Haast haastig haastiger gehaast
Haast
Herman van Veen zong het al in de jaren tachtig in zijn lied Opzij, opzij, opzij: “Maak plaats, maak plaats, maak plaats, Ik heb ongelofelijke haast.” Het lijkt er op dat het nu veel toepasselijker is dan toen het voor het eerst uitkwam. Maar het lied is eigenlijk van alle tijden. Want de mens heeft niet alleen nu haast maar gewoon altijd haast gehad. Als dat niet zo was, dan zouden we niet steeds manieren bedacht hebben om ons sneller en sneller te kunnen verplaatsen. Anders gezegd in minder tijd meer afstand afleggen.
De haastige mens
De mens wordt als soort vaak aangeduid met de wijze mens (homo sapiens), waarbij we tegenwoordig zelfs vinden dat we nog wijzer zijn dan onze voorouders. Maar eigenlijk zou het beter zijn als we onszelf de gehaaste mens (homo festinatio) zouden noemen. Want we hebben altijd haast, alsof het leven over een minuut is afgelopen en we nu nog even dat ene dingetje snel moeten afmaken. Of het lijkt er op dat we nu snel dit waar we mee bezig zijn af willen maken, zodat we snel iets anders kunnen gaan doen wat we leuk vinden. In ieder geval we hebben niet echt geduld met waar we mee bezig zijn. Alsof dat waar we mee bezig zijn minder belangrijk is dan dat waar we mee bezig zullen gaan zijn. We zijn dus eigenlijk voortdurend bezig om de toekomst naar het heden te halen in plaats van bezig te zijn met het heden.
Altijd al
Het is echter niet iets van vandaag de dag dat de mens als soort gehaast is. Dat kan ook niet, want als onze ouders en voorouders alles met aandacht en rust hadden gedaan, dan zouden wij dat van hun geleerd hebben. We doen tenslotte wat we van onze ouders leren en dat is zo snel mogelijk alles beoordelen op leuk of vervelend en alles wat vervelend is zo snel mogelijk afmaken. Want nadat je alle vervelende klusjes hebt gedaan kun je leuke dingen gaan doen, waar je van kunt genieten. Maar ook onze voorouders waren voortdurend gehaast en echt niet alleen maar onze voorouders van de industriële revolutie, waar de echte versnelling plaatsvondt. Onze voorouders daarvoor waren ook al bezig met sneller en sneller. Ze waren voortdurend aan het nadenken over hoe ze sneller water van A naar B konden krijgen, zie de aquaducten van de Romeinen. Ze waren voortdurend bezig met hoe ze sneller oorlog konden voeren, zie de pijl en boog en de strijdwagen. Ze waren opzoek naar manieren om zo snel mogelijk producten te verplaatsen, vandaar het gebruik van boten en schepen en het ontwikkelen van steeds snellere vormen van varen.
Het lijkt wel alsof de mens nooit genoegen kan nemen met de snelheid die bij hem past. Alsof als hij niet zo snel mogelijk alles doet wat nodig is om te overleven, hij misschien wel niet zal overleven. De mens is dus altijd al gehaast geweest, vanaf de eerste dag dat hij ontdekte dat hij door iets te gooien sneller eten kon bemachtigen, dan door zelf in een boom te klimmen.
Haastige spoed
Toch weten we dat haast niet goed voor ons is. Niet voor niets zoiets als het spreekwoord:
“Haastige spoed is zelden goed.”
Om aan te geven dat alles wat we snel doen te vaak leidt tot resultaten die de tijd die we gewonnen hebben met de snelle afhandeling verliezen aan het opruimen van de rommel die het resultaat veroorzaakt. We kennen er genoeg voorbeelden van. De te snel geplakte lekke fietsband, die vervolgens halverwege de rit weer leegloopt, waardoor we de rest van de reis lopend af moeten maken. Met alsgevolg dat we toch te laat komen. Of de bekende nood reparatie van een gat in het wegdek, omdat we het verkeer niet willen hinderen. Waarna het gat open gereden wordt met een ongeluk als gevolg waardoor de straat nog langer afgesloten moet worden dan wanneer we rustig het gat hadden gerepareerd.
Ook micromanagen is een vorm van haastige spoed is zelden goed. Omdat de voortdurende controle van medewerkers juist leidt tot traagheid en slecht werk, ondanks het feit de manager het idee heeft heel veel haast te maken en druk te voelen.
Waarom gehaast
Blijft de vraag over waarom mensen altijd zo gehaast zijn, terwijl we allang weten dat de tijd die we ergens aan besteden tegengesteld evenredig is aan de tijd die we er na gereed komen aan moeten besteden. Zo blijkt steeds weer dat als we veel tijd besteden aan oefenen, we vervolgens in de praktijk veel minder fouten maken en veel minder tijd hoeven te besteden aan het corrigeren van onze fouten.
Dus ondanks onze kennis over de gevolgen van onze haast, blijven we ons haasten. We proberen snel door een file te komen, met een ongeluk als gevolg. Waarbij we onze haast rechtvaardigen met het feit dat onze baas eist dat we op tijd zijn en dat onze familie recht heeft op onze aanwezigheid. Maar we willen ook tijd voor onszelf hebben. Waarmee we een driehoeksrelatie opzetten met onze familie en ons werk, waardoor we eigenlijk geen tijd hebben voor één van de drie partijen. Toch blijven we ons haasten in de hoop ergens tijd te kunnen vinden, die er vervolgens niet blijkt te zijn. Je zou bijna gaan denken dat haast hebben een genetische eigenschap is van mensen. Maar er zijn genoeg mensen die wel de tijd nemen om te doen wat ze willen of moeten doen. Dus blijkbaar is haast hebben aangeleerd. Maar iets wat je is aangeleerd kun je ook weer afleren. Maar ja, hoe doe je dat zo snel mogelijk en heb je daar wel tijd voor?
Extra
Afbeeldingen
Lekke band door Michael Paulukonis
Index van koppen
⇈ Haast
⇉ De haastige mens
⇶ Altijd al
⥣ Haastige spoed
⥤ Waarom gehaast
⇝ Extra
↯ Afbeeldingen
⤮ Index van koppen