De Arabische revolutie

De Arabische revolutie

Sinds half december 2010 de lont werd ontstoken in Tunesië, staat de hele Arabische wereld in brand. In tal van Arabische landen breekt protest uit tegen het regime. Vaak gaat dit gepaard met geweld en zelfs met doden tot gevolg. Wat zijn de gevolgen voor onze samenleving en hoe zal dit eindigen?

Jasmijnrevolutie

In Tunesië keerde de bevolking zich tegen het regime van Zine Ben Ali. Toen een tegenstander van Ben Ali zichzelf in brand stak volgde het ene protest na het andere. Uiteindelijk kwam de gehele bevolking op straat om het aftreden van het staatshoofd te eisen. Ook de politie en het leger kozen de kant van de burgers. Ben Ali vluchtte naar Saoudi-Arabië en het land kwam onder het bewind van een regering van nationale eenheid. Opmerkelijk was de rol van de media, sociale netwerken zoals facebook werden gebruikt om protesten te organiseren en zorgden ervoor dat de revolutie zich als een lopend vuurtje verspreidde.

Andere landen volgen

Na de vlucht van Zine Ben Ali uit Tunesië sloeg de vonk over naar Egypte. Op het Tahirplein werd er wekenlang hevig betoogd door tegenstanders van het regime van president Moebarak. Hevige rellen met vele doden en gewonden tot gevolg haalden elke dag het nieuws. Ook in andere Arabische landen zoals Algerije, Jemen, Quatar, Marokko en Libië breekt het protest los.

De reden is niet ver te zoeken. In deze landen is vaak al decennia lang hetzelfde regime aan de macht. Enige vorm van democratie is vaak ver te zoeken en er wordt een dictatoriaal politiek beleid gevoerd. Tegenstand wordt hardhandig de kop ingedrukt en het regeringsapparaat is corrupt. Maar vooral het economisch wanbeleid treft de gewone bevolking. De westers gezinde regeringsleiders voeren een liberaal beleid dat de economie moet stimuleren. Vaak gaat dit, zoals in de toeristische sector, tegen de normen van de islamitische wereld in. Maar normen worden wel eens aan de kant geschoven om je boterham te verdienen. Het probleem is echter dat de lokale bevolking van deze liberalisering weinig merkt en de winsten vooral naar de dictators gaan.

Democratie

De Arabische wereld heeft weinig tot geen ervaring noch traditie met het gegeven democratie. Het is dan ook maar de vraag of deze revolutie tot een volwaardige democratische hervorming kan leiden. De dictators hebben immers nog altijd de financiële en soms militaire macht om dit te omzeilen. Misschien dat een sterk, maar rechtvaardig regime, beter kan zijn voor een land dan een jonge en kwetsbare democratie.

Houding van het Westen

Het Westen, met name de EU en de USA, houden nauwlettend de gebeurtenissen in het oog. Natuurlijk pleit men voor democratische hervormingen. Maar is de Arabische wereld daar wel klaar voor? Dit houdt ook gevaren in, zo zouden bv. islamitische extremisten wel eens een meerderheid kunnen halen. Het westen is gebaat bij goede verhoudingen met landen zoals Egypte en Libië. Vooral belangen in de olie- en wapenindustrie spelen een rol. Maar ook die buffer tegen moslimextremisme. Landen in crisis zijn vatbaarder voor extremisme. Zo was Egypte lange tijd een bondgenoot van de USA om de vrede te bewaren aan de grens met Israël. Een stabiele Arabische wereld zal er nooit komen zolang de kwestie Palestina niet opgelost geraakt. Het mes snijdt dus langs twee kanten voor de westerse politiek.

Toekomst

De Arabische landen hebben elk hun eigen kenmerken en problemen. Maar enkele dingen hebben ze gemeen. Hun afkeer voor het huidige wanbeleid en hun godsdienst. We kunnen enkel hopen dat de revolutie gunstig is voor de bevolking en dat extremisten die godsdienst niet zullen misbruiken om opnieuw een tijd van onderdrukking en geweld te creëren.