Okinawa en zijn geschiedenis van krijgskunst

Inleiding

Okinawa is het grootste eiland van de Ryukyu archipel en heeft een geschiedenis op het gebied van krijgskunst. Deze geschiedenis moet worden bekeken in het licht van het gehele eilandenrijk. De vechtkunst bestaat voornamelijk uit het ongewapende vechten, alhoewel ook pijl en boog en stokken worden gebruikt.

Okinawa en zijn betekenis

Okinawa betekent zoveel als 'touw in het ruime sop'. Het is een passende naam voor dit mooie en ruige eiland dat langgerekt en knoestig is, het lijkt op een touw dat achteloos in zee gesmeten is. Hoewel er een traditie is op het gebied van gevechtssport, ligt de betekenis van hun vechtsport meer in de rol die RyuKyu gespeeld heeft in de verbreiding door geheel Azië.

Chinese invloeden

Een eeuw voor Christus was de cultuur in de RyuKyu archipel nog neolitisch. De wapens en het gebruik ervan waren heel primitief. De latere ontwikkeling ervan is voornamelijk toe te schrijven aan Chinese invloeden. De kronieken uit de zevende eeuw en de achtste eeuw zijn gevuld met verslagen van onderlinge oorlogen. Deze kronieken geven een duidelijke ontwikkeling van oorlogsvoering weer. In die periode vormde Okinawa nog geen éénheid, de lokale krijgsheren bevochten elkaar op leven en dood om op die manier hun invloedsfeer te kunnen uitbreiden.

Japanse avonturiers en schipbreukelingen

De militaire hegemonie bracht politieke en economische superioriteit met zich mee. Japanse avonturiers en schipbreukelingen, die de beschikking hadden over moderne wapens werden dan ook met open armen ontvangen. In deze primitieve gemeenschappen kregen ze dan ook een plaats naast de lokale heerser. De tiende eeuw werd in Japan gemarkeerd door de opkomst van de militaristische Taira familie in het oosten van het land. En in de volgende eeuw kwam de Minato familie aan de macht. Het was dan ook niet te vermijden dat deze families met elkaar oorlog zouden voeren. Dit was een gebeurtenis die op geheel Japan van invloed was.

Van de overlevenden slaagden er een groot deel van om te ontsnappen naar de RyuKyus, waardoor daar belangrijke wapenvoorraden belandden, samen met de benodigde vaardigheid. De wapens waren onder andere zwaarden zoals de katana en de tachi, de speer, de hellebaard, en pijl en boog. 

De eerste koning van Okinawa

De eerste koning van Okinawa, Shunten legde sterk de nadruk op militaire zaken en tijdens zijn regering werden dan ook veel forten en kastelen gebouwd. Ook zijn opvolgers bouwden forten en kastelen naar zijn voorbeeld. En na 1349 werd er een grote ontwikkeling meegemaakt. Er werden diplomatieke relaties aangeknoopt met China, Korea, Japan. Ook handelsbetrekkingen werden aangeknoopt met Arabië, Java, Sumatra en Malakka. Op dit moment deed de ongewapende krijgskunst dan ook zijn intrede, en werd het bezit van wapens verboden. Dit verbod heeft het ongewapend vechten dan ook in hoge mate gestimuleerd. 

In het begin van de zeventiende eeuw werd Okinawa overvallen door Japan en verslagen. Men kon dan ook geen krijgskunst ervaring opdoen onder het Japanse bewind. De reden daarvoor was dat alle wapens en elke vorm van ongewapend vechten verboden waren. De import van alle wapens werden verboden alsook de ceremoniële produktie van zwaarden werd stopgezet. 

Daarop begonnen clandiestiene wapens te verschijnen. De geïmproviseerde wapens werden gemaakt naar het voorbeeld van oude Chinese modellen. Ook het ongewapend vechten kreeg een heel duidelijke Okinawaanse tint. Deze methode werd "te" genoemd, wat gewoon hand betekent en uiteraard het belangrijkste wapen is in een ongewapend gevecht. Er ontstonden drie stijlen die terug te voeren zijn op verschillen tussen de regionen en leraren. En door deze heel onschuldige naam slaagde men erin om het onderwijs in deze methode geheim te houden.

Hoewel de regering het gebruik van wapens verboden had, slaagden de te meesters erin vijf basis wapens aan hun systeem toe te passen, om deze te gebruiken in houdingen die typisch zijn voor ongewapend vechten.

 

 

 

De vijf basiswapens 

  1. De bo: een staf/stok van 183 cm lang
  2. De sai: een metalen wapen met een gevorkt eind
  3. De kama: een sikkel
  4. De tuifa: een houten handvat dat voornamelijk bij het gebruik van molenstenen van pas kwam
  5. De nuchaku: een soort houten dorsvlegel,die uit twee delen bestaat die verbonden zijn met een ketting of met een touw

Deze wapens waren niet inheems en komen oorspronkelijk uit Zuidoost- Azië. Maar na verloop van tijd kreeg hun aanwending duidelijk Okinawaanse eigenschappen.

Afsluiter

Al zijn ze niet in het "te" systeem toegepast, toch verdienen deze twee primitieve wapens een vermelding.

  1. De suruchin: dit wapen bestond uit een eind touw waarvan de uiteinden verzwaard werden. Deze uiteinden kon men op verschillende manieren in de ronde draaien en er een tegenstander mee raken. Men kon het makkelijk terugtrekken en opnieuw gebruiken.
  2. De hera: een houten dolkachtig instrument dat bij de rijstoogst werd gebruikt

Te lijkt nog het meest op het Japanse bugei, hoewel ze minderbreed opgezet zijn en veel minder mentale discipline vereisen.