Geschiedenis gezondheidswerk en welzijnswerk

Inleiding

Je kunt de geschiedenis van het begeleiden bekijken vanuit twee verschillende invalshoeken. Namelijk vanuit de gezondheidszorg en het welzijnswerk.

Vanuit het perspectief van de gezondheidszorg

Vijftig jaar geleden bestond de gezondheidszorg nog uit artsen en verpleegkundigen. Deze artsen en verpleegkundigen werden toen nog geneesheren en verpleegsters genoemd. De geneesheren behandel en en de verpleegsters deden de rest.

Bij ‘de rest' moet je denken aan de volgende dingen:

  • Patiënten verzorgen
  • Pijnlijke lichaamsdelen masseren
  • De afdeling schoonmaken
  • Eten koken en rondbrengen
  • De administratie doen
  • Patiënten bezig houden of afleiden

De gezondheidszorg van jaren terug

De gezondheidszorg was toen nog verdeeld in algemene ziekenhuizen, psychiatrische ziekenhuizen en wat toen nog zwakzinnigenzorg heette.

De druk werd steeds hoger opgevoerd door de ontwikkelingen op medisch gebied. Ze konden toen steeds eerder ziektes opsporen en dus ook behandelen. Steeds meer mensen gingen hier gebruik maken waardoor de mensen in de gezondheidszorg het steeds drukker kregen. Hierdoor was er steeds minder tijd voor de emotionele begeleiding van de patienten.

Sinds die tijd werden de taken zoals schoonmaken en eten koken en rondbrengen uitbesteed aan andere mensen. Ook voor het bezighouden of afleiden van de patienten werden vanaf dat moment andere mensen ingezet.

Vanuit het perspectief van het welzijnswerk

Terwijl de gezondheidszorg zich vooral bezig hield met patiënten, artsen, verpleegkundigen, ziektebeelden, en binnen de muren van een instelling speelde het welzijnswerk zich af in de maatschappij. In het welzijnswerk keken ze niet naar ziektebeelden of naar een handicap. Het welzijnswerk richtte zich vooral op een zo normaal mogelijk leven. Na de tweede wereldoorlog werd het welzijnswerk op gezet. Ze waren in het begin gericht op club en buurthuiswerk, ouderenwerk en volksuniversiteiten. Later kwamen daar het straathoekwerk, vrouwenwerk, tienerwerk, meidenwerk, de buitenschoolse opvang, dagbesteding bij. In het begin was de activiteitenbegeleiding er om mensen een zo zinvol mogelijke daginvulling aan te bieden. Later is de activiteitenbegeleiding zich gaan richten op mensen voor wie het een probleem is om in de samenleving te functioneren.

Het verband tussen gezondheidszorg en welzijnswerk

Langzaamaan zijn de gezondheidszorg en welzijnszorg steeds meer samen gaan werken. Nu is dit inmiddels heel belangrijk geworden bij de begeleiding van cliënten. Als ze niet samenwerken kan niet worden voorkomen dat beide partijen op een andere manier met de clienten omgaan. Ze zitten nu meer met elkaar op een lijn en dit is voor de client natuurlijk veel prettiger. Anders deze twee niet samen zouden werken zou de client minimaal twee keer zijn verhaal moeten doen.

Conclusie

Al met al hebben de gezondheidszorg en het welzijnswerk door de jaren heen een grote ontwikkeling doorgemaakt. De zorg van nu is al lang niet meer zoals hij vroeger was. Een voordeel van deze ontwikkelingen is dat cliënten niet meer meerdere mensen hebben voor de verzorging. Zo kunnen cliënten zich beter aan een bepaalde persoon hechten dan dat ze meerdere mensen hebben. Een nadeel hiervan is dat mensen in het welzijnswerk of gezondheidszorg tegenwoordig meer verschillende taken moeten verrichten. Vroeger was de zorg meer gescheiden en hadden ze er dus meer mensen voor nodig. Tegenwoordig moeten ze het zelfde werk doen waar ze vroeger meerdere mensen voor hadden.