Wat te doen bij te weinig pensioen
Inleiding
Dit artikel gaat in op het aanvullend pensioen, dat wil zeggen het pensioen bovenop de uitkering op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW). De AOW die van overheidswege wordt verstrekt, bedraagt in 2011 1.067,47 euro bruto per maand voor een alleenstaande en 743,60 euro per maand bruto voor gehuwde of samenwonende partners van 65 jaar en ouder (bron: Sociale Verzekeringsbank), exclusief vakantieuitkering. Let wel, het gaat hierbij om het maximale AOW bedrag. Wanneer je een aantal jaren in het buitenland hebt gewoond, en je je niet vrijwillig hebt verzekerd voor AOW, bouw je niet het maximale bedrag op. Zie voor meer informatie op de website van de SVB of op Postbus 51.
Aanvullende pensioenen staan onder druk
Als stelregel gold voor grofweg 10 jaar geleden dat het aanvullend pensioen dat in de loop de jaren is opgebouwd bij een of meerdere werkgevers en de AOW bij elkaar ca. 70% van het laatstverdiende loon zou bedragen. Anno 2010/2011 is in meer dan de helft van de gevallen geen sprake meer van een eindloonregeling, maar een middelloonregeling, waardoor het pensioen ook lager uit zal pakken. Bovendien is door een aantal factoren, waaronder de vergrijzing en ontgroening, de dotcom crash aan het begin van de eeuwwisseling, de structurele daling van de rente, de economische recessie van 2008-2009 duidelijk geworden dat de Nederlandse pensioenfondsen (werkgevers en werknemers) alle zeilen moeten bij zetten om op langere termijn redelijke pensioenen te kunnen blijven garanderen, nu indexatie van de pensioenen (om de pensioenen waardevast te laten zijn) niet langer vanzelfsprekend is en zelfs pensioenverlagingen op de loer liggen. Ook is nog niet duidelijk of de pensioengerechtigde leeftijd zal worden verhoogd naar 67 jaar en hoe dat precies zal uitpakken voor de te betalen pensioenpremie (die in Nederland al op een hoog niveau staat) en het opbouwpercentage. En dan hebben we het nog niet gehad over de woekerpensioenen.
Check jaarlijks je pensioenopbouw
Kortom, het pensioen staat danig onder druk en het is van groot belang om jaarlijks serieus te kijken naar je pensioenopbouw (in jouw jaarlijkse uniforme pensioenoverzicht) en zo nodig een onafhankelijk pensioenadviseur of financieel planner te raadplegen. Zeker om de gevolgen van een pensioentekort te beperken. Zie onderstaande links voor meer informatie over pensioentekort en wat een financieel planner voor jou kan betekenen.
Wanneer heb je een pensioentekort?
Je spreekt van een pensioentekort wanneer je AOW en aanvullend pensioen niet voorziet in jouw pensioenbehoefte. Dat houdt dus in dat een pensioentekort een relatief begrip is. Uiteraard is het wel zo dat wanneer je niet kunt rondkomen van je huidige inkomen, je dat naar verwachting ook niet kunt wanneer je AOW en pensioen bij elkaar 70% bedraagt. Het is in dat geval zeer verstandig eerst te kijken hoe je je inkomsten en uitgaven met elkaar in overeenstemming kunt brengen. Bestudeer in dit verband het artikel over hoe je zelf uit de schulden kunt komen. Het kan ook best zijn dat je kunt rondkomen met minder geld, bijvoorbeeld omdat de hypotheek is afbetaald, de kinderen het huis uit zijn enz.
Wat is jouw pensioenbehoefte?
Om een goed beeld te krijgen van jouw pensioenbehoefte, is het goed de volgende stappen te doorlopen.
Bepaal je inkomsten na pensionering
om in de eerste plaats na te gaan hoe hoog je inkomsten zullen zijn na jouw pensionering. Het gaat dan niet alleen om de AOW en het aanvullend ouderdomspensioen, maar ook om de inkomsten van jouw eventuele partner of echtgenoot/echtgenote. Betrek hierbij ook de inkomsten uit een eventuele levensloopregeling en alle andere inkomsten.
Stel je vermogen vast
Sta vervolgens stil bij het door jou opgebouwde vermogen, zoals spaargeld, effecten, een koopwoning, een tweede woning, een boot, een dure auto, schilderijen en andere kunstvoorwerpen, sieraden etc. Het gaat hierbij uiteraard om het vermogen dat resteert na aftrek van eventuele schulden.
Bepaal je uitgavenniveau
Ga in de derde plaats je uitgavenniveau na. Kijk eventueel waar je kunt en wilt bezuinigen en waar niet.
Bepaal je pensioenbehoefte
Dat doe je door je inkomsten en vermogen af te zetten tegen je uitgavenniveau. Mocht er een tekort ontstaan, dan zijn er meerdere oplossingen mogelijk om je pensioenbehoefte te verlagen. Dat kan door verder te bezuinigen en ook door bijvoorbeeld tijdelijk meer te gaan werken, op zoek te gaan naar een betere betalende baan, extra vermogen op te bouwen (bijvoorbeeld door kunst te verkopen en dit geld anders te beleggen) en langer door te gaan met werken.
Bij het bepalen van je pensioenbehoefte moet je eigenlijk ook stil staan bij de vraag hoeveel jaar je nog denkt te leven, hoeveel pensioenjaren je nog te gaan hebt. Dit is en blijft een lastig punt, maar is voor het bepalen van je pensioenbehoefte van groot belang. Je kunt bijvoorbeeld denken: wanneer ik 65 ben wil ik eerst verre reizen gaan maken, waardoor mijn opgebouwde vermogen eerder op is en mijn pensioenbehoefte in de eerste jaren groter zal zijn dan in de jaren daarna. Misschien is het dan niet zo’n gek idee om zorg te dragen voor een zeker bestaansminimum voor de laatste levensjaren. Een ander voorbeeld is dat je goed nadenkt over de erfenis die je wilt nalaten aan je nabestaanden. Je ziet: je pensioenbehoefte is afhankelijk van de visie die je hebt op je leven na jouw pensionering.
Besteed daarom jaarlijks aandacht aan jouw pensioenopbouw en aan de financiering van je levensvisie na jouw pensionering.
Links