Wat doet het consultatiebureau

Inleiding

Het consultatiebureau. Ben jij er al eens geweest? De meeste mensen zullen ooit een bezoek hebben gebracht aan een consultatiebureau. Elk dorp, stad of gemeente heeft een consultatiebureau. Iedereen heeft er wel eens van gehoord. Wanneer maak je hier nou eigenlijk gebruik van en wat doen ze zoal op het consultatiebureau? Dit zijn vragen die allemaal worden beantwoord in dit artikel.

Geschiedenis

Al jarenlang bestaat het consultatiebureau. Het eerste consultatiebureau werd in 's Gravenhagen geopend. Dit is al ruim 100 jaar geleden. Het consultatiebureau is in die tijd opgericht om vooral de jonge moeders een handje te helpen bij de opvoeding van hun kinderen. Moeders van jonge kinderen werden hier geholpen met alledaagse problemen. Hierbij moet je denken aan het geven van moedermelk en het verschonen van de baby. Hoe pak je dit goed aan en zorg je ervoor dat de baby in goede gezondheid opgroeit.

Wat doet het consultatiebureau?

Het consultatiebureau bekommert zich, meer dan een eeuw later, nog steeds om de moeder en haar jonge kind(eren). Natuurlijk is er in die 100 jaar wel het een en ander verandert. De inentingen die kleine kinderen in Nederland ontvangen worden nog steeds vanuit het consultatiebureau gegeven. Wanneer een baby nog klein is moet het ook dikwijls gecontroleerd worden. Groeit de baby voldoende, eet hij of zij goed en lukt alles thuis met de verzorging van het kind. Wanneer er moeilijkheden ontstaan in de thuissituatie herkent het consultatiebureau deze vaak snel.

Een achteruitgang in de groei kan natuurlijk aan het kind liggen maar kan ook veroorzaakt worden door slechte voeding of onwetendheid van de ouders en/of verzorgenden.

Wie werken er op het consultatiebureau?

Naast een kinderarts werken er ook een aantal (kinder-)verpleegkundigen. Deze mensen zijn hier speciaal voor opgeleid. De groei van een klein kind is natuurlijk totaal verschillend dan de groei van een adolescent of volwassene. Een kinderarts let naast de groei ook op de ontwikkeling van een kind. De kinderarts kan het kind en de ouders doorverwijzen naar eventuele specialisten of therapeuten. Naast personeel met een puur medische achtergrond is er soms ook een oppas of spelleider aanwezig om de kinderen te vermaken, wanneer de ouders van het kind bijvoorbeeld in gesprek zijn met een kinderarts of verpleger.

Preventieve acties

Het werd net al even genoemd. Elk kind ontvangt een aantal inentingen. Ook wel vaccinaties genoemd.  Deze inentingen worden vanaf de eerste week al gegeven. Dit gebeurd dan door de kraamhulp of door het consultatiebureau. Deze vaccinaties vinden voornamelijk plaats in de eerste 14 maanden van het kind. Dit wordt ook wel fase 1 genoemd. De fasen die hierop volgen vinden pas plaats wanneer een kind 4, 8 en 12 jaar is. Een kind wordt in de eerste fase voor de volgende ziektes ingeent;

  • Difterie (DKTP prik)
  • Tetanus (DKTP prik)
  • Polio (DKTP prik)
  • Pneumokokken (DKTP prik)
  • Kinkhoest (DKTP prik)
  • Hepatitis B (DKTP prik)
  • Bof (BMR prik)
  • Mazelen (BMR prik)
  • Rode hond (BMR prik)

De vaccinaties worden niet aan alle kinderen gegeven. Ouders moeten er voor instemmen en het kind moet er tegen kunnen. Bij ernstige ziektes of afwijkingen kan een kinderarts besluiten om toch van de vaccinaties af te zien.