Het bijzondere rouwproces van de Hindoestanen

Dit artikel gaat over het rouwproces van de Hindoestanen. Een proces dat uit veel verschillende rituelen bestaat, die over lange termijn plaatsvinden. Het rouwproces van de Hindoestanen is, vergeleken met bijvoorbeeld het Christendom of de Islam, heel verschillend. Hindoestanen geloven bijvoorbeeld niet dat de ziel na de dood naar een God toe gaat. Waar zij dan wel in geloven en wat ze eraan doen om dit te verwezenlijken zal ik in dit artikel beschrijven!

De ziel en het lichaam na de dood.

De Hindoestanen geloven erin dat het lichaam van een overledene terug wordt gegeven aan de aarde, het water, de lucht, vuur en ether, na de dood. Deze 4 zijn voor hen de oerelementen. Na de dood wordt het lichaam van de overledene Hindoeïst altijd verbrandt. Voor de Hindoestanen is het erg belangrijk om het stoffelijk overschot te zien branden, omdat zij zo kunnen zien dat de het stoffelijk overschot helemaal weg is en de ziel herboren kan worden.

Verbranding en offeren.

Dit heeft als doel dat zo al het aardse bestaan wordt gewist, want ook al is het lichaam verbrand: de as moet ook weg zijn voor een volledig nieuw begin van de ziel van de overledene. De dag voor de crematie, die meestal in open lucht (in India) plaatst vindt, scheert de eventuele zoon van de overledene zijn hoofdhaar af. De reden hiervan is dat hij bij de plechtigheid voor het offeren zorgt. Na het verbranden wordt de as van de overledene verstrooid, waar dit plaatsvindt is steeds verschillend: het kan bijvoorbeeld op het water zijn als de overledene daar graag was, of in de duinen... In Nederland mag alleen bij uitzondering de familie van de overledene meekijken bij de verbranding, dat is hier niet gewoon. Het offeren vindt plaats met eten, geurige stoffen, bloemen en rijstkorrels. Deze worden in de kist gelegd van de overledene en tegelijkertijd zingen en bidden de nabestaanden, om de kist heen. Dit allemaal om de ziel te helpen. Hindoestanen geloven namelijk in reïncarnatie. Dat betekend eigenlijk dat de ziel van iemand die overleden is een ander stoffelijk omhulsel vindt en daarmee weer verder leeft. En omdat de ziel ook in een lagere levensvorm zou kunnen terug komen, is het voor hen van belang dat er genoeg geofferd en gebeden wordt. Dit bepaald immers het volgende leven van de overledene.

Rituelen na de crematie.

Na dit hele proces komt een periode van 10 dagen na de crematie, waarin de familie erg somber leeft. Elke dag wordt thuis een offerdienst gehouden voor de overledene en weer wordt er geofferd en gebeden. Dit ook weer om de ziel te helpen. De 12e of 13e na de crematie komt de familie weer bijeen in het huis van de overledene. Samen met de pandit worden er weer offers gebracht. En dan, na zes maanden herhalen de nabestaanden de plechtigheid van de 13e dag en wordt de rouwperiode na een jaar afgesloten met een laatste ceremonie.

Kortom, de Hindoestanen zijn tijdens het verwerkings- en stervensproces vooral bezig met het leven na de dood. Met hoe de ziel van de overledene terug zal komen, daar is de hele ceremonie opgericht. De Hindoestanen hechten dus veel waarde aan rituelen.