Wie was Josef Stalin

Stalin’s jeugd

Jozeph Dzjoegasjwili (later Jozeph Stalin) werd geboren op 21 december 1879 in een zeer armoedig krot in Gori, Georgie, in de Kaukasus. Zijn vader, Vissarion, was schoenmakersknecht en zijn moeder, Jekaterina, de dochter van een lijfeigene. Door de armoede in Stalin’s familie overleefde hij als enige van de vier kinderen. Zijn vader, een alcoholist, sloeg hem en zijn moeder vaak en het schijnt dat hij Stalin meerdere malen ernstig heeft mishandeld, waardoor hij in levensgevaar verkeerde. In 1880 overleed Stalin’s vader aan verwondingen die hij opliep na een vechtpartij in een kroeg. Stalin’s moeder was erg zorgzaam en Stalin hield dan ook veel van haar. Ze was huismoeder en verpleegde haar zoon toen die leed aan de waterpokken en aan bloedvergiftiging. Door die bloedvergiftiging was Stalin voor zijn leven kreupel aan zijn linkerarm. Jekaterina was een zeer gelovige vrouw en ze wilde graag dat Stalin priester zou worden. Stalin werd in 1888 naar de orthodoxe priesterschool in Gori gestuurd. Hij was een erg goede leerling en studeerde in 1894 af met hoge cijfers. Hierna verhuisde hij naar Tbilisi, waar hij ging studeren aan het Theologisch Seminarium. Stalin verafschuwde het radicale traditionele godsdienstonderwijs en begon zich te interesseren voor het Marxisme en werd lid van de marxistische beweging Mesame Dasi, een Georgische nationalistische beweging.

Stalin in de politiek

Stalin had revolutionaire denkbeelden en deze brachten hem in contact met de bolsjewieken. Van deze bolsjewieken kreeg hij de naam Stalin, wat de man van staal betekent. In mei 1899 werd Stalin van het seminarium gestuurd, hij was erg openlijk over zijn marxistische opvattingen. Stalin besloot aan het werk te gaan als godsdienstleraar en klerk maar nam zijn ontslag weer in mei 1901 vanwege de angst die hij had om gearresteerd te worden voor zijn marxistische opvattingen. Toen Stalin werd verbannen naar Siberië, wist hij weer in 1903 te ontsnappen. In 1904 sloot hij zich aan bij Lenin’s bolsjewistische vleugel binnen de Russische Sociaal Democratische Arbeiderspartij (RSDAP). Stalin was een grootkenner van de niet-Russische volkeren en werd door Lenin gerespecteerd. Ook had hij veel kennis van het Marxisme. In 1912 vestigde Stalin zich korte tijd in Wenen en schreef samen met Nikolaj Boecharin een boekje over het nationaliteitenvraagstuk in Rusland. In datzelfde jaar, 1912, werd Stalin verkozen in het Centraal Comité. Stalin keerde terug naar Rusland, werd weer gearresteerd en naar Siberië verbannen. Daar bleef hij vervolgens tot de februari revolutie (1917). Na de februari revolutie ging Stalin in St. Petersburg wonen. Na de oktober revolutie kwamen de bolsjewisten aan de macht en werd Stalin minister van Nationaliteiten. Tijdens de Russische Burgeroorlog (1918-1921) vervulde Stalin zijn taak als militair organisator en politiek commissaris in het Rode Leger. Stalin verdedigde als commandant de stad Tsaritsyn. Hij kwam al snel in conflict met de minister van Oorlog, Leon Trotski. Ook de opperbevelhebber van het Rode Leger, Michail Toechatsjevski had regelmatig kritiek op Stalin. In maart 1919 werd Stalin één van de vijf leden in het politbureau van de Russische Communistische Partij. Lenin besloot in 1922 zich meer te richten op het landsbestuur en hierdoor verkreeg Stalin de titel secretaris-generaal van de partij. Langzaam maar zeker wist Stalin zijn macht te vergroten.

Vanaf 1924

Toen Lenin in 1924 overleed, wist Stalin de macht binnen de partij en de staat te grijpen. Stalin’s tegenstander was in deze tijd Leon Trotski. Vanaf 1934 begint ‘De Grote Zuivering’ van Stalin. Heel veel mensen werden vermoord, niet alleen politieke figuren, maar ook gewone burgers. Stalin wilde alleenheerser zijn en stond geen God naast zich; hij verbood kerken, de islam en andere godsdiensten. In deze periode begon zijn persoonsverheerlijking; Stalin werd bijvoorbeeld als Christus afgebeeld. In 1938 stopte de zuiveringen net zo snel als dat ze begonnen. Hij veranderde langzaam maar zeker van koers. Vlak voor Stalin zijn dood probeerde hij de oude garde stalinisten te vermoorden. Door zijn overlijden ging dit plan niet door. Het is nooit helemaal duidelijk geworden waaraan Stalin is overleden. Officieel zou hij door een beroerte om het leven zijn gekomen. Sommige theorieën duiden er ook op dat Beria, een oud Stalinist, Stalin zou hebben vergiftigd. Hij zou door hebben gehad dat Stalin hem en anderen wilde vermoorden. Hij zorgde er waarschijnlijk voor dat er 24 uur lang geen arts bij Stalin zou komen, zodat Stalin ‘in rust’ zou sterven. Stalin werd bijgezet in het mausoleum van het Kremlin, naast Lenin. In 1961 werden Stalin’s stoffelijke resten gecremeerd en de urn met as werd op een onopvallend plaatsje aan de muur van het Kremlin bijgezet. Stalin is nooit alleenheerser geweest en had nooit zoveel macht, die Hitler en Mussolini hadden. Er was geen persoonlijke dictatuur. Stalin zorgde er gewoon voor dat de leden van de partij en dat staatsorganen mensen waren die hem heel trouw waren en met alles wat Stalin zei instemden. Zo kreeg Stalin voor elkaar wat hij wilde en werd hij toch een dictator.

Citaten van Josef Stalin

Hieronder staan verschillende bekende citaten van Stalin.

  • "De schrijver is de motor van de menselijke ziel."
  • "Als we de kapitalisten ophangen, zullen ze ons het touw dat we gebruiken proberen te verkopen."
  • "Dankbaarheid is een hondenziekte."
  • "De dood van één man is een tragedie; een miljoen is slechts een statistiek."
  • "In het Sovjet leger vereist het meer moed om je terug te trekken dan op te rukken."
  • "De geschiedenis laat zien dat er geen onoverwinnelijk leger bestaat."
  • "De propaganda is het scherpste en sterkste wapen van onze partij."
  • "Ideeën hebben meer macht dan wapens. We zouden onze vijanden geen wapens laten hebben, waarom dan wel ideeën."

Links

  • http://proto5.thinkquest.nl