Nieuw in de pensioenwereld: premiepensioeninstellingen

De komst van premiepensioeninstellingen (PPI)

Onder invloed van Europa is er iets nieuws bedacht: premiepensioeninstelling, kortweg PPI genoemd. De tweede pijler van de pensioenmarkt als aanvulling op de AOW gaat de komende maanden enkele nieuwkomers verwelkomen, zelfs uit het buitenland… En omdat pensioen voor ons allemaal belangrijk is, een inleiding over dit onderwerp.
 

Waarom PPI

Als de regelgeving van de Europese Unie komt, is de reden niet moeilijk te raden: concurrentie scheppen. Met andere woorden: deze nieuwe PPI’s moeten concurrenten worden van de bestaande pensioenfondsen en pensioenverzekeraars. Uiteindelijk is het de bedoeling om de kosten voor ondernemers, dus eigenlijk de bedrijven, te drukken.

Wanneer PPI

Zeer waarschijnlijk zal deze nieuwe ‘Wet introductie premiepensioeninstellingen’ in werking treden op 1 januari 2011. De werkgevers hebben dus ruim de tijd om zich op deze nieuwe markt te oriënteren en zullen de komende maanden worden overstelpt met PPI-informatie. Ook voor de werknemers, en met name vakbonden en OR’s, moeten deze nieuwe pensioentrend op de voet gaan volgen.

PPI’s gunstiger voor het bedrijfsleven

De werkgevers betalen alleen maar pensioenpremies. Overige risico’s zoals arbeidsongeschiktheid en overlijden kunnen zij dus bij een andere partij onderbrengen waarbij het prijskaartje de doorslaggevende rol speelt. Hierin zit hem precies de nieuwigheid: ook buitenlandse aanbieders mogen nu naar Nederland komen. Dat is niet gunstig voor onze nationale instellingen! De kosten van ‘onze’ verzekeraars en pensioenfondsen zijn namelijk aan de vrij hoge kant ten opzichte van de buitenlandse concurrentie. Dat kon tot nu toe ook want er was toch geen concurrentie, de Nederlandse koek werd in Nederland verdeeld. Dat wordt nu dus anders: de(buitenlandse) concurrentie ligt op de loer…

Wat doet een PPI dan?

  • Een premiepensioeninstelling doet niets meer of niets minder dan de ontvangen pensioenpremies beheren. Met name: zij beleggen de gelden en verzorgen de benodigde administratie. Maar… zij verzekeren niets.
  • Belangrijk gevolg: het pensioen dat je krijgt eenmaal de pensioenleeftijd bereikt, is dus afhankelijk van de opbrengst van de belegging door de PPI. De uitkering is dus niet op voorhand gegarandeerd (lees: te voorspellen). In vaktermen noemt men dit het alom bekende ‘beleggerrisico’. Met uw opgebouwde kapitaal koopt u dus uw pensioen aan als uw pensioendatum zich aandient.

Is dit nadelig voor de werknemers?

► Je zou zeggen van wel. Doch de situatie van vandaag is niet meer hetzelfde als die van voor de kredietcrisis! Althans: de eerstkomende jaren valt het nog af te wachten! Er zijn op dit ogenblik klassieke pensioenfondsen te over die niet in een rooskleurige positie verkeren. Het gevolg daarvan? Vraag het maar aan de huidige gepensioneerden die het elke maand aan den lijve ondervinden: geen indexatie en dus minder pensioen! In die zin is je toekomstig pensioen bij de klassieke, bestaande pensioenfondsen dus ook niet gegarandeerd de eerstvolgende jaren!

► Welk is dan het voordeel voor u als werknemer? Een vanzelfsprekende rekensom: als u immers minder kosten betaalt, houdt u meer geld over voor uw pensioeninleg en zou uw uitkomst aan het einde van de rit hoger moeten zijn.

► Kan de werkgever zo maar overstappen? Nee, hij moet de goedkeuring hebben van de vakbond of de ondernemingsraad (OR).

De primeur is/was voor…

♦ Wellicht hebt u het gelezen: Binck Bank en Delta Lloyd samen waren de eerste om op deze nieuwe kar te springen. Zij hebben daarvoor samen ‘BeFrank’ opgericht.

♦ Wat kunnen we nu al leren van BeFrank?

  1. Werknemers krijgen online toegang tot hun alle informatie m.b.t. hun pensioenopbouw en de kosten.
  2. Een eerste indicatie t.o.v. nu: BeFrank schat hun kosten per werknemer en per jaar op ‘circa’ € 120. Dit zou betekenen dat hun kosten 50% lager zijn dan nu bij een vergelijkbare uitvoerder van een collectieve pensioenregeling. Nou ja, dat betekent een bonusje van € 10/maand?
  3. BeFrank gaat zich richten op ‘grote’ werkgevers (+500 werknemers).

Conclusie

Het is nu nog te vroeg om een goed advies te geven over deze nieuwe ontwikkeling. Echter, als werkgever én als vakbond of OR begint de tijd te dringen om zich te verdiepen in de plussen en minnen van PPI’s. Enerzijds zorgt concurrentie altijd voor prijsdalingen, anderzijds is er natuurlijk het beleggersrisico door PPI’s.