Stuitligging baby

Inleiding

Je bent zwanger en op een gegeven moment blijkt na een bezoek aan de verloskundige of de gynaecoloog dat de baby in een stuit ligt. Kan de baby dan in een stuit geboren worden of niet? Van alles over een stuitligging kun je lezen in dit artikel.

Stuitligging

In de eerste helft van de zwangerschap komt een stuitligging van de baby veel voor. De baby heeft dan nog alle ruimte om rond te draaien. Naarmate de zwangerschap vordert draaien veelal de meeste baby’s met het hoofd naar beneden. In veruit de meeste gevallen ligt de baby met het hoofdje naar beneden als de bevalling zich aandient. In een klein aantal gevallen kan het echter zo zijn dat de baby niet met het hoofdje naar beneden ligt, maar de andere kant op. Dit wordt een stuitligging genoemd. De ene stuitligging is de andere niet en er zijn verschillende stuitliggingen:

  • onvolkomen stuitligging: baby met benen naar boven net als het hoofd
  • volkomen stuitligging: een soort kleermakerszit van de baby
  • voetligging: baby ligt languit (hoofd boven/voeten beneden)
  • half onvolkomen stuitligging: been gebogen en been gestrekt.

Meer kans op stuitligging

Er zijn een aantal factoren waardoor de kans groter is dat uw baby in stuitligging ligt. Dit is onder andere het geval bij een afwijking van het kind, als u zwanger bent van een meerling of als de moederkoek voor de uitgang ligt. In de meeste gevallen ligt het kind in stuitligging en is er geen reden voor te vinden.

Draaien van de baby

Om de baby alsnog in de meest gebruikelijke positie te krijgen, dus met het hoofdje naar beneden, kan geprobeerd worden de baby te draaien. Dit zal des temeer geprobeerd worden omdat een stuitligging meer risico’s met zich kan brengen dan een gewone natuurlijke bevalling. Dit draaien van de baby gebeurt altijd in het ziekenhuis en zal zo plaatsvinden vanaf de 36ste week. Omdat er nogal druk wordt uitgeoefend op de buik kan dit nogal pijnlijk zijn. Soms lukt het, soms niet. Als de baby gedraaid wordt is het nog geen garantie dat hij of zij zo blijft liggen. Het kan zomaar zo zijn dat de baby toch weer terugdraait in een stuit. Het proberen te draaien van een baby kan overigens alleen maar indien u zwanger bent van één baby, bij een meerlingzwangerschap is dit niet mogelijk.

Bevalling of keizersnede

Na een gesprek met de gynaecoloog zal er gekozen worden voor een natuurlijke bevalling of een keizersnede. Ook als het een natuurlijke bevalling betreft zal deze, in het geval van een stuitligging, in het ziekenhuis moeten plaatsvinden. Een natuurlijke bevalling van een baby in stuitligging verloopt niet heel veel anders dan een bevalling waarbij het kind wel met zijn hoofdje naar beneden ligt. Het verschil is dat in stuitligging de billen of de beentjes als eerste naar buiten komt en dan het grootste gedeelte, het hoofd, nog geboren moet worden. Bij een gewone bevalling komt eerst het hoofdje en volgt de rest vanzelf. Een ander verschil is dat de harttonen van de baby gecontroleerd worden via een CTG, veelal via een elektrode op de bil van uw baby. Met deze handeling worden dan gelijk de vliezen gebroken en zal het kind snel geboren worden.

Nazorg stuitligging

Voor de moeder zijn er geen extra complicaties voor wat betreft een natuurlijke bevalling of een bevalling in stuitligging. Voor een baby is dat anders. Omdat bij een stuitligging de baby vastgehouden moet worden aan de beentjes of de billen bij de geboorte zal na de geboorte van de baby na een aantal maanden de heupen gecontroleerd worden. Dit gebeurt omdat er bij een stuitligging meer kans is op heupafwijkingen dan bij een normale bevalling. Dit onderzoek gebeurt via een röntgenfoto.