Wat is een impuls
Inleiding
In je lichaam vinden vele processen tegelijkertijd plaats. Zo bewegen je spieren op de juiste manier en reageer je op je omgeving. Ook je hartslag en ademhaling passen zich aan zonder dat je erbij stil staat. Al deze processen worden geregeld door het zenuwstelsel. Het zenuwstelsel maakt hierbij gebruik van impulsen, maar wat is een impuls precies?
Wat is een impuls
Impulsen zijn elektrische signalen die door zenuwen kunnen worden voortgeleid. Een impuls ontstaat onder invloed van een prikkel. Een prikkel kan van alles zijn, maar komt meestal voort uit het milieu. Voorbeelden van prikkels zijn geur, lichtstralen en geluid. Het zenuwstelsel verwerkt de prikkels uit het milieu met behulp van impulsen die door verschillende zenuwen naar de hersenen geleid worden. De hersenen geven vervolgens impulsen af die door andere zenuwen naar spieren of klieren gestuurd worden, hierdoor kun je reageren op een prikkel uit de omgeving.
Hoe verloopt een impuls over de zenuwcellen
Een zenuwcel in rust heeft een negatieve elektrische lading ten opzichte van het weefsel eromheen. Dit is ongeveer -70 millivolt. Alle zenuwcellen hebben dezelfde elektrische lading in rust.
Als er echter een impuls passeert verandert de negatieve lading naar een positieve lading van ongeveer +30 millivolt. Dit wordt de actiefase genoemd. Deze fase duurt maar 1 milliseconde. Hierna gaat de zenuwcel weer terug naar de lading in rust. Dit wordt de herstelfase genoemd en duurt ook ongeveer 1 milliseconde. De zenuwcel kan dan even geen impulsen verwerken.
Wil je meer weten over impulsen en hoe sterk deze zijn? Kijk dan verder in dit boek
Wat is de impulssterkte
De impulssterkte is de grootte van de verandering die optreedt in de lading. Bij de mens is deze impulssterkte van alle zenuwcellen gelijk, wat neerkomt op ongeveer 100 millivolt. Wel kan de frequentie van impulsen anders zijn. Bij een hard geluid worden er bijvoorbeeld 50 impulsen per seconde afgegeven, terwijl er bij een zacht geluid maar 10 impulsen per seconde worden afgegeven. Dit zijn puur hypothetische getallen, maar het is bedoeld om duidelijk te maken hoe je onderscheidt kunt maken tussen harde en zachte geluiden, maar ook tussen licht en donker.
De prikkeldrempel
Niet bij elke prikkel ontstaat er een impuls. De prikkel heeft een zogenaamde prikkeldrempel. Als de prikkelsterkte onder de prikkeldrempel ligt ontstaat er geen impuls. Ligt ie er wel boven dan ontstaat altijd een even sterke impuls. Dit wordt ook wel de alles-of-nietswet genoemd. Bij een sterke prikkel verandert alleen de frequentie van het aantal impulsen. Hoe sterker de prikkel, hoe hoger het aantal impulsen. De prikkeldrempel kan hoger worden door gewenning. Een voorbeeld daarvan is dat je je kleding na een tijdje niet meer op de huid voelt, ook het niet horen van verkeer langs je huis is hiervan een voorbeeld. Je kunt de prikkeldrempel ook verlagen. Dit heeft te maken met je motivatie. Wil je bijvoorbeeld spieken of fluisteren tijdens een toets, dan focus je heel erg en worden er sneller impulsen doorgegeven. Helaas heeft ook het gebruik van alcohol, tabak en sommige drugs gewenning ofwel verhoging van de prikkeldrempel tot gevolg. Hierdoor heb je steeds meer nodig om hetzelfde effect te bereiken als voorheen.
Verder lezen
Wil je meer weten over de bloedsomloop van de mens? Lees dan verder in; Hoe ziet de bloedsomloop van de mens eruit .
Wil je meer weten over het spijsverteringskanaal? Lees dan verder in; De bouw van het spijsverteringskanaal .