ALAT en ASAT als indicatoren voor een leveraandoening
Enzymen
In het lichaam komen zeer veel verschillende enzymen voor. ALAT en ASAT zijn twee van deze enzymen. Als de hoeveelheid van deze enzymen in het bloedserum verhoogd is, kan dit onder andere duiden op leverproblemen. De enzymen ALAT en ASAT zijn dan ook goed indicatoren voor de werking van de lever. Maar wat zijn ALAT en ASAT precies voor enzymen en hoe komt het dat zij kunnen aangeven of er sprake is van leverbeschadigingen?
Leverenzymen
Om te begrijpen hoe ALAT en ASAT leverproblemen kunnen aantonen, moet eerst duidelijk zijn wat ALAT en ASAT precies voor enzymen zijn.
ALAT
ALAT staat voor Alanine aminotransferase. ALAT speelt een rol in de omzetting van alanine. ALAT komt voornamelijk in het cytoplasma van de levercellen voor. ALAT komt ook voor in het cytoplasma van de cellen van het hart en de nieren. De hoeveelheid ALAT is in de hart- en niercellen echter veel kleiner dan in de levercellen.
ASAT
ASAT staat voor Aspartaat aminotransferase. ASAT speelt een rol in de omzetting van aspartaat. ASAT komt voor in het cytoplasma en de mitochondriën van onder andere lever-, hart-, nier en longcellen.
ASAT, ALAT en leveraandoeningen
Als er sprake is van een leveraandoening raken de levercellen beschadigd. Levercellen kunnen bijvoorbeeld sterven door een infectie of vergiftiging. Door deze beschadigingen van de levercellen komen de enzymen ALAT en ASAT vrij. Hoeveelheden van de enzymen ALAT en ASAT komen in de bloedbaan terecht. In het laboratorium kunnen deze enzymen in het bloedserum worden aangetoond.
ALAT en ASAT kunnen alleen grotere hoeveelheden in het bloedserum terechtkomen als er sprake is van beschadiging van bepaalde cellen in het lichaam. De aanwezigheid van ASAT en ALAT in het bloedserum wijst er dus op dat er sprake is van een aandoening. De enzymen ALAT en ASAT komen echter ook in andere lichaamscellen voor. Hoe kunnen artsen dan weten dat er sprake is van leverbeschadigingen en niet van hartproblemen of problemen met andere organen?
Om zeker te weten dat het om een leveraandoening gaat, wordt er onder andere gekeken naar de verhouding van ALAT en ASAT. ALAT komt voornamelijk in de levercellen voor. Als het hart beschadigd is, zal er wel een hoeveelheid ALAT vrijkomen maar er zal veel meer ASAT aanwezig zijn. Bij een leverbeschadiging zullen de hoeveelheden ALAT en ASAT veel dichter bij elkaar liggen. Om zekerheid te krijgen over de locatie van de beschadiging wordt er ook naar de mate van verhoging en de duur van de verhoging van ALAT en ASAT gekeken. Bovendien kunnen andere enzymen zoals melkzuurdehydrogenase (LDH) en alkalische fosfatase (AF) ook een indicatie geven van de aard en de locatie van het probleem.
Conclusie
De hoeveelheid van de enzymen ALAT en ASAT in het bloedserum is een goede indicator om leverproblemen vast te stellen. Ook kan de concentratie van ALAT en ASAT in het bloedserum een indicatie geven dat er ergens anders in het lichaam een probleem is. Het meten van de hoeveelheid ALAT en ASAT is relatief gemakkelijk. Doordat de locatie van het probleem beter vastgesteld kan worden, is vervolgonderzoek vaak efficiënter en kan de patiënt snel behandeld worden.