Hoe inbrengen van een onderneming in een besloten vennootschap ( BV )
Inleiding
Een ondernemer kan zijn IB-onderneming inbrengen in een nieuwe of bestaande BV. Door het inbrengen is er sprake van een staking van de IB-onderneming.
Hoe inbrengen van een onderneming in een besloten vennootschap ( BV )
Er zijn twee manieren om een IB-onderneming in te brengen in een BV:
- Ruisende overgang
- Geruisloze overgang
Het grote verschil tussen beiden is het al dan niet afrekenen over de stille reserves.
Ruisende overgang
Bij een ruisende overgang wordt er gelijk afgerekend met de fiscus. De IB-onderneming wordt gestaakt en over de aanwezige meerwaardes/ stille reserves en goodwill wordt afgerekend.
Het voordeel van de ruisende overgang is dat de aanwezige bedrijfsmiddelen zoals gebouwen en machines tegen de werkelijke waarde ingebracht worden en er dus ook over de werkelijke waarde afgeschreven kan worden.
Het nadeel van de ruisende overgang kan de liquiditeitspositie zijn. Stel dat er afgerekend moet worden over een meerwaarde van € 200.000 van het pand, terwijl het pand gewoon meegaat in de BV. Deze overwinst is op papier wel aanwezig, maar niet in geld op voorraad. Doordat er wel afgerekend moet worden, kan er dus een liquiditeitstekort ontstaan.
Om deze problematiek op te vangen is er een faciliteit: de geruisloze overgang.
Geruisloze overgang
De geruisloze overgang is een doorschuiffaciliteit. Dat wil zeggen: een overgang zonder afdracht van inkomstenbelasting. De belastingclaim over de meerwaarden en goodwill worden doorgeschoven naar de BV. De inkomstenbelastingclaim wordt hierbij omgezet in een vennootschapsbelastingclaim.
De activa en passiva moeten tegen dezelfde ‘oude’ boekwaarden worden ingebracht.
Er zijn wel twee voorwaarden waar aan voldaan moet worden:
- De oprichters(in geval van VOF, maatschap of CV) moeten geheel of bijna geheel in dezelfde verhouding gerechtigd zijn tot het vermogen van de BV zoals van de omgezette onderneming.
- Voor het toepassen van deze faciliteit moet toestemming verkregen worden.
Doordat de ‘oude’ boekwaarden worden ingebracht, zullen de stille reserves en goodwill niet op de fiscale balans komen te staan. Dit betekend dat er dus ook niet afgeschreven kan worden over deze posten => minder kosten dus meer winst => meer vennootschapsbelasting verschuldigd. De commerciële balans dient wel geherwaardeerd te worden.
Standaardvoorwaarden
Om oneigenlijke constructies tegen te gaan kent de faciliteit van geruisloze overgang enkele standaardvoorwaarden:
- Drie jaar vervreemdingsverbod; De aandelen mogen drie jaar niet vervreemd worden. Hiermee wordt voorkomen dat de overgangsfaciliteit oneigenlijk gebruikt wordt.
- Uit te geven aandelenkapitaal; Het uit te geven aandelenkapitaal moet worden geplaatst en volgestort.
- Verbod op commerciële herwaardering; er mag niet commercieel geherwaardeerd te worden voor de verkrijgingspijs van de aandelen. Er is immers ingebracht tegen de fiscale boekwaardes.
- Creditering beperkt tot 5%; afrondingscreditering.
Geruisloze overgang of een ruisende overgang
Van welke variant het beste gekozen kan worden is per situatie verschillend. Het meest belangrijkste punt is wel de hoogte van de aanwezige stille reserves en goodwill. De geruisloze inbreng kent meer beperkingen, maar bied wel uitkomst tegen een liquiditeitstekort. De ruisende inbreng kent eigenlijk geen beperkingen, maar er moet wel gelijk afgerekend worden.