Perón en Evita, een historisch overzicht

Inleiding

In Argentinië hebben Juan Domingo Perón en zijn echtgenote Evita (Eva Maria Duarte de Perón) duidelijk hun stempel gedrukt. Nog steeds zijn ze in het hedendaagse Argentinië duidelijk aanwezig. De partij die Perón stichtte is vandaag de dag in Argentinië nog steeds de grootste. Maar wie waren zij? En waarom hebben ze zo’n enorme faam? In dit verslag treft u een historisch overzicht van de opkomst, de regeerperiode en de ondergang van het Argentijnse tijdperk van Juan Perón en Evita.

De opkomst van de naam Perón, verbonden aan het populisme

Door hun immigratieverleden bleven Argentijnen, ook nu nog, nauw verbonden met Spanje en Italië. In de jaren dertig van de vorige eeuw en tijdens de Tweede Wereldoorlog toonden opeenvolgende regeringen openlijk hun sympathie voor de fascistische regering van Mussolini in Italië, en van Franco in Spanje, en voor het nazisme in Duitsland. Politieke tegenstanders, socialisten, anarchisten, revolutionairen, maar ook de gematigden Radicalen, werden onderdrukt.

De Argentijnse sympathie voor de as-mogendheden (Duitsland, Italië) tijdens de Tweede Wereldoorlog was mede ingegeven door de afkeer van Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. De geallieerden belichaamden de liberale democratie en de economische overheersing. Vooral de Britten hadden grote belangen in Argentinië, zoals spoorlijnen, koelhuizen, nutsvoorzieningen en haveninstallaties. Zo gingen nationalisme en antiliberalisme hand in hand. Vanuit de Duitse ambassade in Buenos Aires werden de bewegingen van koopvaardijschepen met Argentijns graan en vlees bestemd voor Groot-Brittannië, doorgegeven aan Duitse onderzeeboten. De u-Boten vielen vervolgens de vrachtschepen in de Zuid-Atlantische Oceaan aan. In 1943 maakte een pro-nazistische militaire staatsgreep een einde aan het bewind van een pro-fascistische burgerpresident. Dit werd mede nodig geacht doordat de zittende president ernstig ziek was en weigerde de macht over te dragen aan zijn vicepresident, waardoor het land verviel in chaos. In de nieuwe regering werd een zekere kolonel Juan Domingo Perón benoemd tot staatssecretaris van Arbeid en Sociale Zaken.

Perón, toen 48 jaar, was de leider van een groep ultranationalistische en antidemocratische legerofficieren. In de jaren dertig was hij verbonden geweest aan de Argentijnse ambassade in Rome, waar hij bewondering had gekregen voor Mussolini. Een dictatuur gebaseerd op de persoonlijke aantrekkingskracht van de leider, en die steunde op brede lagen van de bevolking, sociale wetgeving voor de arbeiders, industriële ontwikkeling georganiseerd vanuit de staat, nationalisme, antikapitalistische en antidemocratische retoriek – zoiets stond Perón in Argentinië voor ogen. Hij wist waar hij zijn aanhang moest rekruteren: onder de arme stedelijke bevolking, de kinderen en kleinkinderen van de immigranten, onder de landarbeiders, de industriearbeiders en de arbeiders in de havens. Perón wierp zich op als hun leider, als de verlosser van het volk dat zich in het zweet werkte voor de rijkdom van de oligarchie van grondbezitters, bankiers en handelaren. Bij een oligarchie is de macht in handen van enkelen uit de bevoorrechte klasse (zoals edelen en priesters). Zijn doctrine noemde Perón justicialismo – rechtvaardigheidsleer.

Het ‘peronisme’ groeide in de jaren veertig en vijftig uit tot het voorbeeld van populisme in Latijns-Amerika. Populisme is een verzamelnaam voor politieke bewegingen die zijn gebaseerd op charismatisch leiderschap van een caudillo, een centrale rol voor de staat, de belofte van welzijn voor het volk, demagogie tegen de economische elite en verzet tegen buitenlandse economische belangen. Het peronisme beloofde sociale hervormingen, het richtte zich tegen de oligarchie, het was nationalistisch, autoritair, anti-imperialistisch en anticommunistisch.

Perón en Evita

In juli 1944 werd Perón vice-president. Hij werd zo populair dat hij in oktober 1945 uit de regering werd gegooid en gevangen werd gezet. Maar hij had zich inmiddels verzekerd van twee formidabele medestanders: de vakcentrale Confederación General de Trabajadores (CGT) en Eva Duarte, een populaire 26-jarige actrice, aanhangster en al spoedig minnares van Perón. Eva riep op tot massale demonstraties voor vrijlating van Perón, de CGT kondigde een algemene staking af. Perón werd haastig vrijgelaten en trouwde vijf dagen later met Eva. Hij stelde zich vervolgens kandidaat voor de presidentsverkiezingen, die op 26 februari 1946 werden gehouden. In de verkiezingen versloeg Perón een gelegenheidscoalitie van de Argentijnse oligarchie, de communistische partij en de Amerikaanse ambassade. Met de steun van de arbeiders, de vakbonden en de arme bevolking van de grote steden, opgezweept door Eva, werd Perón met een overweldigende meerderheid gekozen. Eva gebruikte voor de aanhangers van Perón de geuzennaam descamisados, de ‘mensen zonder hemd’. Ze beloofde spoedige lotsverbetering voor de arme massa’s van het volk.

Na zijn verkiezing begon Perón de buitenlandse belangen aan te pakken om de economische onafhankelijkheid van Argentinië te onderstrepen. Hij nationaliseerde Amerikaanse, Britse en Franse bezittingen, de gas- en waterleidingbedrijven, de spoorwegen, de telefoon en telegraafmaatschappijen en de haveninstallaties. Er kwam – in navolging van de Sovjet-Unie, Hitlers Duitsland en Mussolini’s Italië – een vijfjarenplan voor economische ontwikkeling. De industrialisatie werd een zaak van staatsbedrijven met als doel de bevordering van een ‘nationale industrie’. Hiertoe behoorde ook een nationale wapenindustrie, de Fabricaciones Militares. Dit conglomeraat van militaire staatsbedrijven zou de rest van de eeuw door de generaals worden gekoesterd als hun eigen industriële speelgoed.

De economische plannen kregen enthousiast onthaal bij de vakbonden die de arbeiders in de nieuwe industrieën mochten organiseren. De CGT werd het bolwerk van het peronisme. Maar ook ondernemers konden zich uitstekend in Peróns industriepolitiek vinden. De staat betaalde immers alle investeringen en droeg de verliezen van de nieuwe bedrijven. Een sociaal pact tussen werkgevers en werknemers garandeerde sociale rust. De vakbonden kregen het beheer over de sociale voorzieningen, de ziektekassen, de vakantiekolonies en de pensioenuitkeringen. Het ministerie van Arbeid werd een verlengstuk van de CGT. Zo werden de vakbonden een hecht onderdeel van de politieke machinerie en het overheidsapparaat.

Eva Perón kreeg haar eigen liefdadigheidsinstellingen. De Eva Perón Stichting werd belast met welzijnsactiviteiten. Via deze stichting werden miljoenen uit de staatskas verdeeld onder het volk. Onder druk van de overheid moesten bedrijven ook bijdragen aan de fondsen van de stichting. Eva, het vertrapte meisje uit het binnenland, groeide uit tot Evita, de weldoenster van de armen. Ter versterking van de nationale identiteit decreteerde Perón dat minstens de helft van alle muziek op de radio van Argentijnse artiesten moest zijn. Het leidde tot een opleving van de tango; de rauwe, volkse muziek uit de havenbuurten van Buenos Aires waarop de oligarchie minachtend neerkeek. Eva Perón maakte een rondreis door Europa (Spanje, Frankrijk, Vaticaan en Groot-Brittannië) om sympathie voor het bewind van de generaal te winnen. Ook al weigerde de Britse vorstin haar te ontvangen, het werd een triomftocht.

Rijkdom en onsterfelijkheid

De populariteit van Perón in eigen land kon niet stuk. Er was geld in overvloed om de staat voor de grote weldoener te laten spelen. Na de Tweede Wereldoorlog beleefde de Argentijnse economie hoogtijdagen, alsof de gouden tijden van rond 1900 waren teruggekeerd. In die tijd was Argentinië het zevende rijkste land ter wereld. De Europese behoefte aan vlees en graan was nauwelijks te stillen, de inkomsten stroomden binnen, de staatkas puilde uit. De lonen werden verhoogd, de sociale voorzieningen verbeterd, de nieuwe nationale industrieën kregen goedkope kredieten. En Evita’s liefdadigheid kende geen grenzen.

Geleidelijk kreeg het bewind autoritaire trekken. Er kwam censuur op de kranten, tegenstanders werden uitgeschakeld. De katholieke kerk werd beschimpt, de oppositie en de elite kregen het zwaar te verduren. De liberale grondwet moest plaatsmaken voor een constitutie die door Perón op maat was gesneden. Mede dankzij de invoering van vrouwenkiesrecht werd Perón in 1951 herkozen.

Met de rijkdom die Argentinië had vergaart hebben Perón en zijn Eva zich onsterfelijk gemaakt bij de gewone man. De Argentijnse arbeiders hoefden nergens voor te knokken. Ze kregen alles op een presenteerblaadje aangeboden: loonsverhogingen, ziekteverzekering, vakantie, een dertiende maand, het kon niet op. Geld zat. Geen wonder dat ze Perón heilig verklaarden en van Evita een godin maakten. Ze werd vereerd als la Capitana del Pueblo, de Kapiteinse van het Volk, en vlak voor haar tragische dood in 1952 uitgeroepen tot Geestelijk Leidster van de Natie.

De periode post-Evita

Op 26 juli 1952 overleed Eva Perón aan kanker. Ze had geweigerd zich te laten behandelen en was als een heilige gestorven. In een sfeer van massahysterie nam het volk afscheid van Evita. In het gedrang van de honderdduizenden die langs haar opgebaarde lichaam trokken, werden mensen doodgedrukt. Ter nagedachtenis aan de weldoenster werd in het hoofdkwartier van de Eva Perón Stichting een eeuwige vlam brandende gehouden. De beeltenis van Evita verscheen op postzegels en haar autobiografie, ‘de zin van mijn leven’, werd verplichte literatuur op school. De regering eiste dat het Vaticaan Eva heilig zou verklaren als de ‘Madonna van Amerika’. Zo ver wilde de paus niet gaan. De dood van Santa Evita betekende voor het peronistisch bewind het begin van het einde.

Na een tijdje nam de vraag naar Argentijns vlees af, en ook het Argentijnse graan was steeds minder nodig. Daardoor moest Perón een eind maken aan zijn Sinterklazerij. Hij had eenvoudigweg geen geld meer om iedereen te vriend te houden. Poot na poot werd onder zijn troon weggezaagd. Hij verloor de steun van de economische elite, de katholieke kerk en het leger, dat hem ten slotte in 1955 ten val bracht. Voor Argentinië begonnen de jaren van ‘peronisme zonder Perón’.

Na lange omzwervingen langs het schuim der Latijns-Amerikaanse dictatoren streek Perón neer in het Spanje van dictator Franco. Daar sleet hij al samenzwerend zijn jaren, terwijl in Argentinië staatsgrepen en verkiezingen elkaar afwisselden. Regeringen kwamen, regeringen gingen. Kennelijk was regeren zonder het peronisme onmogelijk. Maar de militairen en de grootgrondbezitters bleven erbij de volksmenner Perón alleen over hun lijk naar Argentinië mocht terugkeren. Vanuit zijn ballingsoord bleef de caudillo de Argentijnse politiek naar zijn hand zetten.

In maart 1971 kwam het nieuws naar buiten dat de ene Argentijnse generaal de andere had vervangen als president. Generaal Levingston was aan de dijk gezet door generaal Lanusse. De Argentijnse arbeiders waren geen socialist of communist, ze waren peronist. Ze hadden een blind geloof in Perón. Hoe langer hij wegbleef, hoe groter hun heimwee naar de gouden jaren onder Perón en Evita. Generaal Lanusse, de opperbevelhebber van de landmacht, was een antiperonist, maar niet van het rabiate soort. Hij snapte dat er een doorbraak moest komen om Argentinië regeerbaar te maken. Daarom had hij zijn stroman Levingston aan de kant gezet om een deal te sluiten met het peronisme. Later bleek dat die deal hieruit bestond dat het peronisme weer aan verkiezingen zou mogen meedoen, op voorwaarde dat de voor het leger onverteerbare Perón zelf geen kandidaat zou zijn.

Opkomst guerrilla

Sinds het eind van de jaren zestig waren in Argentinië, net als in de meeste andere landen van Latijns-Amerika, guerrillastrijders actief. Het waren bezeten tijden. Het gistte en borrelde overal. De Cubaanse revolutie leek een lichtend voorbeeld, Mao’s Culturele Revolutie een benijdenswaardig model, Vietnam het bewijs dat het Amerikaanse imperialisme niet onoverwinnelijk was. In Nederland pakten destijds de hemelbestormers pen of spandoek; in Latijns-Amerika pakten ze het geweer. De Nederlandse maatschappijverbeteraars zijn vaak nog heel aardig terechtgekomen. Hun Latijns-Amerikaanse wapenbroeders zijn dood of voor hun leven getekend. Een minderheid is gesneuveld in de strijd, een meerderheid vermoord. Maar in het begin van de jaren zeventig, toen het grenzeloze idealisme slechts overtroffen werd door grenzeloze zelfoverschatting, leek alles mogelijk.

In Argentinië barstte het van dit op hol geslagen idealisme. Er waren aanvankelijk drie peronistische guerrillabewegingen en twee marxistische, en ze haalden de ene onvoorstelbare streek na de andere uit. De leiders regeerden hun beweging met ijzeren vuist. Ze hebben duizenden jongeren, die vaak met een heroïsch idealisme voor een betere wereld dachten te strijden, de dood ingejaagd. Het gemak waarmee ze in naam van het volk beslisten over leven en dood van hun vijanden en soms van hun eigen aanhangers, was verbijsterend. Op een dag in 1972 kwam er uit Argentinië spectaculair nieuws: vijfentwintig guerrillastrijders waren uit de gevangenis ontsnapt. Zes van hen kaapten op het vliegveld van Trelew in Patagonië een burgervliegtuig, met hulp van vier kameraden die als passagiers waren vermomd. Ze vluchtten naar Chili. Een week later werden de negentien guerrilleros die het gekaapte vliegtuig niet hadden kunnen halen, in de gevangenis van de marinebasis in Trelew neergemaaid. Slechts drie van hen ontsnapten de dans. Dit bloedbad verwoestte Lanusses liberale imago. Niemand geloofde de officiële verzekering dat het slechts een schietpartij was geweest bij een nieuwe vluchtpoging. De ‘helden van Trelew’ werden postuum een machtig propagandawapen tegen het stervende militaire bewind. Daarvan profiteerden vooral de Montoneros, een beweging van jongeren die in naam van Perón en het ‘socialistische vaderland’ de wapenen hadden opgenomen. Mario Firmenich, de grondlegger van de Montoneros en niet ouder dan vijfentwintig, had twee jaar eerder zijn visitekaartje afgegeven met het ontvoeren en vermoorden van oud-president Aramburu, de generaal die Perón in 1955 had afgezet.

Perón vond het allang goed. Vanuit Madrid overlaadde hij de ‘schitterende jeugd’ met complimenten voor haar gedurfde acties – ontvoeringen, moord en doodslag inbegrepen. Voor de ‘schitterende jeugd’ was dat het bewijs dat het peronisme inderdaad was wat ze ervan wilde maken: een nationale variant van het socialisme. ‘Perón, Evita, la patria socialista’ werd de nieuwe versie van de oude leus ‘Perón, Evita, la patria peronista’. Evita werd alsnog tot Montonera uitgeroepen. De jonge Argentijnse generatie bekeerde zich massaal tot het peronistisch socialisme. Maar Perón zelf, had die zich ook bekeerd? Geen sprake van. De bejaarde caudillo was dezelfde sluwe vos gebleven. Hij speelde iedereen uit tegen iedereen, liet vrienden met het grootste gemak vallen, verbond zich met vijanden en bleef slechts in één ding constant: zijn ambitie om terug te keren aan de macht. De Montoneros hebben hem daarbij beslissend geholpen. Dat ze de rol van ‘nuttige idioten’ hebben gespeeld, hebben ze officieel nooit willen toegeven.

Lanusse deed zijn best om Perón zo mild mogelijk te stemmen. Eva Perón speelde daarbij postuum een belangrijke rol. Haar gebalsemde lijk, object van een tomeloze verering, was na de staatsgreep van 1955 onder bewaking gekomen van een militair. Deze kwam zo in de ban van la Capitana, dat hij zich in liefde lijfelijk met haar verenigde. Na enkele andere avonturen vond Evita ten slotte rust op een kerkhof in Milaan, waar ze onder de fantasierijke naam Maria Maggi de Magistris werd begraven. Lanusse onthulde dit staatsgeheim aan Perón en liet het lijk overbrengen naar Peróns villa in Madrid. Daar is haar kist door bezoekers enkele malen in de eetkamer op tafel gesignaleerd.

Regeren op afstand

Perón manoeuvreerde meesterlijk, en kwam in november 1972 even naar Argentinië om een akkoord te sluiten over nieuwe verkiezingen. Het leger had het vliegveld tot in de verre omgeving afgezet. Perón had zijn intrek genomen in een herenhuis in Vicente López, een voorstad van Buenos Aires. Velen mensen hadden de hele nacht om hun bejaarde leider staan schreeuwen. Hun gelovige geduld werd beloond. Als de paus groette hij vanaf het balkon met beide armen zijn volk. Ook was dit het politieke debuut van een vrouw met opgestoken blonde haren, die vanaf datzelfde balkon de menigte begon toe te gillen: ‘E-vi-ta, E-vi-ta, E-vi-ta.’ Aan het woord was María Estela Martínez de Perón, beter bekend onder haar artiestennaam Isabel of Isabelita. Vanaf het begin is ze een mislukte parodie op Eva Perón geweest.

De derde vrouw van de generaal was 36 jaar jonger dan hij. Net als Eva was ze van nederige komaf. Ze werd pianiste en danseres in Panama. De zestigjarige Perón kwam een avond langs. Een week later was Isabel zijn secretaresse. Ze trouwden in 1961 in Madrid. Perón begon zijn vrouw als koerierster te gebruiken. In 1965 stuurde hij haar naar Argentinië, waar ze in de ban kwam van een ex-kapper, ex-politiesergeant en ex-zanger, José López Rega, antisemiet en astroloog, die kon buigen op een speciale relatie met de aartsengel Gabriël. El Brujo, de Tovenaar, ging Isabel achterna naar Madrid, waar hij zich indrong in Peróns entourage. Weldra leefde hij in symbiose met de Peróns. Slaaf van Juan, meester van Isabel.

Perón zette een politieke coalitie in elkaar, gaf instructies en ging terug naar Spanje. Als kandidaat voor de presidentsverkiezingen van 25 maart 1973 wees hij zijn persoonlijke vertegenwoordiger in Argentinië aan, de tandarts Héctor Cámpora. Met de leus ‘Cámpora aan de regering, Perón aan de macht’ lieten de peronisten de brave kiezentrekker de verkiezingen van maart 1973 winnen. Met eindeloos tromgeroffel en de even eindeloos herhaalde ode ‘Los muchachos peronistas’ – Wij jongens van Perón, barste de euforie los. Iedere peronist was zo’n jongen, van putjesschepper tot miljonair. Peronistische ondernemers kregen het bij een fragmentje uit het loflied vaak te kwaad: de regel waarin staat dat Perón het volk voor zich heeft gewonnen ‘combatiendo el capital’ – in zijn strijd met het kapitaal. De ondernemers censureerden die regel tot: ‘combatiendo el pam pam pam.’

Overwinning?

Twee maanden later gingen de peronisten uit hun dak bij de installatie van Cámpora. In het collectieve delirium leek de revolutie te zijn uitgebroken. Op de Plaza de Mayo werd de overwinning gevierd op de militaire dictatuur. Voordat Cámpora zijn eerste regeringsdaad kon stellen, amnestie voor de politieke gevangenen, was de menigte hem voor. De Villa Devoto-gevangenis werd bestormd en alle gevangene kwamen vrij. Buenos Aires was in een feestroes zoals na een gewonnen voetbalkampioenschap. Cámpora is 49 dagen aan de regering geweest. In die zeven weken dachten de Montoneros dat ze via El Tío (Oom), zoals Cámpora’s koosnaampje luidde, de macht hadden veroverd. De ene hoge functie na de andere kwam in handen van Montoneros-sympathisanten.

Dit was nooit de bedoeling geweest van Perón en van de rechtse peronisten, en al helemaal niet van López Rega. Deze had de sleutelportefeuille van Sociale Zaken gekregen, het ministerie van waaruit Perón in de jaren veertig de macht had veroverd. De enige die orde op zaken kon stellen, was Perón zelf. Daartoe organiseerde López Rega de Operatie Terugkeer. Minstens een miljoen, maar vermoedelijk veel meer mensen stonden kilometers en kilometers lang in dichte drommen opeengepakt op de snelweg naar Ezeiza, het internationale vliegveld van Buenos Aires. Hij was op dat moment nog in de lucht, in een non-stop vlucht van Madrid naar Buenos Aires. Nog even, en op deze stralende junidag van 1973 zou Juan Domingo Perón na een ballingschap van achttien jaar definitief in zijn vaderland terugkeren. En daarmee zou voor Argentinië een tijdperk aanbreken van pure voorspoed en geluk. Even later begon het schieten.

De leider zelf liet op zich wachten. De mannen van López Rega hadden het order gekregen om de linkse peronisten terug te jagen, zodat de Generaal niet hoefde te kijken naar de Montoneros-spandoeken en andere onaanvaardbare linkse leuzen. Een ervan was heel toepasselijk: Perón of de dood. Perón is die dag niet gekomen. De dood wel. In het bloedbad van Ezeiza vielen vijfendertig doden en minstens vierhonderd gewonden. Het was een snelle leerschool over hoe de verhoudingen lagen in de peronistische beweging – en een voorproefje van de verschrikkingen die Argentinië te wachten stonden. Oom Cámpora ruimde het veld en interim-president Raúl Lastiri, schoonzoon van López Rega, organiseerde nieuwe verkiezingen. Die werden met glans gewonnen door het duo Perón-Perón. De oude vos maakte een grandioze come-back met de belofte van herstel van voorspoed en geluk. En wat Eva niet gelukt was, daarin slaagde Isabel: vice-president worden.

Het einde van het tijdperk Perón

Voorspoed kwam er niet. Direct na de verkiezingen werd vakbondsleider Rucci vermoord. De Montoneros rekenden op hun manier af met de rechts-peronistische ‘vakbondsbureaucraten’. Daarop volgden politiechefs, legerleiders, zakenlieden en een oud-minister van Binnenlandse zaken. Perón sprak al zijn charisma aan om zijn kudde in dezelfde kraal te houden, maar dat bleek onbegonnen werk. Kennelijk functioneerde het peronisme alleen in een tijd van overvloed. Op 1 mei 1974 hakte Perón de knoop door. Vanaf hetzelfde presidentiële balkon vanwaar hij en Evita vroeger de massa op de Plaza de Mayo hadden betoverd, gaf hij nu het radicale deel van zijn volgelingen de volle laag. De ‘schitterende jeugd’ was veranderd in een stelletje ‘melkmuilen en imbecielen’. Dat was ongehoord. De reactie ook: achter de vaandels van de Peronistische Jeugd liepen de Montoneros en hun sympathisanten verontwaardigd weg. Het plein bleef half leeg achter.

Die avond was ook gedenkwaardig om een andere reden. Op het winderige balkon liep de 78-jarige Perón een verkoudheid op waarvan hij niet meer herstelde. En zo stond een paar dagen later een eindeloze rij rouwende mensen voor het parlementsgebouw om afscheid te nemen van Argentijns Eerste Arbeider. Gekleed in zijn generaalsuniform lag hij daar. Aan het hoofdeinde stonden, in het zwart gekleed, de weduwe en haar toeverlaat. Isabel raakte het hoofd van haar man af en toe teder aan, terwijl de Tovenaar (López Rega) geen seconde van haar zijde week. Een macaber duo. Argentinië heeft het geweten.

Perón werd opgevolgd door Perón. Grondwettig was dat geheel in orde. Isabel werd de eerste constitutionele vrouwelijke president van de wereld. Het Argentijnse politieke gekkenhuis werd steeds gekker. De peronistische Montoneros verklaarden het peronistisch bewind de oorlog en gingen in de clandestiniteit. Het was precies wat López Rega nodig had om zijn eigen oorlog te rechtvaardigen. Uit het schuim der natie vormde hij het doodseskader AAA, de Argentijnse Anticommunistische Alliantie. De Argentijnse politiek ging steeds meer over lijken, getuige zowel de golf van moorden als de politieke lijkenliefde waarop de Argentijnen een patent hebben. Want in welk ander land wordt zo met doden gesold? De necrofilieprijs gaat onbetwist naar de Montoneros, die een uitruil tot stand brachten van twee fameuze lijken. Ze vonden dat de Argentijnen het al lang genoeg hadden moeten stellen zonder hun – in 1952 overleden – Capitana, die nog altijd in haar kist in Peróns villa in Madrid verbleef. Om een eind te maken aan dat gemis ontvoerden ze de door henzelf in 1970 ‘terechtgestelde’ generaal Aramburu voor de tweede keer, ditmaal uit zijn praalgraf op de aristocratische begraafplaats Recoleta. Ze zwoeren dat ze hem pas zouden teruggeven in ruil voor Evita. Ze kregen hun zin. Het peronisme was altijd al een beweging geweest waarmee je alle kanten op kon, van de fascistische tot de socialistische. De raspopulist Perón, die als het uitkwam zowel nazi-misdadigers als revolutionairen op schoot nam, lijmde de extremen wel aan elkaar. Maar met zijn dood was de lijmpot leeg. Zonder de Leider liep het peronisme stuk op zichzelf.

Het jaar 1975 bracht 860 politieke moorden, 330 procent inflatie en vier ministers van Economische Zaken. Alles werkte in de richting van een snelle ontknoping. Het werd steeds duidelijker dat deze niet zou bestaan uit nieuwe verkiezingen. Op 24 maart 1976 wordt er een staatgreep gepleegd, en neemt het leger de macht in handen. Hier start de tijd van dictator Videla.

Nuttige links

Informatie over Buenos Aires

Meer informatie over Eva Perón