Veldwerktechniek: Waterpassen
Veldwerktechniek: Waterpassen
Waterpassen wordt ook in de archeologie ingezet als veldwerktechniek.
Achtergronden
Om de coördinaten van punten in een vlak ook op hoogte niveau te meten (b.v lokaal meetsysteem site) heeft de Landmeetkundige dienst een netwerk van punten aangelegd het R.D.-net (R.D.=Rijksdriehoek). Op elke vierkante kilometer zijn wel een paar punten te vinden. Op internet staat hiervan een lijst. Ze zijn vaak geplaatst op kerktorens , elektriciteitsmasten en tijdelijke punten voor bouw en wegenaanleg (Dit zijn vaste punten met een bekende waarde boven of onder NAP, een Z-coördinaat).
NAP staat voor Normaal Amsterdams Peil, een nationaal referentieniveau, waarvan het 0-niveau , een theoretisch zeeniveau geeft. Een voorbeeld : in de gemeente Veldhoven is bij de kerk op het dorpsplein een R-D punt op de linker voorzijde van de kerk te vinden. Een ronde bout in de muur en dit vaste punt deze ligt op 23,149 +NAP.
Doel
Het doel van waterpassen is gericht op het bepalen van de coördinaten van een spoor of vondst. Daartoe zet men op een opgraving een aantal meetsystemen uit, waarbij men gebruik maakt van de punten van de Rijksdriehoek en een Total Station. Meetsystemen nodig voor een opgraving:
- Hoofdmeetsysteem
- Lokaal meetsysteem
Deze worden gebruikt tijdens de opgraving om:
- profielen in te meten
- sporen in te meten ten opzichte van het NAP
- vondsten in te meten ten opzichte van het NAP
Lokaal Meetsysteem
Het lokale meetsysteem ligt met hoogtepunten als een draadmodel in reliëf over de site heen. Deze is met behulp van software te digitaliseren als een virtueel draadmodel dat het reliëf weergeeft. Zo zijn functies van structuren af te leiden. De sporen in een werkput van een opgraving worden gewaterpast. Je meet:
- De bovenzijde van het spoor;
- Mogelijk de onderzijde van een graf;
- Daarnaast worden bijzondere objecten ingemeten zoals zwaarden en munten.
Op het terrein moet dus een bekend NAP-punt worden aangebracht, vaak een korte buis, ook wel het vaste meetpunt genoemd.
Overzetten NAP-punt naar het vaste punt van de site
Stap 1:
Plaats baak op NAP bout van kerk. Zet je waterpastoestel waterpas op het statief. Meet het vizierpunt (VP). Dit heet een achterslag.
Stap 2:
Laat de waterpas staan, maar verplaats je baak naar een punt richting de site (markeer het punt) en meet het vaste punt op dat grondniveau. Dit heet de voorslag.
Stap 3:
Verplaats nu de waterpas en laat de baak staan, meet weer het Vizierpunt. Door het herhalen van de voorslagen tot aan het basispunt (vast punt) op de site kan men het NAP punt daar bepalen. Op de site is dat 23,265 m. + NAP.
Zie onderstaande afbeelding voor een verduidelijking:
Fouten:
Bij elke meting heb je een theoretische afwijking van 5 mm omdat je afrond op halve cm. Hoe minder slagen hoe kleiner de afwijkingsfout. Bereik van de verrekijker heeft een beperking op zo’n 70 m, ga dan ook zeker niet verder. Afhankelijk van de weersomstandigheden en de ondergrond is het raadzaam ruim onder de 70 m. te blijven. De baak is ingedeeld in kleurcoderingen om foutlezingen te voorkomen. Fouten die te voorkomen zijn:
- Aflezen van de vizierlijn (+) af en niet de hulplijnen. Dit kan decimeters afwijking geven. Schrijf de waardes bij de hulplijnen ook op om de fout te voorkomen en eventueel later een foute lezing door het middelen van deze waardes (gemiddelde van hulplijnen is vizierlijn) te corrigeren. Onderstaand een afbeelding van de vizierlijn en de boven en onderliggende hulplijnen zoals je deze ziet door een vizier van een waterpasapparaat.
- Maken van optel en aftrekfouten, dus loop je berekeningen na.
Tips:
Zet je waterpastoestel op een veilige plek. En zachte ondergrond (de poten stevig in te drukken). Als er geen markering bij de baak mogelijk is, zoek een herkenbaar punt op de bodem. Zet je statief al zo waterpas mogelijk. Stel hem op 3 punten (plaats oculair boven de stelschroef). Tijdens meting niet op nieuw waterpas zetten. Dus niet op leunen!!! Dan kan je opnieuw beginnen met instellen.
Voorbeeld berekening:
In dit voorbeeld zie je dat je begint met je vaste punt van het Rijksdriehoeknet. Door je metingen afwisselend af te trekken en op te tellen kom je uiteindelijk op je eigen vaste punt uit.
Verder lezen
Terug naar Veldwerktechnieken
Ook schrijven op leerwiki? gebruik de volgende link om je in te schrijven: Leerwiki aanmelden