Niet gehinderd door de waarheid
De waarheid zien
Als er iets vreemd is in deze wereld, dan is het wel het feit dat ieder mens zijn eigen waarheid schijnt te hebben. Een waarheid waar de rest van de wereld met verbazing naar kan kijken. Hoeveel ouders hebben bijvoorbeeld niet het idee dat hun kind de volgende minister-president zal zijn. Terwijl de leerkracht zich afvraagt waar ze dat idee vandaan halen, want zo slim is hun kind niet. Hoeveel politici menen niet dat hun oplossingen de problemen van het land zullen oplossen. Terwijl de personen die het probleem hebben niet zien hoe dat de oplossing kan zijn. Hoeveel ministers menen niet dat hun wereldbeeld de enige ware is. Terwijl de rest van de wereld ziet dat ze in een verloren situatie zitten.
Tegenstrijdige beelden
Voor mensen die van buitenaf aankijken tegen de uitspraken van anderen over hun waarneming van de wereld, kan vaak een gevoel van vervreemding opkomen. Als leerkracht van een middelmatige leerling kun je je erover verbazen hoe ouders het idee hebben dat hun kind de volgende redder des vaderlands zal worden. Als journalist kun je je erover verbazen dat twee politici volkomen tegenstrijdige beschrijvingen geven van een situatie, waarna ze beiden met volle overtuiging hun oplossing presenteren. Als psycholoog of psychiater kun je je erover verbazen dat een patiënt het idee heeft dat de wereld niets moois heeft te bieden, terwijl hun geduldige en behulpzame partner in de wachtruimte zit te lezen. Als consument kun je je erover verbazen dat een bedrijf zich klantgericht noemt, terwijl je er alleen onder je eigen werktijden terecht kunt. Zo zijn er nog wel een paar voorbeelden te geven van tegenstrijdige waarnemingen van de wereld. Zoals bijvoorbeeld een voormalig minister die tijdens de tweede Golfoorlog bleef roepen dat zijn land vlak voor de overwinning stond, terwijl er gevochten werd in de buitenwijken van de hoofdstad. Of een voormalig heerser die iedere dag riep dat zijn leger de opstandelingen bijna verslagen had om plots op de vlucht te slaan. Allemaal situaties waarbij buitenstaanders met stijgende verbazing kijken naar wat de ander over zichzelf en zijn wereld zegt.
Fantasie
Voor een deel wordt dit vermogen van mensen om iets te geloven en op basis daarvan uitspraken te doen of gedrag te vertonen al heel jong ontwikkeld. Hoeveel kinderen spelen bijvoorbeeld niet doktertje of vader en moeder of nog ingewikkeldere sprookjes met volle overtuiging? We zijn als ouders zelfs bang dat ons kind niet normaal is als het geen imaginaire spelletjes speelt. Maar dat is niet de enige situatie waarin we vanuit fantasie leven. Ook als we naar de film gaan of reclame kijken of een boek lezen, verplaatsen we ons zonder problemen in de gefantaseerde werkelijkheid en doen op basis daarvan uitspraken. Kijk naar al die mensen die de hoofdrolspelers en hun problemen bespreken alsof het echte mensen zijn, tijdens avondjes boekbespreken. Mensen hebben wat dat betreft een krachtige fantasie, die hun soms ook parten kan gaan spelen. Zodat ze hun fantasie gaan verwarren met de werkelijkheid. Iets wat ook wel cognitieve dissonantie wordt genoemd als ze uitspraken van anderen gaan ontkennen. Iets wat psychose wordt genoemd als de fantasie de overhand krijgt en het gedrag in de wereld beïnvloedt. Iets wat depressie wordt genoemd als de neutrale waarde van de wereld negatief wordt ervaren. Iets wat narcisme wordt genoemd als de eigen persoonlijkheid bijzonder wordt gevonden en de rest van de mensheid als ondergeschikt en dienend.
Tegenstrijdig
Maar als wij zien dat anderen de werkelijkheid verkeerd zien, terwijl we tegelijkertijd weten dat dit een gevolg is van de krachtige fantasie waar de mens over beschikt, hoe kunnen wij dan denken dat wij het goed zien. Want waarom zien wij wel dat de ander het verkeerd ziet en wordt onze waarneming niet beïnvloedt door onze fantasie. Op welke manier verschillen wij dan van die ander die de werkelijkheid verkeerd ziet volgens ons. Of is ons idee dat we het beter zien dan de ander slechts een fantasiebeeld dat wij van onszelf hebben.
Signalen
Natuurlijk zijn er wel een paar signalen waardoor je kunt weten dat je fantastisch beeld van de wereld klopt. Zo kun je gerust stellen dat als je iets kunt beetpakken en kunt voelen dat het echt is. Zo kun je ook gerust stellen dat als je gedrag gevolgen heeft in je omgeving, dat je de echte wereld ziet. Ook al moet je daar wel mee uitkijken. Want ons brein houdt er van om naderhand verklaringen te formuleren voor wat het heeft waargenomen. Het is dus heel goed mogelijk om eerst iets te doen, geen gevolgen te zien en dan voor jezelf te verklaren dat je niets gedaan hebt. Hoe vaak zeggen we bijvoorbeeld niet tegen gezinsleden dat ze onze sleutels ergens anders neer hebben gelegd, terwijl we in onze onoplettendheid of afgeleid zijn zelf onze sleutels op de verkeerde plek hebben gelegd. Toch zullen we in dit geval als onze huisgenoot ons op onze fout wijst toegeven dat we fout waren. Hoewel er dan nog steeds mensen zijn die blijven beweren dat de ander de schuldige is, want zelf maken ze nooit dat soort fouten. Waarna ze de ander ervan beschuldigen dat de ander hun probeert gek te maken.
Andere manieren
Maar eigenlijk houdt het daarmee op wat betreft persoonlijke signalen die duidelijkheid geven over wat fantasie is en wat de wereld. Want ons brein is altijd gewend om wat we zien te construeren. Iets wat je terugziet in het feit dat er zoiets bestaat als gezichtsbedrog. Dus hoe kunnen we zeker weten of wat we zien wel echter is dan wat de ander ziet. Een eerste mogelijkheid om dat te weten te komen is vragen of anderen ook zien wat jij ziet. Waar je dan wel rekening moet houden met het feit dat anderen belangen kunnen hebben bij het bevestigen van jouw waarneming. Denk maar eens aan het sprookje van Hans Christiaan Andersen:
De nieuwe kleren van de keizer
Een tweede optie is logisch nadenken. Zo kan het natuurlijk nooit zo zijn, dat een voetbal omhoog valt als je hem loslaat of dat luchtbellen onderwater naar de bodem stijgen. Of dat een schoonmaker van de ene op de andere dag directeur wordt van een bank. Maar logisch nadenken werkt alleen als je kennis bezit die je kunt vergelijken met wat je ziet. Zo is het voor iemand die gewend is aan gewichtloosheid moeilijk voor te stellen dat ballen naar beneden vallen of dat luchtbellen in water opstijgen. Een derde optie is iemand die je vertrouwt vragen wat hij of zij er van denkt. Hoewel je ook hierbij rekening moet houden bij het belang dat de ander kan hebben. Zo kun je wel aan een ondernemer vragen of zijn product goed is. Hoe betrouwbaar die uitspraak is, hangt echter af van het feit hoe afhankelijk die ondernemer is van het product voor zijn inkomen. Zo zie je bijvoorbeeld ook in de wetenschap onderzoekers die leugens produceren. Terwijl de wetenschap vaak gebracht wordt als de meest onafhankelijke en betrouwbaarste activiteit van de mens om de waarheid te achterhalen. Een vierde optie is zelf onderzoek doen. Maar dat vraagt natuurlijk om kennis van hoe je een onderzoek uitvoert en tijd, iets wat we vaak niet hebben als we willen weten of onze waarneming echter is dan die van de ander. Maar omdat we voor elk van deze vier opties vaak tijd nodig hebben passen we het vaakst optie vijf toe. Namelijk de optie dat we gewoon meer gelijk hebben dan de ander. De redenen die we daarvoor hebben zijn vaak:
- We weten dat we door anderen gezien worden als betrouwbaar, dus moeten we het nu ook beter zien.
- Derden hebben ons verteld dat wij het vaak beter zien dan zij of anderen.
- De ander is anders dan wij zijn.
- Wij hebben geen belang bij de situatie, dus hoeven we onszelf niet voor de gek te houden.
Conclusie
Het komt dus heel vaak voor in deze wereld dat we menen te zien dat anderen het verkeerd zien. Zo meende minister van Buitenlandse Zaken, Tariq Aziz, in Irak aan het eind van de tweede golfoorlog tegenover de pers te moeten verkondigen dat zijn land aan de winnende hand was. Terwijl de rest van de wereld van mening was dat de oorlog bijna afgelopen was, met Irak als verliezer. Deze wereldvreemde houding zie je ook wel bij ouders die menen dat hun kind geweldig is en toch zeker geschikt is om straks naar het VWO te gaan. Terwijl de leerkracht met de beste wil van de wereld een middelmatige leerling ziet die waarschijnlijk netjes de theoretische leerweg van het VMBO kan halen in vier jaar. Hoe het kan dat mensen zichzelf zo voor de gek te houden is niet echt duidelijk. Maar een belangrijke factor is natuurlijk wel ons vermogen om te fantaseren. Die fantasie kan zo sterk zijn, dat we het verschil niet meer zien tussen wat er voor onze ogen plaatsvindt en wat we denken dat er gebeurt. Vandaar dat narcisten het geen enkel probleem vinden om de oorzaak voor hun problemen buiten zichzelf te leggen. Maar die sterke fantasie roept ook de vraag op of wij het zelf ook wel zo correct zien als we vaak denken het te zien. Helaas is er niet een eenvoudige oplossing om te voorkomen dat we voor de gek gehouden worden door onze fantasie. Ons brein vindt het tenslotte heel normaal om de wereld te construeren. Zeker als je kijkt naar effecten van gezichtsbedrog. Eigenlijk zijn er dan ook maar een paar manieren om onze controle over wat we waarnemen te behouden. De meest eenvoudig is iets beetpakken en voelen. Vervolgens is het effect van ons gedrag op de omgeving een manier. Waarna er eigenlijk alleen nog maar manieren zijn die onbetrouwbaar zijn omdat ze beïnvloedbaar zijn door anderen en tijd kosten. Manieren zoals: anderen vragen of ze het ook zien, zelf onderzoek doen, logisch nadenken, vragen wat anderen vinden of op jezelf vertrouwen. Waarbij het op jezelf vertrouwen de minst betrouwbare is, omdat je fantasie je parten kan spelen.
Extra
Afbeeldingen
- Aarde door Kevin M. Gill
- Cirkel door Normyo
- Lijnen door Normyo