Wie verdient het
Wat verdient iemand
In het dagelijkse taalgebruik betekent de vraag ‘Wat verdient iemand?’ iets heel anders dan in de soms overdrachtelijke zin waarin het ook wordt gebruikt, in de vorm: Dat verdient hij niet! of Waaraan heb ik dat verdiend? Het ‘Wat verdient iemand?’ slaat of op iemands inkomen of op iemands straf. Het ‘Waaraan heb ik dat verdiend?’ is een retorische vraag die moet aangeven dat iemand vind dat het onterecht is wat hem overkomt. |
Verdienen
De meeste mensen vinden het begrip verdienen aangeven dat je iets gedaan hebt waarvoor je een beloning hoort te ontvangen. Dat wat je gedaan hebt kan heel divers zijn, van zoiets simpels als aardbeien plukken tot leiding geven aan de mensen die voor een multinational werken. Of van zorgen voor je zieke moeder tot het leidinggeven aan een wereldmacht.
Overigens kan de beloning die iemand verwacht voor zijn werkzaamheden heel erg verschillen.
Beloning of straf
De beloning die mensen verwachten voor hun activiteiten kan heel divers zijn, van een gesproken 'dank je wel' tot een percentage van de winst van het bedrijf bovenop het salaris dat iemand iedere maand ontvangt.
Maar we gebruiken het begrip verdienen ook in een andere vorm, namelijk niet in combinatie met een beloning, maar in de vorm van een straf. Als iemand een misdrijf begaat en hij of zij wordt daarvoor veroordeeld, dan verdient hij of zij zijn of haar straf. Dit zien we ook terug in een zin als: ‘Dat is zijn verdiende loon.’ In dit geval zien we verdienen als een gerechtvaardigde uitkomst voor slecht of afkeurenswaardig gedrag.
Terwijl we de beloning die we ontvangen voor het plukken van aardbeien vaak niet rechtvaardig vinden en de beloning voor een directiefunctie vaak overdreven vinden. Waarbij we vervolgens vinden dat het plukken van aardbeien een straf was, terwijl het werk als directeur als een beloning op zich gezien zou moeten worden.
Retorische vraag
Naast dit gerechtvaardigd of onterecht verdienen kennen we het idee van de onterechte beloning of verdienste, dit gevoel van onrechtvaardigheid uiten we als we de vraag stellen:
‘Waar heb ik dit aan verdiend?’
Vaak wordt deze vraag gesteld nadat ons iets overkomt dat we niet hadden zien aankomen. Of als we een reactie krijgen die we niet hadden verwacht gezien ons voorgaande gedrag. Bijvoorbeeld als we denken iemand te helpen en de ander scheldt ons uit voor rotte vis. Of als onze baas iemand anders promoveert, terwijl wij denken veel beter geschikt te zijn voor de promotie.
De vraag is dus een uiting van teleurstelling, omdat we niet krijgen waar we denken recht op te hebben. Daarnaast is de vraag een uiting van ontevredenheid, omdat we het onrechtvaardig vinden wat ons overkomt. Waarbij we van anderen verwachten dat ze ons zullen bijvallen als we deze vraag stellen. Want de ander begrijpt toch ook wel dat het onterecht is wat ons overkomt en dat ons dit nooit had mogen overkomen.
In plaats van een retorische vraag had het ook een soort vragende vaststelling kunnen zijn:
‘Dat heb ik toch niet verdient? Of wel soms?’
Ook op deze vragen verwachten we van de ander bijval. We verwachten dat de ander zal bevestigen dat het onterecht is wat ons overkomt. In zekere zin hopen door de bijval van de ander op een klein beetje rechtvaardiging van onze teleurstelling en verontwaardiging en daarmee een beetje beloond te worden door het gevoel niet als enige verontwaardigd te zijn ondanks het ontbreken van de verwachte beloning.
Onterecht of niet
Als je echter onbevooroordeeld naar het leven kijkt, dan is er maar een conclusie mogelijk. Niemand verdient wat hij krijgt. Dus een retorische vraag stellen, waarmee we onze teleurstelling of ontevredenheid proberen te uiten is een vreemde manier om bijval te krijgen voor een gevoel dat vooral gebaseerd is op een verwachting die we hadden. Waarbij het doel van de retorische vraag vooral is het gevoel van teleurstelling of verontwaardiging te verzachten en nog even iets langer gerechtvaardig rond te draaien in onze teleurstelling en verontwaardiging.
Maar als je objectief gaat kijken naar de situatie, dan zullen je moeten toegeven dat de ander die de promotie krijgt beter is als leider en dat je hem of haar liever als leider hebben dan jezelf. Ook al had je liever zelf die leiderschaprol gekregen. Of we moeten vaststellen dat de hulp die we geboden hebben wel leuk was, maar niet veel meer was dan het plakken van een pleister op een schaafwond. En is een uitgebreid 'dank je wel' volkomen buiten proportie om te verwachten. Of we moeten vaststellen dat onze hulp wel een beetje geholpen heeft, maar dat het probleem er eigenlijk niet door is opgelost. Zoals iemand die dakloos wordt een slaapzak geven waarmee hij buiten kan slapen, maar hem wel dakloos laten worden. En is het dus vreemd om te verwachten dat de ander niet zijn boosheid en frustratie over zijn situatie uit in onvriendelijke woorden.
Dat maakt het gevoel dat de beloning of straf voor ons gedrag onterecht is en dat we teleurgesteld zijn, eigenlijk onterecht.
Verschillende beloningen voor verschillend gedrag
Er zijn dus veel verschillende beloningen voor ons gedrag.
Een directeur doet niet zulk bijzonder werk, dat het terecht is dat hij dertig keer meer verdient per maand dan een schoonmaakster. Een aardbeienplukker doet niet zulk makkelijk werk dat het terecht is dat hij een cent per aardbei krijgt. Het geven van een buiten slaapzak aan iemand die dakloos wordt, is niet zo'n grote actie, dat daarom de toekomstige dakloze zijn frustratie en woede over zijn toekomst voor zich moet houden. Hoe hard we ook gewerkt hebben en hoeveel hulp we ook geboden hebben daarmee hebben we niet het recht opgebouwd om iets te moeten krijgen.
Het verband tussen gedrag en beloning
Ons gedrag en de beloning die we daarvoor vaak verwachten staat namelijk los van elkaar. Zo is de enige verbinding tussen de beloning van een directeur en zijn werk de gedachtegang van een raad van bestuur over hoe een directeur beloond hoort te worden. Het werkelijke gevolg van het werk van een directeur is een organisatie die toekomst bestendig is en geld verdient aan de producten die het levert. Het is namelijk niet zo, dat de beloning die de directeur krijgt ontstaat door het handelen van de directeur, zoals een boom omvalt omdat een houthakker de boom omhakt. Een promotie is ook geen gevolg van ons directe handelen, zeker niet als ons handelen het schrijven van beleid is. Dan is het gevolg van ons handelen een stuk tekst waarin problemen, oplossingen en oplossingseffecten beschreven worden, zeker niet een promotie. Of als ons handelen het schrijven van programmatuur is, dan is het gevolg een tekstverwerker of een webbrowser, niet een grote zak met geld. Ook een bedankje is geen gevolg van het feit dat wij iemand helpen oversteken. Het gevolg van iemand helpen oversteken is dat iemand veilig van de ene kant van de straat naar de andere kant is gekomen. Dat iemand dan 'dank je wel' zegt, komt omdat we geleerd hebben dat we 'dank je wel zeggen' als iemand anders iets voor ons doet. Dus het 'dank je wel' is niet een gevolg van het helpen oversteken, maar een gevolg van iemands opvoeding.
Tja, dan is het natuurlijk wat vreemd om te verwachten dat ons gedrag automatisch leidt tot een bepaald soort beloning, als die beloning helemaal niet voortkomt uit ons gedrag. Want dat zou toch wat zijn, als we het ene gedrag konden vertonen en er een hele andere uitkomst uit voort zou komen, dan we gezien het gedrag zouden mogen verwachten. Alsof je hard gaat lopen om dan als je thuis komt de euros uit je schoenen te kunnen gieten.
Relatie gedrag uitkomst
Toch slaan we collectief de relatie tussen de uitkomsten van ons gedrag en ons gedrag over en springen eenvoudig naar de conclusie dat we iets hebben verdiend of niet hebben verdiend omdat we bepaald gedrag hebben vertoond. De directeur vindt het terecht dat hij dertig keer meer verdient dan de schoonmaker, omdat hij de directeur is. We vinden het onterecht dat we geen promotie hebben gemaakt, als we ons hebben ingezet voor het bedrijf en haar productie. En we vergeten voor het eigen gemak maar dat er geen relatie bestaat tussen ons gedrag en de beloning die er tegenover staat, behalve de relatie dat we vinden dat wij bepalen of het terecht of onterecht is hoe we beloond worden. Maar dat is zoiets als vinden dat een banaan paars van kleur is, omdat je het woord geel niet mooi vindt.
VerdiensteDe mensheid heeft een vreemde relatie met verdienen. We vinden vaak dat het terecht is wat we verdienen hoewel we ook kunnen vinden dat het onterecht is. Dat er vaak geen enkele relatie is tussen wat we hebben gedaan en wat we verdienen, willen we niet zien. Liever spreken we onze ontevredenheid en teleurstelling uit over de beloning die we ontvangen, dan dat we ons bewust zijn van het feit dat de beloning die we verwachten te ontvangen vaak op geen enkele manier veroorzaakt wordt door ons gedrag, maar alleen maar samenhangt met wat anderen vinden dat de beloning hoort te zijn of wat we zelf hadden verwacht als beloning. Met als gevolg dat we de werkelijke beloning die ons gedrag heeft gecreëerd niet meer zien. |