Het toedienen van zuurstof

Inleiding

Met zuurstofbehandeling wordt een toename van de hoeveelheid zuurstof in het arteriële bloed beoogd, waardoor een aanwezige zuurstoftekort in het bloed vermindert en de zuurstoflevering aan de weefsels verbetert. Zuurstofbehandeling heeft alleen effect als er sprake is van een goede gasuitwisseling in de longen, als er een goede circulatie aanwezig is en als het hemoglobinehalte in het bloed op peil is. Bij een zuurstoftekort (hypoxie) van het lichaam stagneert de stofwisseling en kunnen cellen sterven. In dit artikel kun je lezen wat de oorzaak van zuurstoftekort kan zijn en wanneer en op welke manier zuurstofbehandeling toegepast kan worden. Dit artikel is met name interessant voor mensen die in de zorg werken.

Oorzaak van zuurstoftekort

Er is sprake van zuurstoftekort als er een artiële zuurstofspanning van 55 mmHG (millimeterkwik) of minder is in rust. Bij inspanning neemt dit nog verder af. Hypoxie kan ontstaan door een aantal factoren:

  • daling van zuurstofspanning in de omgevingslucht
  • respiratoire insufficiëntie onder te verdelen in: 
  • hypoventilatie: het hm bloed wordt onvoldoende van zuurstof voorzien en er wordt onvoldoende koolzuur uit het bloed verwijderd
  • diffusie stoornis: het transport van zuurstof door de alveolaire-capillaire membraam is verstoord
  • onvoldoende zuurstoftransport door het bloed
  • niet verwerken van de aangevoerde zuurstof door de cellen.
  • Bovenstaande factoren staan niet los van elkaar, de ene factor kan de andere beïnvloeden. 

De volgende signalen kunnen op een tekort aan zuurstof wijzen:

  • kortademigheid in rust en bij lichte inspanning
  • sufheid, vergeetachtigheid, verwardheid
  • een raar gevoel in het hoofd, gevoel van zwakte en krachteloosheid, blauwe huidskleur, hoge polsfrequentie

Behandeling met extra zuurstof

Bij zuurstofbehandeling wordt onderscheiden:

  • langdurige toediening (ook wel onderhoudsbehandeling genoemd)
  • kortdurende toediening (uren/ dagen) meestal in een acute fase van een ziekte. 

Het aantal patiënten die in Nederland een onderhoudsbehandeling krijgen wordt geschat op 6000.

Redenen zuurstoftoediening (indicaties)

De algemene indicatie voor een behandeling met zuurstof is zuurstoftekort in de weefsels dat leven of welzijn van de patiënt bedreigt.

Langdurige toediening (onderhoudsbehandeling) is onder meer geïndiceerd bij:

  • volwassenen met vasculaire aandoeningen, hartfalen of aids
  • kinderen met cystic fibrosis
  • neonaten met respiratoire insufficientie
  • kinderen met slaapapneu of slaapgebonden hypoxemie

Behandeling met zuurstof is niet zinvol wanneer:

  • er sprake is van een rechts- links shunt (het bloed in het artiële vaatstelsel passeert niet die longgebieden waar de uitwisseling van zuurstof en koolzuur plaatsvindt)
  • er een laag hemoglobine gehalte is (extra toegediend zuurstof wordt in dat geval niet voldoende opgenomen in het bloed) 

Contra-indicaties zuurstoftoediening (redenen om geen zuurstofbehandeling toe te passen)

Er zijn geen absolute contra-indicaties voor het instellen van zuurstoftherapie. In ieder geval is het niet zinvol bij mensen:

  • voor wie de behandeling van de onderliggende ziekte nog niet optimaal is
  • bij mensen waarbij zuurstotoediening onvoldoende verbetering geeft aan het zuurstofgehalte in het bloed en/ of de klachten
  • bij mensen die inadequaat omgaan met de apparatuur (na maximale inzet van uitleb en ondersteuning)
  • bij mensen die onvoldoende gemotiveerd zijn om te stoppen met roken 

Deze contra-indicaties gelden niet bij zuurstofbehandeling voor palliatie en zuurstofbehandeling bij clusterhoofdpijn. Clusterhoofdpijn is een zeldzame aan migraine verwante vorm van hoofdpijn met korte en zeer hevige aanvallen aan één zijde van het hoofd. Een te hoge of te lage dosering geeft klachten. Deze klachten zijn bv hoofdpijn, sufheid, snelle pols, hoge bloeddruk, zweten, speekselvloed en bewustzijnsstoornissen. Bij het optreden van deze klachten moet de behandelend arts worden gewaarschuwd.

Conclusie

Het toediemnen van zuurstof kan om verschillende bovengenoemde redenen zinvol zijn en wordt altijd voorgeschreven door een arts. Het toedienen van zuurstof is een risicovolle handeling en dient te worden uitgevoerd door zorgverleners die hiervoor bevoegd en bekwaam zijn.