Hoe verloopt een juridische incasso procedure
Als ondernemer moet je soms lang wachten op je geld. Of de klant is niet bereid te betalen. Dan kan het noodzakelijk zijn een vordering aanhangig te maken bij de rechtbank. Het is verstandig vooraf te (laten) beoordelen of het aanhangig maken van zo een procedure zinvol is. Denk daarbij aan de afweging tussen kosten en baten. Het is mogelijk deze stappen zelf te nemen. je bent immers niet verplicht een juridisch adviseur of advocaat mee te nemen naar het kantongerecht. Als je het uit handen geeft komt je voor kleine bedragen veelal terecht bij een incassobureau. Een incassobureau kan uw zaak behandelen vanaf het moment dat de herinneringsfacturen worden verstuurd. Daarna zal de dagvaarding worden uitgebracht en het vonnis worden geëxecuteerd. Hieronder staat uitgelegd hoe de juridische incassoprocedure werkt en wat je staat te wachten bij het Kantongerecht en de Rechtbank.
Het kantongerecht en het incasso bureau
Vorderingen die inclusief rente en kosten beneden de € 5.000,00 blijven, moeten aan de kantonrechter worden voorgelegd.
Deze kantongerecht procedure is vaak simpel en goedkoop. De kosten die een rechtbank in rekening brengt voor de behandeling van een zaak worden griffierechten genoemd. Het griffierecht is een heffing (leges) die door partijen betaald moet worden voor een procedure. Het wordt ook wel aangeduid als vast recht.
Het griffierecht moet vooraf betaald worden aan het gerecht waar de zaak dient. Het wordt niet geheven in strafzaken.
Griffierecht bij het Kantongerecht
Tarieven overzicht griffierecht bij de Kantonrechtbank (per 1 februari 2008.) Bij het kantongerecht betaalt alleen de eiser of de verzoeker (degene die het proces start) griffierecht. De verweerder betaalt niets. Geschillen met geldelijk belang:
- tot € 91,- € 61,-
- van € 91,- tot € 453,- € 90,-
- van € 453,- tot € 1.361,- € 153,-
- van € 1.361,- tot € 4.538,- € 201,-
Vorderingen boven de € 5.000,00 moeten aan de rechtbank worden voorgelegd. Hierbij is wel een procureurstelling verplicht.
Griffierecht bij de rechtbank
Bij een procedure bij de rechtbank betalen zowel de eiser (of verzoeker) als verweerder (of gedaagde) griffierechten. Over het algemeen betalen beiden hetzelfde bedrag. Bij vorderingen boven de € 45.831,- betaalt de gedaagde minder.
Soort zaak griffierecht
- Geschillen met een geldelijk belang van € 4.538,- tot € 11.345,- € 288,-
- Geschillen met een geldelijk belang van € 11.345,- en hoger 2,2% van de geldsom
- Zaken waarin een dagvaarding in vrijwaring wordt gedaan 2,2% van de achterliggende vordering
- Vordering tot onteigening 2,2% van de schadeloosstelling
- Andere zaken: € 241,-
* Er gelden maxima, die voor eiser en verweerder kunnen verschillen. * De verweerder betaalt in kort geding altijd € 205,-. Voor de eiser gelden de andere tarieven.
Het nationaal incassobureau en De Dagvaarding
Elke dagvaarding is anders, maar als vuistregel geldt dat een dagvaarding de volgende onderdelen bevat: In de opgestelde dagvaarding wordt aan de rechter gevraagd om de tegenpartij te veroordelen tot het betalen van de hoofdsom, de buitengerechtelijke incassokosten en de rente. Daarbij wordt ook aan de rechter gevraagd om de tegenpartij te veroordelen in de kosten van de procedure, zoals griffierecht, salaris gemachtigde en de kosten van de deurwaarder.
Conclusie-wisseling
Nadat de dagvaarding is uitgebracht krijgt de tegenpartij de gelegenheid om op de dagvaarding te antwoorden, men noemt dit concluderen. Bij de Rechtbank moet dit verplicht schriftelijk door een advocaat geschieden. Bij de kantonrechter kan dit eventueel ook mondeling, maar in verreweg de meeste gevallen gebeurt het ook daar schriftelijk.
Bij de kantonrechter mag de tegenpartij zelf het antwoord op de dagvaarding geven. Na deze zogenaamde conclusie van antwoord zijn krijgt u de gelegenheid om door middel van de conclusie van dupliek te reageren. Daarna krijgt de tegenpartij de gelegenheid om daar weer door middel van de conclusie van dupliek te antwoorden. In de meeste gevallen volgt na de conclusie wisselingen de uitspraak van de rechter. Het kan echter ook zijn dat er volgens de rechter nog een zitting nodig is waar beide partijen in persoon verschijnen (zgn. “comparitie”) of dat er nog nadere conclusies of een verhoor van getuigen nodig zal zijn.
Vonnis
Door middel van een vonnis geeft de rechter een uitspraak. In het vonnis geeft de rechter aan wie er gelijk heeft en hoeveel de tegenpartij eventueel moet betalen. Daarbij geeft de rechter ook aan wie in de kosten van de procedure (zie boven) wordt veroordeeld. De hoofdregel is dat de verliezende partij alle kosten (d.w.z. zijn eigen kosten en die van de tegenpartij) moet betalen.
Wanneer een partij niet voor 100% gelijk krijgt gebeurt het ook regelmatig dat de rechter de proceskosten compenseert, dat wil zeggen over de beide partijen verdeelt. Het salaris van de gemachtigde en de buitengerechtelijke incassokosten worden door de rechter vastgesteld. Deze kosten moeten door de in de proceskosten veroordeelde partij worden voldaan.
Executie door het incasso bureau
De tenuitvoerlegging (executie) van het vonnis moet in beginsel door een gerechtsdeurwaarder geschieden. Ter beperking van de kosten is het verstandig contact op te (laten) nemen met de tegenpartij en proberen te bewegen om alsnog vrijwillig aan het vonnis te voldoen. Levert dit geen resultaat op, dan kunt u met het vonnis naar de deurwaarder en dan voert deze het vonnis uit. Er kan besloten worden tot het leggen van (loon)beslag of het aanvragen van een faillissement. Alle met de executie gepaard gaande kosten komen voor rekening van de tegenpartij.
Handige links
Bronvermelding
Het Nederlandse ministerie van Justitie,
Het kantongerecht in Enschede.