Waterpokken bij zwangerschap of bij de baby
Waterpokken bij zwangerschap
De waterpokken bij zwangerschap steken alleen maar de kop op als de zwangere vrouw nog nooit de waterpokken heeft gehad, of onvoldoende antistoffen in haar lichaam heeft. Maar dat risico is niet zo groot, omdat 95% van de westerse wereld en 90% van de hele wereld de waterpokken al voor het vijftiende levensjaar heeft doorgemaakt en voldoende antistoffen in het lichaam heeft. Maar als het toch zo ver komt, zijn de gevolgen behoorlijk ingrijpend.
Een zwangere vrouw die de waterpokken krijgt, loopt in eerste instantie zelf daarnaast kans op een middenoorontsteking, longontsteking of zelfs hersenontsteking. Tijdens een zwangerschap in de eerste twintig weken is het maar heel zelden dat een foetus daar wat van meekrijgt. Mocht dat toch het geval zijn, dan zijn de gevolgen vaak zeer ernstig. De besmette foetus kan ernstige afwijkingen daar aan overhouden. Bijvoorbeeld niet goed gevormde en zeer kleine ledematen, oogafwijkingen, huidafwijkingen of een waterhoofd. De foetus loopt ook gevaar dat het als baby dood wordt geboren. Gelukkig komt dit zelden voor.
Ook is het moeilijk als de waterpokken vijf dagen voor de bevalling of twee dagen daarna de kop opsteken. Dan kan het kind ook besmet worden met het waterpokvirus, omdat deze net als zijn moeder ook geen antistoffen in zijn lichaam heeft. Als zo’n kind niet adequaat wordt begeleidt tijdens de waterpokken, is de kans op sterfte van de baby dertig procent. Daarom worden zwangere ouders altijd uitgebreid op de hoogte gehouden van het verloop van een waterpokepidemie op kinderdagverblijf, peuterspeelzaal en basisschool.
Waterpokken bij een baby
In een gezin met meerdere kinderen is het goed mogelijk dat een pasgeboren baby ook besmet wordt door het waterpokkenvirus. Echter, de antistoffen van de moeder zitten nog in het kleine lichaampje en daardoor zal zo’n baby deze kinderziekte in een zeer milde vorm doormaken. Het nadeel is dat baby’s minder afweerstoffen tegen deze ziekte aanmaken, omdat ze die van hun moeder nog in hun bloed hebben zitten. Vaak krijgen deze zeer jonge kinderen op latere leeftijd alsnog de waterpokken, die zich dan hetzelfde ontwikkelt als bij kinderen die deze nog nooit hebben gehad.
Een ander verhaal is het als zwangere vrouwen de waterpokken krijgen, omdat ze die op jonge leeftijd niet gehad hebben. Als dit voor de twintigste week van de zwangerschap is, kan de besmette foetus met ernstige afwijkingen ter wereld komen. Als de moeder zo’n twee tot vijf dagen voor de bevalling besmet wordt met het waterpokvirus, loopt de nieuwgeboren baby ook de kans de waterpokken door te maken.
Baby’s kunnen nog niet zeggen wat ze mankeren en als ze waterpokken hebben, is de kans groot dat ze veel huilen. Ze hebben last van koorts en willen soms ook niet drinken. Ook krabben ze soms onbedoeld de blaasjes open en hebben over het algemeen veel last van jeuk. Toch is het zaak om in deze periode de baby zoveel mogelijk af te leiden, te laten slapen en serieus te nemen. Op een gegeven moment houden de klachten vanzelf op en knapt zo’n kindje binnen de kortste keren weer helemaal op.
Zie ook Wat zijn waterpokken