Mensen uitdagen met woorden
Uitdagen
Het is voor de meeste mensen niet leuk om mee te maken uitgedaagd te worden met woorden. Het gaat dan om uitspraken die anderen doen, waardoor we ons uitgedaagd voelen. Bijvoorbeeld als iemand zegt dat we iets niet durven. Of iemand beweert dat we ons schamen voor onszelf. Vervolgens voelen we ons gedwongen om op deze uitspraken te reageren of door ontkennend te reageren of door juist het tegenovergestelde te doen van wat de uitdaging inhoud. Dus als iemand onze moed in twijfel trekt worden we opeens overmoedig. Als iemand ons schaamte toedicht worden we opeens schaamteloos.
Uitdagingen
Het leven op zich is al een flinke uitdaging. Hoeveel mensen hebben er niet iedere dag moeite mee om op te staan en hun werk te gaan doen. Hoeveel mensen hebben er niet iedere dag moeite mee om voor zichzelf op te komen. Hoeveel mensen hebben er niet iedere dag moeite mee om zo goed mogelijk te leven volgens de regels die we met elkaar hebben afgesproken op papier of in de vorm van cultuur.
Er zijn dus in dit leven al genoeg uitdagingen om te realiseren, zoals bijvoorbeeld iedere dag ervoor zorgen dat we het werk dat we hebben op tijd af krijgen. Of zorgen dat we genoeg geld verdienen om alles wat we willen te doen. Maar naast deze uitdagingen van het leven zelf, dagen we elkaar vaak ook nog eens uit in woorden. Dit uitdagen begint al heel jong. Kijk maar naar spelletjes als “do or dare” (doen of durven). Overigens een spelletje waarin de doe opdracht vaak net zo gewaagd is als de durf opdracht. Of het gedrag van jongens onderling, als ze zich vervelen en elkaar uitdagen om belletje te trekken bij een enge buurman.
Woordelijke uitdagingen
We hebben dus al genoeg levensuitdagingen, zoals zorgen voor een goed dak boven ons hoofd en een goede relatie met onze baas en collega’s, dat je zou gaan denken dat we er ook niet nog eens extra uitdagingen bij kunnen gebruiken. Maar toch zien we kans naast de dagelijkse uitdagingen van het leven zelf nog wat extra uitdagingen toe te voegen.
Een paar opvallende zijn:
- Iemand uitdagen om te laten zien hoe moedig hij is.
- Iemand uitdagen om zijn emoties te laten zien.
- Iemand uitdagen om zijn schaamte te overwinnen.
- Iemand uitdagen om zijn bestaansrecht te bewijzen.
Moed
Vaak gaan deze uitdagingen niet in de vorm van iemand rechtstreeks oproepen tot het vertonen van het gevraagde gedrag, maar wordt iemand indirect aangesproken. Zo wordt moed vaak aangesproken in de vorm van het ontbreken ervan:
- Dat durf je toch niet.
- Daar ben je te laf voor.
Terwijl het natuurlijk beter zou zijn om vragen te stellen als:
- Durf je dat niet, waarom niet.
- Wat houd je tegen om dat te doen?
Emotie
Emoties worden vaak aangesproken in de vorm van:
- Wat ben jij een kouwe.
- Je bent een koele kikker.
- Je toont je niet betrokken.
- Je toont geen medeleven.
Maar iemand op deze manier aanspreken op zijn emoties geeft natuurlijk ook blijk van een emotieloze benadering van anderen, want anders zou je wel vragen stellen als:
- Wat is er aan de hand?
- Waar zit je mee?
- Hoe kan het dat je zo afstandelijk reageert?
- Hoe ervaar jij deze gebeurtenis?
Schaamte
Schaamte wordt vaak uitgedaagd in de vorm van een uitspraak die tot schaamte moet leiden:
- Je durft dat toch niet te vertellen.
- Je hebt vast PVV gestemd.
- Je bent toch voor het uitzetten van uitgeprocedeerde kinderen, die hier al langer wonen dan acht jaar.
- Je weet waarschijnlijk niet hoe je dit moet oplossen.
- Je snapt er natuurlijk weer niets van.
De vraag die nu echter opkomt is, waarom zou iemand geen schaamte mogen kennen. We hebben allemaal wel iets waar we ons voor schamen om wat voor reden dan ook. Als het ons er echt om ging te begrijpen dat de ander zich schaamt voor zijn gedrag, dan zouden we wel anders reageren:
- Wil je er over praten.
- Ik ben het niet met je eens dat je PVV stemt, maar leg eens uit waarom je voor de PVV hebt gekozen.
- Het zou menselijker zijn als we kinderen die in Nederland geworteld zijn, de mogelijkheid boden om te blijven. Maar wat is jouw reden om te kiezen voor het uitzetten van uitgeproceerde gevluchte kinderen.
- Kan ik je misschien helpen bij het oplossen van je probleem.
- Wat snap je niet?
Bestaansrecht
Iemand uitdagen in zijn bestaansrecht gebeurt vaak in de vorm van:
- Wie denk je wel dat je bent?
- Waar haal jij het recht vandaan om dat te vinden?
- Sinds wanneer ben jij de baas?
Want als we iemand erkenden in zijn bestaansrecht, dan zouden we aangeven dat de ander ons ons bestaansrecht ontkende:
- Ik vind dat je met je huidige gedrag mij tekort doet.
- Ik ben het niet met je eens, maar iedereen heeft recht op zijn eigen mening. Hoe ben jij tot jouw mening gekomen?
- Ik zou het leuk vinden als je me niet voortdurend vertelt wat ik moet doen.
Maar waarom mogen we niet laf of emotieloos zijn, schaamte voelen en onzeker zijn.
Waarom mag het niet
Eigenlijk is het enige antwoord op de vragen waarom we niet laf -, emotieloos - of onzeker mogen zijn of schaamte mogen voelen:
- Omdat het niet mag volgens anderen, die menen te weten hoe het hoort.
Dat blijkt ook wel uit het feit dat we deze gedragingen niet rechtstreeks aanspreken, maar ze uitdagen. Want als we het wel zouden mogen zijn, dan zouden we ze ook in het openbaar mogen bespreken. Dan zouden we mogen praten over hoe laf we zijn, hoe weinig wat anderen overkomt ons doet, hoe onzeker we zijn en hoeveel schaamte we ervaren.
Geen antwoord
Maar “omdat het niet mag volgens anderen” is natuurlijk geen antwoord op een vraag. Daarmee leg je de verantwoordelijkheid buiten jezelf, want je noemt niemand die het verbiedt maar toch is het verboden en tegelijkertijd leg je je erbij neer dat er niemand aanspreekbaar is op het verbod. Net zoals veel werknemers zich verbergen achter de regels die door hun baas zijn opgesteld met de uitspraak:
-
-
-
-
-
-
- Dat zijn nu eenmaal de regels.
-
-
-
-
-
Of:
- Zo is het nu eenmaal.
Met een mooi woord wordt dit gedrag reïficatie genoemd. Je maakt van menselijke regels, onaantastbare regels omdat ze van goddelijke oorsprong zijn. Zoiets als ademhalen, drinken, eten, ontlasten en slapen, allemaal onaantastbare lichamelijke activiteiten die moeten gebeuren om in leven te blijven.
Eigenlijk weten we nu dus nog steeds niet waarom we op een uitdagende manier gedrag als laf -, zonder emotie - of onzeker zijn en schaamte voelen verbieden. Er zijn natuurlijk wel verklaringen te bedenken. Waarbij de kans groot is dat alle verklaringen geldig zijn.
Verklaringen
De eerste verklaring die je kunt geven is een genetische. Genetisch zit de mens namelijk zo in elkaar dat het gedrag van anderen van invloed is op ons eigen gedrag. Dit als een gevolg van het feit dat we spiegelneuronen hebben, die het gedrag van anderen nadoen, waardoor we hetzelfde gedrag gaan vertonen.
Spiegelneuronen
Een bekend voorbeeld is de gaap reactie, als we een ander wezen zien gapen gaan we zelf ook gapen. Maar ook huilen, willen eten, lachen, moedig of laf zijn worden veroorzaakt door onze spiegelneuronen. Dus als wij moedig willen zijn en iemand anders vertoont laf gedrag, dan bestaat er een grote kans dat we ook laf gedrag gaan vertonen. Dat moet natuurlijk voorkomen worden, dus verbieden we het uiten van laf gedrag. Maar dat geldt ook voor asociaal gedrag, schaamte en onzeker zijn.
Cultuur
Een tweede verklaring komt voort uit het feit dat we spiegelneuronen hebben. Hierdoor is het namelijk mogelijk dat we cultuur ontwikkelen. Met het ontstaan van cultuur is het gedrag ontstaan dat we elkaar via uitdagen terechtwijzen als we ongewenst gedrag vertonen. Want we zouden ook heel gewoon tegen de ander kunnen zeggen om moed, medeleven en zelfvertrouwen te tonen of schaamte los te laten. Maar anderen rechtstreeks aanspreken op hun gedrag hoort niet volgens onze cultuur en zeker niet in het openbaar. We moeten namelijk rekening houden met de gevoelens van de ander, ook al houdt de ander geen rekening met onze gevoelens door openlijk laf, onzeker, koud en beschaamd te zijn.
Opvoeding
Dat cultuur niet bij iedereen werkt, blijkt wel uit het feit dat er genoeg mensen zijn die openlijk laf, onzeker, emotieloos zijn en zich schamen. Grote kans dat dat te maken heeft met het feit dat ze in hun opvoeding andere lessen geleerd hebben dan wat volgens de heersende cultuur hoort. Maar voor deze mensen hebben we dus cultureel de techniek van het uitdagen uitgevonden.
Persoonlijkheid
Tot slot zijn er natuurlijk gewoon mensen die anders zijn dan anderen. Zo zullen er mensen zijn die genetisch minder spiegelneuronen hebben dan anderen. Hierdoor worden ze minder beïnvloedt door het gedrag van anderen en zijn ze openlijk laf of gevoelloos of onzeker of beschaamd. Verder zijn er natuurlijk mensen die opgegroeid zijn in een andere cultuur waarin openlijk laf, ongevoelig, onzeker of schamen niet afgekeurd wordt. Maar er zijn natuurlijk ook mensen die andere lessen hebben gehad in hun leven en hebben geleerd dat het niet erg is om laf te zijn of ongevoelig of onzeker of je te schamen.
Conclusie
We spreken elkaar vaak in de vorm van uitdagingen aan als het gaat om laf -, onzeker - of ongevoelig zijn of je schamen voor je gedrag. Daarbij gaan we eigenlijk voorbij aan het feit dat de ander net als ons mens is. Wat we dan eigenlijk doen is ongeschreven regels van onze cultuur proberen te handhaven, regels die van mensen eisen dat ze moed tonen, zelfvertrouwen uitstralen, medeleven hebben met anderen en niets doen waarvoor ze zich schamen.
Dat het eigenlijk onzinnige eisen zijn aan mensen blijkt wel uit het feit dat laf zijn een goede manier is om te overleven en dat gevoelloos zijn een goede manier is om zelf niet overweldigd te worden door emoties.
Maar het is ook niet duidelijk waarom we nu eigenlijk anderen uitdagen - in plaats van aanspreken op hun gedrag, om het gedrag te verbieden. Het zou een genetische -, culturele -, opvoedings- of persoonlijke oorzaak kunnen hebben of zelfs een combinatie van deze oorzaken kunnen zijn.
Daarmee zijn we er echter nog niet, want waarom laten wij ons uitdagen door de woorden van anderen. Waarom springen wij van die brug als anderen ons het idee geven dat we laf zijn of er niet bij horen?