Hartritmestoornis en de zorg ervan
Hartritmestoornis
Hartritmestoornissen zijn niet fijn. Dit is een aandoening waarbij je hart te snel of te langzaam kloppen. Hieronder kun je lezen wat het met je doet, wat je er aan kan doen en wat je kan laten doen.
Het Hart
Het hart bestaat uit vier holtes: twee boezems en twee kamers, verdeeld in links en rechts. Een boezem wordt ook wel atrium genoemd en een kamer wordt ook wel ventrikel genoemd. De vier holtes lopen gedurende een hartslag vol met bloed en pompen het daarna weer weg. Zo blijft de bloedsomloop aan de gang. In normale toestand gebeurd dit ongeveer zestig tot zeventig keer op minuut. Bij inspanning kan dit oplopen tot wel 160 tot 180 keer per minuut. Om de holtes samen te knijpen krijgt het hart een elektrische impuls uit de sinusknoop. Dat is een klein regelcentrum in de rechterboezem. Die elektrische impuls gaat eerst naar de boezem en daarna via da AV-knoop en het geleidingssysteem door naar de kamers. De boezems en de kamers zijn elektrisch van elkaar geïsoleerd: de stroom loopt dus altijd via de AV-knoop van de boezems naar de kamers.
Ritmestoornis
Er kan ook een ritmestoornis ontstaan. Dan is er iets aan de hand met het ritme of het tempo waarin het hart pompt. Het hart kan dan te snel of te langzaam kloppen. Als het hart te snel klopt wordt er gesproken van een tachycardie. Als het hart te langzaam klopt wordt er gesproken van een bradycardie. Er zijn verschillende medicijnen om hartritmestoornissen tegen te gaan. Ook zijn er twee verschillende apparaatjes die bij patiënten kunnen worden geïmplanteerd. Dit zijn de implanteerbare cardioverter defibrillator (ICD) en de pacemaker. Als er een ICD bij een patiënt wordt geïmplanteerd betekend dit dat een patiënt een te snel hartritme heeft (vooral kamerfibrilleren). Bij een pacemaker betekend het dat de sinusknoop of de AV-knoop niet goed werkt. Het kan ook zijn dat de boezems te snelle ritmes vertonen (boezemfibrilleren). Een pacemaker bewaakt het hart en stuurt het bij, maar bij een levensbedreigende situatie kan het niet ingrijpen. In dit geval wordt er een ICD geplaatst.
Sinusknoop
Normaal gesproken ontstaat de elektrische impuls in de sinusknoop, Dat ligt hoog in de rechterboezem. Er komen wel twee afwijkingen voor:
- De sinusknoop geeft niet vaak genoeg een impuls af, waardoor de hartslag te laag is, er te weinig zuurstof in het lichaam komt, en u moe, duizelig of kortademig wordt. Dit is een vorm van bradycardie.
- De sinusknoop reageert niet op de behoeften van het lichaam, de hoeveelheid impulsen staat niet in verhouding tot de rust of de inspanning; de hartslag kan te langzaam of te snel gaan. Dit proces wordt het sick sinus-syndroom genoemd.
Het lichaam probeert het eerst zelf op te lossen. Als de sinusknoop niet goed functioneert, gaat de AV-knoop eigen impulsen maken voor de kamers. Alleen daalt het ritme dan tot 40 a 50 slagen.
AV-knoop
De ritmestoornis kan ook in de AV-knoop ontstaan. Het gevold is dat de kamers niet vaak genoeg samentrekken. Dat levert bradycardie op. Dit veroorzaakt weer te weinig zuurstof, benauwdheid, duizeligheid, moeheid, en kortademigheid. Een ritmestoornis aan de AV-knoop wordt ook wel een AV-blok genoemd. Een AV-knoop kan totaal zijn, dat betekend dat er helemaal geen elektriciteit meer van de boezems naar de kamers gaat.
Je hebt verschillende oplossingen voor hartritmestoornissen. Pacemakers is hier een voorbeeld van. Je kunt hierover verder lezen in het artikel Pacemakers.