Wat is luminescentie datering

Luminescentie datering

Luminescentiedatering is een vrij nieuwe dateringsmethode gebruikt door archeologen en geologen die in de afgelopen jaren steeds betrouwbaarder en breder toepasbaar is geworden.

In de zestiger jaren van de 20ste eeuw werd ontdekt dat er een verband bestaat tussen het luminescentiesignaal en de ouderdom van aardewerk: hoe ouder het aardewerk, hoe sterker het signaal. Naar aanleiding van deze ontdekking werden er methoden ontwikkeld voor het dateren van aardewerk. Luminescentiedatering bleek in sommige gevallen ook geschikt voor het bepalen van de afzettingsouderdom van sedimenten.

Principe

Sommige mineralen, waaronder kwarts en veldspaat, zenden een klein lichtsignaaltje uit wanneer ze worden verwarmd of beschenen met licht. Dit licht, luminescentie genoemd, kan gebruikt worden voor datering van sedimenten, potscherven en een aantal andere artefacten. De algemene term voor deze dateringsmethode is ‘luminescentiedatering’. Er zijn verschilende methodes ontwikkeld voor het dateren van oude voorwerpen en archeologisch sites op basis van dit principe de bekendste zijn: de ‘thermoluminescentiedatering’ (TL), ‘optisch gestimuleerde luminescentiedatering’ (Optical Stimulated Luminescence of OSL) of ook ‘optische datering’.

Thermoluminescentie link

Optical datering wordt hier besproken.

Methode

Alle luminescentiedateringsmethoden zijn gebaseerd op vier stappen:

1) het op-nul-stellen van de luminescentieklok;

2) het tikken van de luminescentieklok;

3) het uitlezen van de luminescentieklok;

4) het berekenen van de ouderdom.

De klok is een metafoor voor het principe, dat maakt de uitleg minder technisch.

Op basis van de onderstaande figuur wordt de methode uitgelegd.

De vier stappen van luminescentiedatering:

  1. Het luminescentiesignaal wordt op nul gezet door blootstelling aan zonlicht (sediment);
  2. Het luminescentiesignaal bouwt op onder invloed van natuurlijke achtergrondstraling. In een meer radioactieve omgeving neemt het luminescentiesignaal sneller toe dan in een weinig radioactieve omgeving;
  3. Meten van het luminescentiesignaal. Na opgraving en preparatie van het monster wordt het natuurlijke luminescentiesignaal in het laboratorium gemeten door verhitting (TL) of bestraling met licht (OSL). Vervolgens wordt bepaald hoeveel ioniserende straling er nodig is om een luminescentiesignaal te verkrijgen dat even helder is als het natuurlijke signaal. Deze hoeveelheid straling wordt aangeduid als ‘de paleodosis’. Let op het monster van het materiaal mag niet blootgesteld worden aan licht. Monstervoorbereiding gebeurt in een doka, onder gecontroleerde lichtomstandigheden. In het geval van aardewerken potscherven wordt de buitenkant van het monster in de doka verwijderd; het binnenste deel van de potscherf is niet aan licht blootgesteld en kan gebruikt worden voor analyse;
  4. De ouderdom wordt berekend. De tijd die verstreken is sinds de laatste verhitting of blootstelling aan zonlicht van het monster wordt nu berekend.

Bereik

Luminescentiedatering is toepasbaar voor aardewerk, werktuigen van de juiste minerale gesteentes en sedimenten met een ouderdom tussen nul en ongeveer 150.000 jaar.

Toepassing

Luminescentiedatering wordt in de archeologie met name gebruikt voor het dateren van aardewerk en van sedimenten in een archeologische context.

Aardewerk

Bij aardewerk kan luminescentiedatering voor twee doeleinden worden ingezet, te weten authenticiteitstoetsing en datering. Een authenticiteitstoetsing onderzoekt of een voorwerp oud IS en niet HOE oud een voorwerp is. Bij een authenticiteitstest wordt wat materiaal(van enkele millimeters) uit het aardewerk geboord. Meestal gebeurt dit op een onzichtbare plaats (bijv. de onderkant). Het materiaal wordt verpulverd en gebruikt voor de luminescentiemetingen.

Sedimenten

Sedimenten zijn voor archeologen interessant. Een sediment is een afzettingslaag die je kan herkennen in de aarde. Kijk bij het graven van een kuil eens of je hier meerdere kleuren kan zien in de wand. Elke kleur is een afzettingslaag. Voor archeologen gaat het vaak om de bewoningslaag (‘hoe oud is het oppervlak waar mensen gebruik van gemaakt hebben?’) of juist om bedekking van de bewoningslaag (‘wanneer werd een bepaalde plek verlaten?’). Ook zijn er sedimenten die juist samenhangen met de menselijke activiteit in het verleden. Voorbeelden hiervan zijn de vulling van greppels, opvulling van paalgaten en opgeworpen wallen of terpen. Zelfs mortel kan hiertoe gerekend worden.

Paalgaten of paalkuilen zijn de resten die de archeologen aantreffen wanneer zij bijvoorbeeld in Nederland opgravingen van oude houten huizen doen. Een houten huis werd vroeger gebouwd door palen in de grond te plaatsen en daarop weer een dak. De palen hebben resten in de aarde achtergelaten.

In Nederland

Afgezien van het onderzoek van vuursteen van de vindplaats Maastricht-Belvédère isluminescentiedatering nog relatief weinig gebruikt in de Nederlandse archeologie. Dat komt door onbekendheid met de methode, en omdat er goede alternatieven zijn (w.o. 14C-analyse). Ook zijn faciliteiten voor luminescentiedatering in Nederland pas zeer recentelijk beschikbaar zijn gekomen.

Verder lezen

Er zijn weining duidelijke Nederlandse teksten.

Engels: OPS

Ook schrijven op leerwiki? gebruik de volgende link om je in te schrijven: Leerwiki aanmelden