Wat is claustrofobie
Inleiding
Iedereen weet wel iets te noemen waar hij of zij bang voor is. Je vindt het object of de situatie niet prettig, maar heb je dan ook meteen een fobie? Welke criteria maken dat je echt een fobie hebt?
Daarnaast zijn er specifieke fobieën bekend, zoals claustrofobie. Je bent dan bang voor kleine, afgesloten ruimtes. Veel mensen vinden bijvoorbeeld de lift niet prettig, hebben zij dan meteen claustrofobie, of is dit toch wat ernstiger?
Wat is claustrofobie precies, wat zijn de oorzaken van claustrofobie en hoe kun je het behandelen? Lees hier alles wat je moet weten over claustrofobie.
Wat is een fobie precies
Een fobie is een intense irrationele angst, waar geen echte reden voor bestaat. Degene die aan een bepaalde fobie lijdt is alleen bang wanneer hij wordt geconfronteerd met het object van zijn angst. Vaak gaan deze mensen de situatie waar ze bang voor zijn mijden, en proberen ze dit voor andere mensen te verbergen. Hier komt dan weer een nieuwe angst uit voort.
Als een persoon met een fobie vermijdingsangst gaat vertonen, wordt het leven van deze persoon op een bepaald moment door de fobie beheerst.
Wanneer heb je echt een fobie
Voor het hebben van een fobie moet je aan de volgende criteria voldoen:
- Je moet overdreven angstig zijn voor een specifiek object of bepaalde situatie, bijvoorbeeld spinnen, hoogten, bloed zien.
- Bij blootstelling aan de angst, moet er direct een angstreactie of paniekaanval ontstaan. Dit kan zijn verstijven van angst, huilen, een woedeaanval.
- Volwassenen zien in dat hun angst overdreven is.
- Hetgeen waar men angstig voor is wordt vermeden, of met zeer hoge spanning ondergaan.
- Door de angst gaat het sociale leven en relaties met anderen eronder lijden. Ook op werk, studie of school wordt het functioneren belemmerd.
- De duur van de angst moet minimaal 6 maanden zijn.
- Je mag geen andere psychische aandoening hebben die de angstaanvallen kunnen veroorzaken.
Welke fobieën bestaan er
Er zijn zeer veel verschillende fobieën bekend, sommige zeldzamer dan anderen. Een aantal fobieën komt echter vaker voor dan gemiddeld:
- Acrofobie: ook wel hoogtevrees.
- Agorafobie: angst voor open ruimten of openbare gelegenheden, ofwel pleinvrees.
- Arachnofobie: een grote angst voor spinnen.
- Claustrofobie: de zeer bekende angst voor kleine ruimten, zoals de lift.
- Fobofobie: angst voor angsten.
- Gatofobie: angst voor katten.
- Hydrofobie: angst voor water. Mensen die bang zijn voor heel diep water lijden aan bathofobie.
- Nyctofobie: angst voor het donker. De paniek slaat toe wanneer het donker is, deze mensen durven dan ook niet te slapen in een donkere kamer en blijven ’s avonds thuis.
- Ochlofobie: een fobie voor grote menigten, deze mensen komen niet op grote feesten, concerten of bijvoorbeeld braderieën.
- Thanatofobie: angst voor de dood. Deze mensen mijden begrafenissen, kerkhoven of begrafenisondernemingen.
Claustrofobie uitgelicht
Mensen met claustrofobie hebben angsten voor kleine, soms afgesloten ruimten. Ongeveer 10% van de bevolking heeft een matige vorm van claustrofobie en ongeveer 2 tot 4% heeft ernstige claustrofobie. De gemiddelde ontstaansleeftijd ligt rond de 20 jaar, waarbij meer vrouwen dan mannen claustrofobie ontwikkelen.
De angst zit hem met name in het feit dat ze deze ruimte niet snel kunnen verlaten. Sommige mensen met claustrofobie dromen zelfs over de dood. Omdat zij bang zijn voor de kist waar ze niet uit zouden kunnen. Andere vervelende plekken vinden zij:
- liften
- kelders
- de MRI scan
- vliegtuigen
- bioscoopzalen
- treinen
- drukbezochte feesten met grote menigten
Mensen met claustrofobie zullen aan deze situatie willen ontsnappen ook al levert dit gevaar op of zij bevriezen van angst.
Claustrofobie wordt veroorzaakt doordat men bang is niet uit de ruimte te kunnen waar men zich bevindt. Dit kan ook in een grote groep zijn, tijdens een concert bijvoorbeeld. Claustrofobie moet echter niet verward worden met agorafobie, waarbij de oorzaak van de angst ligt in een onbekende omgeving waar men bang voor is.
Hoe kun je een fobie overwinnen
Welke fobie je ook hebt, ben je nu bang voor een dier, een ding of een gelegenheid, je hebt hulp nodig. Vaak krijgen mensen met een fobie gedragstherapie. Deze gedragstherapie kun je onderverdelen in systematische desensitisatie, flooding, exposure in vivo en cognitieve gedragstherapie, welke hieronder kort beschreven worden.
Systematische desensitisatie
Bij deze vorm van therapie wordt de patiënt met de angst geconfronteerd. Dit gaat stapje voor stapje. Eerst wordt de patiënt gerustgesteld zodat deze ontspannen aan de therapie kan beginnen. Vervolgens komt de angst in beeld en wordt men blootgesteld aan het voorwerp of de situatie waar men bang voor is.
Als de persoon bijvoorbeeld lijdt aan gatofobie, dan zal men eerst naar plaatjes van een kat gaan kijken. Vervolgens de geluiden van een kat laten horen aan de patient. Daarna wordt de patient in een kamer met de kat worden geplaatst en pas als laatst wordt de kat geaaid. Dit proces kan wel een aantal maanden duren.
Flooding
Een hele zware vorm van therapie. Bij flooding blijft men de patiënt namelijk langdurig blootstellen aan de prikkel die de angst bij de persoon veroorzaakt. De gedachte hierachter is dat de angst op een gegeven moment op moet zijn, terwijl de prikkel aanwezig blijft. Vervolgens ebben de angstgevoelens weg en krijgt men het gevoel van overwinning van de angst.
Exposure in vivo
Hierbij wordt je blootgesteld aan het paniekgevoel. Je went aan het gevoel dat je angst hebt en leert hoe je hiermee om kunt gaan. De angst voor een paniekaanval wordt hierdoor minder, waardoor ook het mijden van situaties waar men eventueel bang zou kunnen worden minder wordt.
Cognitieve gedragstherapie
Bij deze vorm van therapie wordt een verband gelegd tussen gedachten, gevoelens en gedragingen. Met de therapeut noteer je hoe je je voelt als je in paniek raakt. Wat denk je dat er gaat gebeuren? Als je verwachting niet uitkomt, hoe ga je hier dan mee om? Is mijn gedachte logisch? Is het wel waar wat ik denk? Vaak gaat men deze gedachten dan ook uitvoeren en kijken of het klopt met de werkelijkheid. Dit noemt men gedragsexperimenten.
Tot slot
Heb je last van een angst? Dan hoef je niet meteen een fobie te hebben. Dit is namelijk iets erger en gaat je leven meer en meer beheersen.
Denk je wel een fobie te hebben, ga dan hulp vragen en begin met noteren van wat je voelt tijdens een paniekaanval. Dit kun je gebruiken als je eventueel naar een therapeut gaat.
Als laatst ga je met de therapeut de confrontatie aan met je angst. Je zult zien dat het dan minder wordt.