Diabetes bij kinderen
Diabetus mellitus
Diabetes mellitus staat beter bekend onder de naam ‘suikerziekte’.De letterlijke vertaling van diabetes mellitus is ‘zoete doorgang’. Dit werd zo genoemd omdat men door de urine te proeven kon vaststellen dat iemand diabetes had. In het oude Egypte werden er al gevallen opgetekend over mensen die met deze ziekte te maken kregen. In onze eeuw neemt het aantal mensen met diabetes explosief toe. Er wordt geschat dat er momenteel in Europa en de VS 50 miljoen mensen zijn met diabetes. In het jaar 2000 waren er 177 miljoen mensen met diabetes type 2 en er wordt verwacht dat het aantal in 2025 zal zijn gegroeid tot 300 miljoen. Bijna een verdubbeling dus.
Twee vormen diabetes
Bij diabetes mellitus verdelen we de patiënten in twee groepen: de mensen met diabetes type I en met diabetes type II. Bij diabetes type II spreken we ook wel van ouderdomsdiabetes. Het komt ook voor dat vrouwen tijdens de zwangerschap hiermee te maken krijgen. Overgewicht speelt ook een rol. Diabetes type II kan behandeld worden met medicatie. Diabetes type I moet worden behandeld door het toedienen van insuline. Dat gebeurt met injecties. Het verschil tussen type I en type II zit hem in het feit dat er bij type II nog wel en bij type I geen insuline wordt aangemaakt door het lichaam. Insuline wordt gemaakt door de Eilandjes van Langerhans die zich in het pancreas oftewel de alvleesklier bevinden. Bij type II wordt nog wel insuline aangemaakt, maar die is niet sterk genoeg om de suikers uit de voeding te verwerken. De werking wordt dan versterkt met tabletten en prikken is dus niet nodig. Bij type I wordt er zoals gezegd helemaal geen insuline geproduceerd. Dat komt doordat de cellen in het pancreas zijn vernietigd door een auto-immuniteitsproces. Dat wil zeggen dat de eigen lichaamscellen elkaar aanvallen. In die gevallen moet insuline van buitenaf worden toegediend.
Kind en diabetes
Als een kind diabeet wordt is dat altijd type I. Dat betekent dat het leven drastisch verandert na de diagnose. Soms gaan kinderen nog niet eens naar school als er diabetes wordt vastgesteld. Vroeger mocht er geen suiker meer worden geconsumeerd en het kind kreeg zeven of acht keer per dag iets te eten. Bovendien moest alle voeding worden gewogen of afgemeten. Worteltjes en andere groenten mochten worden gegeven als tussendoortje. Bij het opstaan werd er insuline geprikt met een glazen spuit met zuiger en opzetnaald en die moest elke keer voor gebruik worden uitgekookt. Gelukkig is er een hoop veranderd in de loop der jaren. Tegenwoordig bepaalt een diabeet zijn of haar bloedsuiker door een druppeltje bloed op een teststrip te doen. Dat wordt in de glucosemeter gedaan en een minuut later kan men de waarde aflezen. Aan de hand van die waarde wordt bepaald of en hoeveel insuline er wordt toegediend. Een bloedsuiker van rond de zes is keurig. Is de uitslag lager dan kan een zogenaamd 'hypoglycemisch coma' optreden. Daardoor kan de patiënt bewusteloos raken en dus moet er zo spoedig mogelijk glucose worden toegediend. Dat kan in de vorm van druivensuiker maar als dat niet voorhanden is kan ook snoepgoed of zoete limonade worden gegeven. Is hij of zij weer aanspreekbaar dan moet er het liefst nog iets met koolhydraten worden gegeten om te voorkomen dat de glucosespiegel weer snel daalt. Een boterham met kaas is een prima optie in een dergelijk geval. Het prikken van insuline gaat tegenwoordig met een insuline-pen. Het apparaat heeft de vorm van een vulpen en wordt gevuld met insuline. Door aan de achterkant te draaien kan men de hoeveelheid instellen en het prikken gaat vrij gemakkelijk.
Bloedsuikerwaarden zijn van essentieel belang
Voor een kind is leven met diabetes best moeilijk. De ouders moeten steeds opletten of de glucosewaarden niet te hoog of te laag zijn. Lichamlijke inspanning is van invloed op de waarden, dus ook hierbij moet het kind goed in de gaten gehouden worden. Er moet op tijd bloed en insuline geprikt worden. Controle door een kinderarts is belangrijk. Ook wordt de oogarts ingeschakeld voor controle van de ogen. Regelmaat is essentieel om de waarden zo stabiel mogelijk te houden. Jammer genoeg hebben kinderen vooral in de puberteit de neiging om slordig om te springen met de regels. Dat kan vervelende gevolgen hebben. De kleine vaten in ogen en tenen kunnen hierdoor achteruit gaan. Op latere leeftijd kan dit complicaties met het zien als gevolg hebben.
Tot slot
Als u of iemand uit uw omgeving te maken krijgt met diabetes, hetzij bij een kind, hetzij bij een volwassene, dan is het raadzaam om lid te worden van de DVN, Diabetes Vereniging Nederland. Deze vereniging kan u met raad en daad bijstaan om zo goed mogelijk met diabetes om te gaan. Het adres van de site is: www.dvn.nl Als u lid bent krijgt u regelmatig een nieuwsbrief en u kunt met alle vragen bij hen terecht. Ook op www.diabeter.nl kunt u antwoorden vinden op uw vragen over diabetes bij kinderen en jong-volwassenen.