Informatie over longkanker
Algemene informatie longkanker
Longkanker is één van de meest voorkomende vormen van kanker. Per jaar sterven ongeveer 10.000 mensen aan deze vorm van kanker. De belangrijkste risicofactor is roken. Ongeveer 10% van de rokers krijgt longkanker. Andere oorzaken van longkanker zijn de blootstelling aan bijvoorbeeld asbest en zware metalen die ingeademd worden maar ook passief roken. Longkanker veroorzaakt door asbest wordt longvlieskanker of borstvlieskanker genoemd. Vroeger werden mensen vaker blootgesteld aan asbest. Nu zijn de gevolgen bekend. Het is met deze vorm zo dat 40 jaar later pas een tumor kan openbaren. Longkanker ontwikkelt zich in de kleinste vertakkingen van de luchtwegen: de bronchiën.
Er bestaan twee soorten kanker: kleincellige- en niet kleincellige longkanker. Kleincellige longkanker komt het meest voor bij rokers. Kleincellige longkanker komt voor in het slijm van de bronchiën en verspreidt zich snel door het gehele lichaam. Niet kleincellige longkanker komt vaak in de kleine bronchiën voor. Operatief verwijderen van de tumor is mogelijk en het is belangrijk dat er geen uitzaaiingen zijn.
Longkanker is niet erfelijk. Het komt in sommige families wel vaker voor maar het betekent niet dat het van ouders op kind is overgegaan. Het kan ook veroorzaakt worden door bepaalde leefgewoonten in een gezin zoals roken. De prognose voor longkanker is meestal ongunstig en dit komt doordat de ziekte vaak in een laat stadium ontdekt wordt. In het eerste jaar overlijdt maar liefst 80% en de kans om de ziekte daadwerkelijk te overleven is maar 10%.
Bij longkanker onderscheiden we kleincellige en niet kleincellige longkanker. Kleincellige longkanker komt vaak voor bij rokers. Het wordt door het slijm in de bronchiën snel door het hele lichaam verspreidt.
Het nadeel van kleincellige longkanker is dat het vaak al uitgezaaid is, voordat er klachten ontstaan. Hierdoor is opereren vaak zinloos en wordt de kleincellige longkanker behandeld met chemotherapie en bestraling om de ziekte te remmen. Klachten die als gevolg van de tumor ontstaan zijn: hoesten, kortademigheid, het ophoesten van bloed, benauwdheid en regelmatig ontsteking van de luchtwegen. Klachten als gevolg van uitzaaiingen kunnen heel divers zijn zoals vergrote lympfklieren, pijn borstkast, slikklachten maar ook botpijn, hoofdpijn of bijvoorbeeld geelzucht.
Als er inderdaad sprake is van kleincellige longkanker dan volgen vele onderzoeken. Naast de CT-scan, skeletscan, bloedonderzoek ook een laboratoriumonderzoek. Uit het onderzoek moet blijken of er sprake is van een beperkte of uitgebreide ziekte. Bij beperkte ziekte is het mogelijk om de tumor te verwijderen en een behandeling met chemotherapie te ondergaan. Is een operatie niet mogelijk dan wordt gestart met chemotherapie gevolgd door bestraling.
Symptomen longkanker
Bij een groot aantal mensen wordt longkanker vastgesteld zonder dat er duidelijke symptomen aanwezig zijn. De symptomen zijn afhankelijk van de grootte van de tumor, de plaats en of er uitzaaiingen zijn. De laatste jaren stijgt het aantal vrouwen dat aan longkanker overlijdt sterk. Bij de mannen is er juist een daling te zien. Vrouwen zijn pas later gaan roken, waardoor het gevolg nu zichtbaar wordt. Longkanker kunnen we onderverdelen in 2 groepen: kleincellig en niet-kleincellig. Kleincellige longkanker is vrijwel altijd al uitgezaaid en de kans op genezing is heel klein. Bij niet-kleincellige longkanker is het soms nog mogelijk om het tumor operatief te verwijderen zonder dat er uitzaaiingen zijn. Kleincellige longkanker wordt in ongeveer 20% van de gevallen vastgesteld.
Mensen met longkanker hebben vaak al een lange tijd vage klachten. Toch wordt bij deze klachten niet gelijk aan longkanker gedacht, waardoor men vaak te laat een huisarts bezoekt. Vroege herkenning is mogelijk, wanneer regelmatig op verdachte tekenen wordt gelet en als er verschillende onderzoeksmethoden worden gecombineerd. In het begin is het tumor misschien zo klein , dat er geen schaduw te zien is op het röntgenscherm. Met behulp van een catheter of speciale sonde wordt er een speciale vloeistof in de bronchiën geblazen. Of er wordt een bronchoscopie verricht.
Er zijn symptomen die kunnen wijzen op longkanker: langdurige kriebelhoest, bloed in opgehoest slijm, pijn op de borst, heesheid, kortademigheid, slechte conditie, vermoeidheid, gebrek aan eetlust, pijn met slikken, veranderend hoestpatroon; houdt een hoest langer dan 4 weken aan, ga dan altijd naar de huisarts, trommelstokvingers; vergrote vingertoppen en veranderde hoek van de nagels bij het nagelbed. Deze symptomen kunnen uiteraard een andere oorzaak hebben. Heeft u een aantal van deze symptomen en langdurig gerookt, laat uw longen dan nakijken. Feit is wel: hoe eerder het wordt ontdekt, des te groter is de kans op een goede behandeling.
Behandeling longkanker
De prognose van longkanker is niet gunstig tenzij de tumor nog niet is uitgezaaid. Het is dan nog mogelijk om een operatie uit te voeren waarbij een gedeelte van de long wordt weggehaald. Opereren bij uitzaaiingen is zinloos. Een ander woord voor uitzaaiingen is metastasen. Er zijn twee soorten longkanker namelijk kleincellig en niet kleincellig. Het type kleincellig is de meest agressieve vorm omdat er bijna altijd uitzaaiingen aanwezig zijn.
Het is dus belangrijk om vast te stellen of er uitzaaiingen zijn. Belangrijke onderzoeken zijn de longfoto, en CT scan, onderzoek skelet en een bronchoscopie. Met een CT-scan wordt als het ware een dwarsdoorsneden van uw lichaam gemaakt. Met de CT-scan kan beoordeeld worden waar de tumor zit, hoe groot de tumor is en of er nog meer afwijkingen zijn. Bij bronchoscopie wordt met een flexible kijker, de bronchoscoop, de luchtwegen bekeken en eventueel een stukje longweefsel weggenomen. Lukt het niet om met een CT-scan kanker vast te stellen dan kan men ook een Pet-scan ondergaan. Met de Pet-scan kan verandering in de stofwisseling van cellen in beeld worden gebrachtmet behulp van en kleine hoeveelheid radioactieve stof en en speciale scanner.
Bij longkanker kunnen er uitzaaiingen in de lymfklieren zitten. De uitzaaiingen kunnen ook plaatsvinden via de bloedbaan naar verschillende organen zoals botten en hersenen. De symptomen zijn dan onder andere botpijn, botbreuken, hoofdpijn en aandoeningen van het zenuwstelsel.
Vroege herkenning is belangrijk bij de behandeling van longkanker. Het is dus heel belangrijk om bepaalde symptomen in de gaten te houden. Hoe eerder het wordt ontdekt, des te groter is de kans op een goede behandeling.
Er zijn verschillende methodes om longkanker te behandelen. Opereren, bestralen, chemotherapie en endobronchiale therapie. Opereren is vaak alleen mogelijk bij een niet kleincellige tumor. Een operatie bij longkanker heeft alleen zin als de hele tumor verwijderd kan worden. Verder is het ook zo dat de conditie van de patiënt goed moet zijn. Het is een zware ingreep waarbij een gedeelte en soms zelfs een hele long verwijderd moet worden. De operatie wordt dus uitgevoerd als de long- en hartfunctie goed is. Voor bepaalde tumoren geldt dat er eerst chemotherapie wordt gegeven voordat men met opereren begint. Na de operatie wordt bekeken of al het kwaadaardige weefsel is verwijderd. Als er toch nog kwaadaardige cellen worden gevonden dan volgt toch nog bestraling.
Bij chemotherapie wordt de kanker behandeld met celdodende of celdelingremmende medicijnen. De medicijnen worden toegediend per infuus, injectie of tabletten. De medicijnen verspreiden zich door het bloed naar de kankercellen. Radiotherapie is de behandeling van kanker door middel van straling. Het doel is om de kankercellen op een bepaalde plaats te doden. Bij endobronchiale therapie voert men met behulp van een bronchoscoop een behandeling uit in de luchtweg. Hierbij moet men denken aan een tumor verwijderen of wegbranden met electrische stroom of door laserlicht.