moet voegen. Bijvoorbeeld; Jij wordt een grote jongen. Als je het niet zeker weet; vervang je "wordt" door "loop" en je weet dat het 'jij loopt' is> dus met een T.
Wanneer is het word en wanneer wordT
Met bovenstaande informatie is dit je natuurlijk helemaal duidelijk; maar voor de zekerheid nog even resumé:
Werkwoord | Stam | wie | Regel | voorbeeld |
Worden | word | ik | stam | Ik word wakker. |
Worden | word | gebiedende wijs | stam | Word wakker! |
Worden | word | jij | stam+T | Jij wordt wakker. |
Worden | word | zij | stam+T | Zij wordt wakker. |
Het blijft altijd lastig, maar ik hoop dat je hier iets wijzer van geworden bent. Succes!