De geschiedenis van de Cultivé parels
Cultivé Parels
Parels zijn al zesduizend jaar lang geliefd. Parels hebben een schoonheid waarvan iedereen onder de indruk is. Parels worden tegenwoordig gekweekt. Ze zijn zo moeilijk te vinden dat je er jaren mee bezig bent om een collier bij elkaar te vinden. Daarom hebben ze een perfecte manier gevonden om de parels te kweken. De parels zijn nog steeds echt alleen dan gekweekt in mosselen en oesters.
De geschiedenis van Cultivé parels
Het begin
Een parel kon het verschil tussen armoede en grote rijkdom betekenen. Daarom hebben mensen eeuwenlang geprobeerd parels te kweken. Het duurde echter tot het begin van deze eeuw voordat er een succesvolle kweekmethode werd ontwikkeld. De chinezen slaagden er het eerst in het ‘productieproces’ van de oester op gang te brengen, toch was het Japanse pastaverkoper Mikimoto die erin slaagde om de eerste ronde, mooie parel te kweken. Hij injecteerde een bolvormig geslepen stukje van een mosselschelp, met daar omheen een dun huidje mantelweefsel in de pareloester en dat bleek de sleutel tot het grote succes. De pareloester ging het bolletje laafjes parelmoer vormen, waardoor een prachtige, perfecte ronde, glanzende cultivéparel zijn intrede deed. De rijken der aarde lieten zich aanvankelijk niet overtuigen van de waarde van deze parel. Hoewel deze in schoonheid nauwelijks voor de natuurlijke parel onder doet. Sterker nog, het verschil is niet met het blote oog waar te nemen. In vel gevallen kan alleen met behulp van röntgenapparatuur een cultivé van een natuurlijke parel worden onderscheiden. In Nederland is het Nederlands Edelsteen Laboratorium in Leiden gespecialiseerd in dergelijk onderzoeken. Coco Chanel, de Franse Koningin van de mode, gaf de gekweekte parel het laatste zetje in de rug toen zij haar kleding completeerde met meterslange parelsnoeren. Dergelijke sieraden waren absoluut onbetaalbaar als ze van natuurlijke parels vervaardigd zouden worden en de wereld ging dan ook massaal overstag. Vanaf dat moment ging het allemaal razendsnel en begon de cultivé aan een zegetocht die tot op de dag van vandaag voortduurt. Van alle parels die momenteel verkocht worden, bestaat nog maar een procent uit natuurlijke parels.
Recente ontwikkelingen
Tegenwoordig worden veel verschillende namen gehanteerd voor cultivé parels. In bijgaand overzicht zijn wat namen op een rij gezet. Cultivé parels afkomstig uit het zoute water rond Japan zijn en worden vaak als Akoya parels verkocht. Naast deze parels uit Japan, komen grotere cultivé parels uit wateren rond de Filippijnen, Indonesië en Australië, en rond eilanden in de Grote Oceaan. Deze parels worden ‘Zuidzee’ of ‘Tahiti’ gecultiveerde parels genoemd. De Tahiti cultivé parels vallen op vanwege voor parels sterk afwijkende kleuren, zoals grijs tot zwart, met eventueel een groenige, bruine of blauwige gloed. Ook Zuidzee gecultiveerde parels kunnen in bijzondere tinten voorkomen, zoals geel tot ‘goud’ kleurig. Waar begin negentiger jaren het grootste deel van de cultivé parels nog bestond uit Akoya parels, vertegenwoordigen deze parels nu nog maar een kwart van de totale waarde van geproduceerde gecultiveerde zeewater parels. Het grootste deel van deze parels komt nu uit Australië en Indonesië. Daarnaast heeft China zich ontwikkeld tot de producent van gecultiveerde zoetwater parels. Het cultiveren van deze parels vindt voor een belangrijk deel plaats in de talloze meren rond Shanghai en Suzhou. De parels zijn verkrijgbaar in allerlei vormen. Doordat inprincipe geen bolvormige kernen, maar kleine stukjes zacht mantelweefsel bij een zoetwatermossel ingebracht worden, ontstonden in het begin vooral heel grillige vormen, ‘borak’ parels genoemd. Nu is het echter zo dat ook men in staat is om (bijna) ronde parels te kweken in zoetwater. De gekweekte hoeveelheden van deze parels overtreffen vele malen de beschikbare hoeveelheid gecultiveerde zeewater parels.