Wat wil je weten over de nieuwe Successiewet
De nieuwe successiewet
Sinds 1 januari 2010 is er een nieuwe Successiewet in werking met mogelijk grote gevolgen voor uw persoonlijke situatie. Tarieven en tariefgroepen worden eenvoudiger. Drempelvrijstellingen vervallen en renteloze geldleningen en een nieuw partnerbegrip maken ook deel uit van de wijzigingen: een samenvatting…
Tarieven van de nieuwe successiewet
De tarieven worden veel eenvoudiger en overzichtelijker: nog maar 2 tariefschijven in plaats van 7 vroeger. Breekpunt daarbij is het bedrag van € 118.000.
Tariefgroepen
Het waren er 3 en nu nog 2: in de ene groep zitten partners en kinderen en in de andere groep alle andere ontvangers, met uitzondering van de kleinkinderen: die hebben een aparte subgroep gekregen in tariefgroep 1 maar dan wel met een opslag van 80%.
De tariefstructuur ziet er per 1 januari 2010 derhalve als volgt uit:
Belaste verkrijging | Tariefgroep 1 (partners/kinderen) | Tariefgroep 1A (kleinkinderen) | Tariefgroep 2 (overige verkrijgers) |
€ 0 - € 118.000 | 10% | 18% | 30% |
€ 118.000 en hoger | 20% | 36% | 40% |
Stiefkinderen
In de nieuwe Successiewet worden stiefkinderen van ongehuwde partners, net zoals bij gehuwde partners, fiscaal gelijk gesteld met eigen kinderen.
Drempelvrijstelling
Samengevat kan worden gesteld dat de vrijgestelde bedragen voor schenk- en erfbelasting omhoog gaan. Of met andere woorden: hoeveel u in totaal ook erft of geschonken krijgt, de vrijstelling is altijd van toepassing. De (vele) drempelvrijstellingen van de oude Successiewet komen te vervallen.
De belangrijkste vrijstellingen per 1 januari 2010 zijn als volgt:
partners | € 532.570 | € 600.000 |
kinderen | € 10.323 | € 19.000 |
kleinkinderen | € 10.323 | € 19.000 |
ouders | € 45.513 | € 45.000 |
overige verkrijgers | € 1.976 | € 2.000 |
kinderen | € 4.556 | € 5.000 |
kinderen 18-35 jaar (eenmalig) | € 22.760 | € 24.000 * |
overige verkrijgers | € 2.734 | € 2.000 |
Deze vrijstelling mag eenmalig tot € 50.000 worden verhoogd bij aankoop van een eigen woning of ten behoeve van een studiefonds.
Nieuw partnerbegrip
Per 1 januari 2010 geldt voor het partnerbegrip iets nieuws: er kan slechts 1 persoon als partner worden opgegeven. Wie komt hiervoor in aanmerking?
- gehuwden;
- geregistreerde partners;
- ongehuwde samenwoners die gedurende 6 maanden voor het overlijden of 2 jaar voor de schenking voldoen aan de volgende cumulatieve voorwaarden:
1) zij staan samen ingeschreven op hetzelfde woonadres blijkens de gemeentelijke basisadministratie en een gemeenschappelijke huishouding voeren;
2) zij zijn een wederzijdse zorgverplichting aangegaan in een notariële akte;
3) ongehuwde samenwoners die al 5 jaar samenwonen blijkens de gemeentelijke basisadministratie, op hetzelfde woonadres staan ingeschreven en een gemeenschappelijke huishouding voeren.
Belangrijkste gevolgen?
1. Direct opeisbare renteloze geldleningen
- Bij een direct opeisbare, renteloze lening zal er een jaarlijks voordeel van 6% van het geleende bedrag als schenking bij de schuldenaar (de ontvanger dus) in aanmerking worden genomen. Anders geformuleerd: de schuldenaar moet elk jaar 6% schenkbelasting betalen.
- Vanaf dit jaar is het dus zaak om een 'niet' direct opeisbare geldlening te verstrekken of te ontvangen met een zakelijke rente.
2. Schenking op papier
- Schenkingen op papier door schuldigerkenning is een veel gebruikte techniek tussen ouders en kinderen. Van belang hierbij is dat er een zakelijke rente wordt betaald aan de schenker. Vanaf 1 januari 2010 is het tarief van deze zakelijke rente 6%.
- Overgangsregeling: voor reeds bestaande schuldigerkenningen ( voor 1 januari 2010) waarbij een lagere rente dan 6% is afgesproken, geldt een overgangsregeling. Deze regeling houdt in dat zolang de in het verleden afgesproken rente een zakelijk karakter draagt en deze ook daadwerkelijk jaarlijks betaald is, er bij overlijden van de schenker geen erfbelasting verschuldigd zal zijn over de schuldigerkenningen.