PDD-NOS in de praktijk
Hoe ga je om met je PDD-NOS kind
Theoretische informatie over PDD-NOS is op diverse plekken in de maatschappij te vinden. Hoe je omgaat met je PDD-NOS kind is een ander verhaal. Dat is veelal een kwestie van al doende zelf achter komen. Geen eenvoudige opgave. Vooral niet omdat PDD-NOS een levenslange psychiatrische aandoening is. Zoals gezegd moet je het meeste zelf met bloed, zweet en tranen uitvinden want elk PDD-NOS kind is, naast overeenkomstige kenmerken, een uniek geval. Toch heeft een bepaalde standaard gespecialiseerde aanpak al effect. Dat kan een hoop strijd en discussie wegnemen.
Moeizaam opvoeden
Het omgaan met je PDD-NOS kind is een moeizame opvoeding. Jouw kind leert de gewenste vaardigheden en gedragingen niet vanzelf wel. Het heeft veel sturing en begeleiding nodig. Alles moet je honderd maal of nog vaker voorkauwen. Dat is tot daar aan toe. Opvoeden is tenslotte een leerproces waarbij uitentreuren herhalen gangbaar is. Uiteindelijk slaat het aan bij een kind.
Helaas werkt dit bij een PDD-NOS kind veel stroever. Deze is onder andere erg prikkelbaar, snel overvraagd en ziet zijn eigen aandeel in het geheel niet. Dat zorgt voor veel weerstand tussen kind en ouder bij de uitvoering van de opvoeding. Het bemoeilijkt voor de ouder het kind bepaalde zaken aan of af te leren.
Voorbeeld: Probeer je kind maar duidelijk te maken waar híj anders had kunnen reageren als het kind dat zelf niet of moeilijk aanvoelt. Je kind ziet meestal wel jouw, in zijn ogen, foute acties.
Daar komt bij dat een PDD-NOS kind sociaal/emotioneel gezien zwak staat en daarin langzame groei laat zien. Allemaal ingrediënten voor een moeilijk te maken recept: het afleveren van een PDD-NOS jongvolwassene die zich acceptabel gedraagt in de maatschappij. Ga er maar aanstaan.
Hoe werkt het niet?
Een huis, tuin, keuken aanpak volstaat niet. In de eerste plaats al niet omdat je geen standaard kind hebt. Je hebt een kind met een problematiek en daar hoort een aanpak, toegespitst op jouw kind, bij.
Je hebt de neiging of te autoritair op te gaan treden tegen het weerbarstige kind of het juist te vrij te laten.
Bij te autoritair optreden wil je bewerkstelligen dat je kind door heel streng opvoeden in het gareel blijft en meewerkt. 'Als hij maar goed wordt aangepakt, is dat gedrag zo afgelopen.' Helaas is het effect vaak een nog moeilijker kind.
Bij te vrij laten, zal het kind weinig protesteren omdat het kan doen wat het wil. Dit werkt een chaotische handelwijze in de hand. Het kind mist dan ook de broodnodige sturing en begeleiding.
Op zich zijn deze opvoedingen niet fout. Het gebeurt met de beste bedoelingen. Het gevaar wat hier in schuilt, is dat het te standaard is. Het werkt niet afdoende. Je hebt continue onderling ruzies. Zaken die chaotischer verlopen dan wenselijk. Dat kan anders!
Wat je nodig hebt, is een aanpak c.q. opvoeding die bij jou en bij je kind past terwijl je in je achterhoofd houdt dat je te maken hebt met PDD-NOS.
Hoe werkt het beter?
Het werkt beter door bepaalde zaken na te laten en andere juist extra in de gaten te houden. Je moet niet zomaar een ouder zijn. Je moet de begeleider en manager van je kind worden. Enigszins zakelijk met een persoonlijk tintje. Daarnaast is het als het ware een samenvoeging van meerdere opvoeding methodes. Niet eenvoudig toe te passen maar door een aantal punten in het achterhoofd te houden, kom je een heel eind. Hou daarbij voor ogen dat elke dag een nieuwe start kan zijn. Wat gisteren mis ging, kan vandaag met frisse moed opnieuw beter geprobeerd worden.
De te onthouden opvoeding punten
1. Houd instructies en levenslessen zo kort mogelijk
Ellenlange preken en tirades werken averechts en komen na een paar zinnen niet meer aan. Zeg in een tot drie zinnen wat je duidelijk wilt maken.
2. Geef een opdracht per keer
Pas als deze is uitgevoerd, met daarop volgend een redelijke pauze voor je kind, kun je een nieuwe opdracht geven.
3. Beperkte discussies
Een PDD-NOS kind gaat graag in discussie. Overal over. Dat is te vermoeiend, nutteloos en tijdrovend voor beide partijen. Ga alleen in discussie over zaken die belangrijk zijn. Zogezegd: pick your battles. Alle andere discussies kap je af.
4. Consequentie
Voer een paar voor jou belangrijke regels in en houdt daaraan vast. Elke dag opnieuw. Controleer een aantal keer per dag of deze nageleefd worden.
Is dit zo: Geef aan hoezeer je dat waardeert.
Is dit niet zo: Zorg dat je kind ze alsnog doet.
Desnoods in overleg wanneer het wordt gedaan, zolang het maar dezelfde dag is. Laat het straffen hierover zitten. je hebt er meer aan ervoor te zorgen dat de regels nageleefd worden. Straffen doe je alleen bij zaken die echt niet door de beugel kunnen. Een straf is in deze wat anders dan een consequentie c.q. sanctie laten volgen op iets wat het kind wel of niet doet.
Dat gebeurt namelijk in het dagelijkse leven net zo goed.
Rijd je door rood, kun je aangereden worden. Voer je taken uit, kun je even niet internetten. Wil je niet meewerken, dan kun je gedwongen worden dit wel te doen door 'privileges' als internet ontzegd te krijgen tot de taak uitgevoerd is.
5. Laat je niet uitdagen, negeer
Je kind zover krijgen iets van hem gedaan te krijgen, stuit vaak op boosheid, uitdagen en schelden. Ga hier niet op in! Laat je niet verleiden tot boos terug doen, terug schelden.
Maak kort duidelijk waar je absoluut niet van gediend bent. Geef een waarschuwing m.b.t. een mogelijke sanctie als je kind niet van plan is een opdracht uit te voeren. Wil hij na de waarschuwing nog steeds niet meewerken, voer uit wat je hebt gezegd. Zie punt 1 t/m 3.
Zegt hij na de waarschuwing dat hij het zo meteen gaat doen, geef hem de kans. Hij mag ook even afmaken waar hij voor zijn plezier mee bezig is. Houdt hij zich niet aan die 'zo meteen' (bijvoorbeeld vijftien minuten) herinner je hem aan de eerder gegeven waarschuwing. Zo laat je weten dat je samen terug bent bij het punt waar je gebleven bent.
Is je kind even helemaal niet aanspreekbaar, sterk onredelijk, bezig met een scheld tirade, laat merken dat het gesprek voorbij is als hij zo tegen je praat.
Pas als hij op normale toon tegen je kan praten, gaat het gesprek verder.
Daarbij is het van belang dat hij, terwijl jij hem negeert, niet lekker door kan gaan met zijn pleziertjes. Zorg dat hij die niet heeft op dat moment. Zodat hij, nadat hij uitgeraasd is, alsnog snel gaat doen wat jij van hem wilt.
Hij weet namelijk dat als hij die taak af heeft snel weer kan doen wat hij wil. Dat heb je hem namelijk verteld voor hij een driftbui kreeg.
6. Humor, vrijlaten en affectie
De boog kan en mag niet altijd gespannen staan.
Het is belangrijk dat je:
a. onderling grapjes maakt voor de verstandhouding en de sfeer
b. jouw kind zijn vrijheid gunt om rond te hangen, te computeren of tv te kijken.
Hij moet op school al zoveel. Zorg voor ruime 'speeltijd' en in mindere mate verantwoordelijkheid en taken.
c. eerdere woordenwisselingen of ruzies zo snel mogelijk loslaat.
Draag het hem niet na. Als hij heeft meegewerkt, moet het weer als vanouds zijn. Af en toe een knuffel, aai over de bol o.i.d. in het voorbij gaan, is nodig.
7. Kom terug op je eigen fouten
Jij als ouder bent niet onfeilbaar. Jij mag best je kind af en toe vertellen dat je bepaalde dingen niet had moeten zeggen of doen tijdens een felle discussie of ruzie. Daarmee toon jij je kind dat excuses maken voor ongewenst gedrag en terug komen daarop gewoon en gewenst is. Je kind zal dit op termijn na gaan doen.
Effect
Met deze tips en handreikingen wil ik niet beweren dat het voortaan in je huis pais en vree is. Het blijft een zware taak. Uiteraard zul je deze standaard specialistische aanpak verder moeten specificeren. Meer naar het karakter en persoonlijkheid van jouw kind.
Daarbij speelt de leeftijd van het kind zeker een rol. Hoe jonger het kind, hoe minder ruimte je hebt wat de genoemde punten betreft.
Ter voorbeeld: Drie regels uitleg kunnen al teveel zijn. Zie punt 1. Maak het dan korter. Een regel of een paar woorden.
Maar als je dit doorzet, gaan de zaken al gauw een heel stuk prettiger en daar doe je het als ouder voor. Daarbij hulp vragen of advies is geen overbodige luxe én niks om je voor te schamen.
Succes!