BTW en export van diensten

Inleiding

De Omzetbelasting (BTW) is een belasting met een apart karakter. Dit wordt veroorzaakt door een sterk casuïstische inslag. Doordat er op bijna elke regel een uitzondering is, wordt de overzichtelijkheid niet bevorderd.

Hoofdregel

De hoofdregel is: dat de omzetbelasting uiteindelijk drukt op de eindconsument( lees: particulier)

Regeling per 1-1-2010

Per 1 januari 2010 werd er een nieuwe regeling van kracht op het gebied van de diensten. De reden hiervoor was het sterk gestegen aandeel van internetdiensten. De problematiek doet zich dan voor waar de plaats van levering/dienst plaats vindt.

Fixatie

Om aan de situatie een eind te maken, werd in EU-verband besloten om dit bij de afnemer van de dienst te fixeren. Aangezien deze regeling onder grote tijdsdruk tot stand kwam, zijn bepaalde kwesties onopgelost gebleven. Nederland loopt in Europa voorop op het gebied van E-fakturering. De vraag is in hoeverre dit in de overige landen wordt geaccepteerd.

Regels en uitzonderingen

Wanneer een ondernemer binnen Nederland diensten verleent aan een klant, dan dient meestal 19% BTW in rekening gebracht te worden. Maar hoe zit het met de BTW indien voor een in het buitenland gevestigd bedrijf diensten worden verricht ?

Stel u bent een (omzet)belastingplichtige ondernemer en levert diensten aan klanten in andere EU-landen. Hierbij kunnen we de volgende situatie onderscheiden:

  • Is de buitenlandse klant een particulier: U brengt dan de Nederlandse BTW in rekening. (Hoofdregel)
  • Is de buitenlandse klant een ondernemer: U brengt dan geen Nederlandse BTW in rekening.

De buitenlandse ondernemer/afnemer berekent zelf de BTW en betaalt dit in eigen land af. Uiteraard tegen het voor hem geldende nationale tarief.

Dit heet een intracommunautaire dienst. Daarnaast kennen we de intracommunautaire levering (van goederen). Samen vormen ze de intracommunautaire prestaties (CPI).

Stappenplan

Het navolgende stappenplan geeft aan hoe u de dienst aan de buitenlandse ondernemer in rekening brengt:

  • Stuur een factuur zonder BTW waarop u vermeldt: 'BTW verlegd';
  • Geef deze dienst aan in de BTW-aangifte.( Totaalbedrag van alle diensten);
  • Daarnaast geeft u deze dienst op in de 'Opgaaf intracommunautaire prestaties'.(Gespecificeerd per ondernemer/afnemer).

Twee aparte aangiften

U doet dus twee aangiften:

  • De BTW-aangifte;
  • De ICP-aangifte.

In de ICP-aangifte staan de bedragen per ondernemer, per tijdvak, vermeldt. Het totaalbedrag van deze opgave moet gelijk zijn aan het bedrag dat u bij de BTW-aangifte heeft vermeldt.

Controle

Controleer dit voordat u de aangifte verstuurt. U krijgt het formulier anders van de Belastingdienst retour met de mededeling dat de tellingen niet juist zijn. Nauwkeurigheid is zeker van belang als de aangifte tijdvakken niet gelijk zijn. Bijvoorbeeld moet u BTW-aangifte doen per kwartaal en ICP-aangifte per maand.

Wat is een Opgaaf intracommunautaire prestaties?

Naast de BTW-aangifte moet vanaf januari 2010 ook de Opgaaf intracommunautaire prestaties gedaan worden. Dit vervangt de zogenaamde Opgaaf intracommunautaire leveringen. Op de opgaaf intracommunautaire prestaties vult u alle geleverde goederen én diensten in die u in andere EU-landen hebt geleverd aan BTW-plichtige ondernemers.

Belastingsite

De opgaaf ICP vindt u op het beveiligde gedeelte van de site van de Belastingdienst onder 'Overige formulieren'. Het totaal van de Opgaaf ICP moet gelijk zijn aan het bedrag dat u over dezelfde periode invult in uw btw-aangifte bij Rubriek 3b 'Leveringen naar/diensten in landen binnen.

Samenvatting

Als u diensten aan andere EU-landen levert, dan bent u vanaf 1 januari 2010 verplicht om deze diensten apart aan te geven via een zogenaamde ICP-aangifte.

Lees ook

Gebruik het BTW-tarief om voordelig te shoppen in Europa

Bron

MKBservicedesk.nl