Er kan maar één de beste zijn
Kampioen
Willen dat er alleen maar winnaars zijn is eigenlijk een vreemde gedachte. Tenminste dat is toch wat ze zeggen als het over sportkampioenschappen gaat. Want de sporters moeten winnaars zijn. De supporters moeten gewonnen hebben. De sport moet winnen. Maar als je de supporters vraagt, dan moet hun ploeg winnen. Als je de sporters vraagt, dan kan er maar één de beste zijn. Wat willen ze nu eigenlijk?
De beste
Laten we beginnen met te stellen dat 'de beste' niet bestaat. De beste is een relatief begrip, want het is afhankelijk van teveel factoren om echt goed vastgesteld te kunnen worden. Het enige wat je eigenlijk kunt stellen is dat iemand vandaag de beste was en daarom morgen misschien ook de beste zal zijn. Maar je hebt nooit de zekerheid dat je de beste bent, omdat het heel goed mogelijk is dat de echt beste niet meedeed.
Kijk naar de meeste sporten. Het aantal deelnemers aan een toernooi als een wereldkampioenschap is vaak maar een klein percentage van de totale wereldbevolking. Vaak komen de deelnemers uit samenlevingen waar genoeg geld is om een klein groepje mensen vrij te stellen van het meewerken aan het dagelijkse overleven. Deze mannen en vrouwen bevinden zich dus in de bevoorrechte positie dat ze zich volledig bezig kunnen houden met hun sport. De miljarden aardbewoners die de sport helemaal niet kennen of geen tijd hebben voor sport doen alvast niet mee aan het kampioenschap. Er zijn dus miljarden potentiële betere sporters.
De beste is dus een vreemde afspraak die we met onszelf maken over wat bewijst wie de beste is op dit moment. Maar in absolute zin kun je nooit weten of je de beste bent. Alleen op het moment dat je wint weet je even dat je de beste was. Maar waarom zou je je dan de beste noemen, waarom zou je zo’n absolute term willen gebruiken. Want de beste lijkt een beetje op de waarheid, de mooiste, de lelijkste, de oudste, de grootste, de dikste en al die andere relatieve superlatieven die we graag gebruiken om ons leven even mooier te doen lijken dan het is.
Behoefte
Volgens veel opiniemakers, politici, wetenschappers, vooral sociale, komt onze behoefte om te praten over de beste, de grootste voort uit de wens ons leven mooier te maken. We kijken graag op tegen de beste en dromen weg over hoe wij de beste hadden kunnen zijn. We willen even ons ellendige bestaan vergeten, door weg te dromen met en over een mooie sportprestatie. Maar echt bewijs hebben we er niet voor dat dat de reden is waarom mensen die behoefte hebben tot praten over en kijken naar de beste. Voor hetzelfde geld is het gewoon een genetische noodzaak het kijken naar de beste, omdat we op die manier het snelste leren hoe we een bepaalde handeling kunnen uitvoeren. Zeker als je bedenkt dat ons brein spiegelneuronen bevat die de handelingen die we zien omzetten in signalen die bruikbaar zijn om na te apen wat we zien.
Het kan natuurlijk ook een bevrediging van onze behoefte zijn om te zoeken naar de beste wederpartij voor de voortplanting van onze genen. De beste sporter maakt met zijn winnende inspanning in vergelijking met andere sporters duidelijk dat hij of zij de beste partij is om mee voort te planten. Dan kijken we dus omdat we daar genetisch de behoefte toe voelen. Dan gaat de beste niet over de beste op dat moment, maar de beste partner. Dat is meteen ook een beter antwoord dan opkijken tegen of wegdromen over. Want die droom wordt nooit werkelijkheid als je niet dagelijks te maken hebt met de persoon die je ziet. Misschien kijken we ook wel gewoon omdat we geleerd hebben dat het hoort om naar sport te kijken. Het is in ieder geval een handige manier om morgen op het werk weer een ongevaarlijk onderwerp voor bij de koffie te hebben.
Heb jij ook gezien hoe goed de nieuwe spits, hoe heet ook al weer?, gespeeld heeft. Wat was dat een mooi doelpunt.
Tegelijkertijd maken we duidelijk bij welke groep we horen, want we hebben allemaal sport gekeken. Het is dus ook nog eens handig ongevaarlijk roddelmateriaal dat ons een groepsgevoel geeft. Dus misschien kijken we wel naar de beste en de grootste omdat we aan onze groep willen laten zien dat we er bij horen, door er vervolgens over te kunnen praten.
Verder zijn er ook nog mensen die een sport of een superster zien als een afgod. Waarbij het ze helemaal niet gaat om het wegdromen of morgen lekker roddelen. Het gaat ze om het idee dat ze ergens bij horen. Ze willen het gevoel hebben lid te zijn van een groep met een zelfde doel, de verheerlijking van een sportster of superster.
Zo zijn er waarschijnlijk meerdere redenen te bedenken dan alleen maar:
We dromen graag weg bij supersterren en topsporters om even onze ellende te vergeten.
Waarbij van een aantal van die verklaringen van tevoren eigenlijk al te zeggen is dat ze nooit te bewijzen zijn. Want natuurlijk zijn er mensen die even hun ellende willen vergeten door te kijken naar wedstrijden. Maar er zijn ook mensen die naar sport kijken omdat ze er een goed gevoel aan overhouden. In ieder geval een beter gevoel dan wanneer ze naar het nieuws kijken. Dan zijn er ook nog mensen die het gewoon geweldig vinden om te zien hoe mensen bezig zijn. Wat zou je zeggen van al die oud-topsporters die bezig blijven met de sport waarin ze de top hebben bereikt. Die kijken toch ook niet om weg te dromen, want ze hebben die droom gerealiseerd.
Het gevoel
Met uitzondering van de mensen die de woorden “Er kan maar één de beste zijn” in hun mond nemen, kijken de meeste mensen dus om heel verschillende redenen naar wedstrijden. Waarschijnlijk kijkt er niemand voor exact dezelfde reden naar sportwedstrijden. Uiteindelijk kijken er waarschijnlijk maar een paar mensen naar wedstrijden om iemand de beste te zien worden, dat zijn precies de mensen die zeggen dat er maar één de beste kan zijn. De meeste mensen kijken waarschijnlijk omdat ze dat geleerd hebben. Ze hebben het hun vader zien doen. Ze kijken omdat ze denken dat het van hun verwacht wordt door hun collega’s op het werk. Maar ze kijken zeker niet omdat ze willen zien wie de beste wordt. Want ze weten vaak van tevoren al wie de beste wordt ook al leeft er een kleine hoop dat de beste uit hun land zal komen. Want dan mag je weer even geoorloofd blij zijn, ook al is het met de winst van iemand anders. Waar het de meeste mensen uiteindelijk echt om gaat bij wedstrijden kijken is dat ze na afloop hun gevoelens mogen tonen. Want in andere situaties moeten we onze emoties juist in de hand houden.