Welke soorten winkels zijn er

Soorten winkels

Wanneer consumenten een onbekende winkel binnenlopen, vormen ze al snel een indruk van de soort winkel waarin ze zijn beland. In grote lijnen baseren de meeste consumenten hun oordeel op drie factoren, namelijk:

  • Het assortiment (diepte, breedte, producten en merken);
  • Het prijsniveau (marges, aanbiedingen en kortingen);
  • De service (personeel, bezorgdienst en parkeergelegenheid).

Dezelfde factoren worden gebruikt om winkels in te delen in verschillende typen, met elk een unieke marketingstrategie. Zie hieronder het overzicht.

Welke soorten winkels zijn er?

Speciaalzaak

Speciaalzaken hebben een smal assortiment met weinig productgroepen. Het assortiment is echter wel diep; per productgroep zijn er veel merken, modellen en uitvoeringen verkrijgbaar. Denk hierbij bijvoorbeeld aan modezaken en kaaswinkels. Klanten hebben een ruime keus in het assortiment en persoonlijk contact en deskundig advies worden over het algemeen op prijs gesteld. De prijzen en winstmarges zijn over het algemeen hoog maar deze worden gecompenseerd met een relatief uitgebreide service, goede bediening, deskundigheid en een prettige winkelsfeer.

Buurtwinkel

Buurtwinkels zijn vrij klein en bieden voornamelijk gemaksproducten aan die de dagelijkse levensbehoeften voorzien. Het assortiment vormt een aanvulling op de boodschappen van de consument.

Supermarkt

Supermarkten hebben een breed en redelijk diep assortiment levensmiddelen voor een acceptabele prijs. Dit assortiment wordt aangevuld met een smal en ondiep assortiment non-food artikelen (zoals verzorgingsproducten). Voor dit winkeltype is parallellisatie kenmerkend. Er zijn kassa's bij de uitgang, maar bij de versafdelingen (kaas, brood en vlees) worden de klanten persoonlijk geholpen. Vaak zijn er relatief weinig parkeerplaatsen, maar is er wel een goede bereikbaarheid.

Discounter

Een discounter is een verkoopzaak met een beperkt en ondiep assortiment van voordelige artikelen. De winkels zijn simpel ingericht en liggen vaak buiten grote winkelcentra. De lage prijzen zijn mogelijk door lage exploitatiekosten, een hoge omloopsnelheid en lage marges. Twee voorbeelden van een discounter zijn de Wibra en Zeeman.

Warenhuis

Warenhuizen zijn grote winkels die gevestigd zijn in stadscentra. Ze bevatten producten uit minimaal acht branches en hiermee is hun assortiment vrij breed en diep. De producten worden gepresenteerd in sfeervolle afdelingen waar apart kan worden afgerekend. Er is vaak een hoge mate van zelfbediening. Veel warenhuizen hebben een ingebouwd restaurant. Een voorbeeld van een warenhuis is de Bijenkorf. Een variant met een minder diep assortiment wordt een buurtwarenhuis genoemd (voorbeeld: Hema). Deze voert een beperkt assortiment levensmiddelen die een hoge omloopsnelheid hebben. Dit soort winkels zien er vaak eenvoudig maar professioneel uit.

Zelfbedieningswarenhuis

Een kruising tussen een warenhuis en een supermarkt wordt een zelfbedieningswarenhuis genoemd. Deze zijn vaak gevestigd in buitenwijken met een ruime parkeergelegenheid. Ze voeren een breed en diep assortiment, dat voor een groot deel bestaat uit duurzame consumptiegoederen en non-foodproducten. Deze levensmiddelen vormen een belangrijke ondersteunende rol bij het aantrekken van klanten.

Verkoop buiten de winkels

Hierboven zijn de soorten winkels beschreven, maar binnen de detailhandel zijn er meerdere verkoopvormen. Denk hierbij aan postorderbedrijven, de ambulante handel (markthandelaren, straathandelaren, venters, telefonische verkoop en huis-aan-huisverkoop), netwerkmarketing, direct selling (directe verkoop en thuisverkoop waarbij vaak feestjes worden georganiseerd) en de verkoop via internet.