Is een testament wel betrouwbaar

Inleiding

Wanneer iemand overlijdt, gaan diens bezittingen in beginsel naar zijn of haar "wettelijke erfgenamen". Dit zijn de verwanten, die door de wet worden aangewezen. Deze regel kan echter doorbroken worden door het opmaken van een testament. Daarin kan men laten vastleggen, dat men een andere dan de wettelijke verdeling van zijn of haar toekomstige nalatenschap wenst. Zo'n testament wordt opgemaakt bij een notaris; deze wordt geacht ervoor te zorgen, dat het een betrouwbare akte is. Maar hoe is het in de praktijk gesteld met die betrouwbaarheid?

Het opmaken van 'n testament

Nadat de opmaker aan de notaris te kennen heeft gegeven wat de inhoud moet worden, maakt deze daar een schriftelijk stuk van en leest dit voor; de cliënt kan vervolgens eventueel te kennen geven bepaalde wijzingen te willen zien, of zich zonder meer akkoord verklaren.

In het laatste geval moet het stuk nog ondertekend worden, alvorens geldig te zijn en dat gebeurt door zowel de opmaker, als door de notaris, als door twee getuigen, die de notaris bekend moeten zijn. Vervolgens moet zo'n testament dan nog geregistreerd worden in het nationale Testamentenregister. Daar kunnen belanghebbenden ten allen tijde nagaan, of iemand al dan niet een testament heeft opgemaakt. (De inhoud kan er echter niet bekeken worden).

Vervalsingen

Ondanks deze als waarborgen bedoelde regels is 't al herhaaldelijk voorgekomen, dat vervalsingen van testamenten aan het licht kwamen. Zo is het meer dan eens gebeurd, dat een notaris de inhoud achteraf zodanig veranderd bleek te hebben, dat bepaalde testamentaire "makingen" oftewel begunstigingen, niet waren toegevallen aan de eigenlijk aangewezene(n), maar aan die notaris zelf.

Wanneer zo'n vervalsing ontdekt wordt, zal zo'n notaris veelal uit z'n ambt gezet worden, maar het is zeer wel voorstelbaar, dat (bij lange na) niet alle vervalsingen aan het licht komen.

Uiteraard is ook mogelijk dat ánderen dan de notaris zelf buiten medeweten van de opmaker om als begunstigde(n) in het stuk worden aangewezen of toegevoegd. In principe kan dit heel eenvoudig; bijvoorbeeld, doordat er een vel wordt ingevoegd, waardoor het testament niet pakweg vier, maar vijf pagina's beslaat, terwijl de laatste pagina gewoon die blijft, waarop de handtekeningen en stempels staan.

Gesteld moet dan ook worden, dat men er zeker niet 100% gerust op mag zijn, dat wanneer men alles keurig bij testament naar eigen wens geregeld heeft, die wens in de praktijk ook vervuld zal worden.

Verder is er dan nog de mogelijkheid, dat iemand helemáál geen testament opmaakt of wíl opmaken, maar er in zijn of haar naam door een of meer anderen valselijk tóch een opgemaakt wordt, in samenwerking met een corrupte notaris, waarbij dan uiteraard zoveel mogelijk van de verwachte nalatenschap aan een of meer van die criminelen wordt toebedeeld.

Hoe deze risico's te ontlopen?

Wanneer men het risico, dat iets dergelijks met zijn of haar nalatenschap zal gebeuren, wil beperken of uitsluiten, dan is het in dat kader niet mogelijk (want wettelijk uitgesloten), dat men zijn bezittingen al bij leven overdraagt aan iemand anders, onder de voorwaarde, dat die overdracht pas van kracht wordt op het moment, dat de overdrager het tijdelijke voor het eeuwige verwisselt. Waaróm dit wettelijk onmogelijk gemaakt werd laat zich raden; hier zou nog veel méér mee gesjoemeld kunnen worden.

Zo'n beetje het enige, dat men momenteel wél kan doen, om de genoemde risico's te verkleinen of uit te sluiten, is, dat men al bij leven zoveel mogelijk doet toekomen aan degene(n) aan wie men wil, dat een en ander zal toekomen. Weliswaar heeft deze methode (vaak) zo haar andersoortige minder wenselijke aspecten, maar de voordelen ervan wegen in menig geval ruimschoots op tegen deze nadelen. Desgewenst kan men hierbij alleen de formele eigendom overdragen en het levenslange vruchtgebruik zelf behouden. Zodoende wordt de begunstigde dan wél alvast eigenaar, maar kan de overdrager het goed zelf blijven gebruiken en er de vruchten (de opbrengst) van blijven opstrijken.

Conclusie

Al bij al lijkt de conclusie moeilijk of niet te ontkomen, dat aan het bestaan van de wettelijke mogelijkheid om testamenten te maken dermate grote betrouwbaarheidsbezwaren kleven, dat het de voorkeur verdient, dat deze mogelijkheid eenvoudigweg wettelijk wordt afgeschaft.