Hoe te gedragen als toerist in een wereldstad
Inleiding
De zomervakantie is eindelijk weer in zicht! Na een lang jaar hard werken kunnen we er bijna weer eventjes tussen uit. Zoals ieder jaar zullen een paar miljoen Nederlanders de warmere gebieden opzoeken. Ook een groot aantal van jullie zal een stedentrip gaan ondernemen. Rome, Londen, Parijs; stuk voor stuk prachtige plaatsen om te bezoeken. Maar deze metropolen liggen ook allemaal in het buitenland, wat betekent: een andere cultuur en gedragsregels. Het is als toerist handig om te weten wat je wel en vooral níet moet doen wanneer je deze steden bezoekt.
Taal: basisvaardigheden zijn een must
Eén van de eerste problemen waar je als toerist op vakantie tegenaan kunt lopen is de taalbarrière. De meeste Nederlanders spreken een aardig woordje Engels, maar dat is niet overal zo. Volgens het bedrijf EF Education First wordt er in Madrid en Rome door minder dan de helft van de inwoners Engels gesproken. Ook in Parijs ligt dit aantal nauwelijks hoger. Door deze lage percentages is het een must om een aantal basiswoorden of zinnen te leren voordat je op reis vertrekt:
Nederlands |
Spaans |
Frans |
Italiaans |
Hallo/tot ziens |
Hola |
Bonjour |
Ciao |
Ja |
Si |
Oui |
Si |
Nee |
No |
Non |
No |
Bedankt |
Gracias |
Merci |
Grazie |
Alsjeblieft |
Por favor |
S´il vous plait |
Per favore |
Natuurlijk kan een taalgidsje ook erg handig zijn door de grote hoeveelheid zinnen die deze bevat. Het is echter een afrader om een woordenboek mee te nemen; wanneer je in de rij staat bij een ijscokraam zal het door de andere wachtenden niet zo gewaardeerd worden als je uitgebreid in je woordenboek staat te bladeren… Niet doen dus!
Verkeer en vervoer: de levensgevaarlijke machocultuur in Italië
In Nederland zijn we gewend dat iedereen zich netjes aan de regels van het stoplicht houdt; rood is stilstaan en groen is doorlopen. Deze regels zijn hetzelfde in het buitenland, maar er wordt toch héél anders mee omgegaan. Uit eigen ervaring weet ik dat in Londen veelvuldig door het rode licht gewandeld wordt en dat niemand hier een probleem van maakt. Autobestuurders lijken dit gegeven te accepteren en wachten geduldig af wanneer er weer een stroom toeristen en een aantal Londenaars door rood loopt, al gaat dit wellicht niet van harte. Ook de politie, de zogenoemde bobbies, kijken slechts toe wanneer ze dit zien. Nu moedig ik het natuurlijk niet aan om door het rode licht te lopen, aangezien het verkeer hectisch en dus onvoorspelbaar is! Rome is echter een totaal ander verhaal. Waag het niet om ook maar een stap op de autoweg te zetten voordat het stoplicht op groen springt, je brengt je eigen leven in gevaar! In tegenstelling tot de Engelse hoofdstad wordt er hier namelijk keihard doorgereden wanneer je door rood loopt. Natuurlijk trappen de bestuurders wel op de rem wanneer ze iemand op de weg zien lopen, maar het is beter om zulke risico’s niet te nemen.
Wereldsteden zitten bomvol met mensen. Daarom is het af te raden om zelf een auto te huren en rond te gaan rijden in een wereldstad. Ook fietsen kan erg gevaarlijk zijn. Wandel dus zoveel mogelijk of leg langere afstanden op met het openbaar vervoer. In veel wereldsteden zijn dag- of weekkaarten niet zo duur als in Nederland.
Bedelaars: niet iedereen is wie hij lijkt te zijn
Helaas komen er in iedere grote stad ook daklozen en bedelaars voor. Veel mensen geven wat geld aan hen, en daar is niks mis mee. Toch moet je goed uitkijken aan wie je je geld geeft, want niet iedere bedelaar heeft het zo slecht als hij of zij doet vermoeden. Zo kwam ik in Rome een vrouw van middelbare leeftijd tegen die op een trap voor een kerk in de snikhete zon lag te bedelen. Haar kleding was versleten. Ik leefde met haar mee en gaf haar wat geld. Eén van mijn reisgenoten wees me er echter iets later op dat ze een dure Chaneltas bij zich had waar een fles wijn in zat. Het eerste wat ik dacht was: ‘’ik ben genept! Deze vrouw is geen dakloze.’’ Natuurlijk kon ik dit niet zeker weten.
Mijn tip is toch om, voordat je geld geeft, goed te kijken aan wíe je geeft. Is het aannemelijk dat deze meneer of mevrouw het echt niet breed heeft? Dit blijft echter gissen.
Over straatverkopers en andere souvenirs: nee is nee
Vooral in veel Zuid-Europese landen stikt het bij toeristische trekpleisters van de straatverkopers, vaak Afrikaanse migranten. Deze mannen verkopen speelgoedjes, lasers en andere hebbedingetjes. Al deze verkopers zijn overigens vaak illegaal aan het werk; komt er ook maar één agent in de buurt, dan zijn ze binnen een minuut gevlogen met al hun spullen. Ze kunnen erg opdringerig zijn en lang blijven staan, ook al zeg je nog zo vaak ‘’no’’. Als je niks wilt kopen, moet je dit vol blijven houden, uiteindelijk geven ze het op en gaan ze weg. Wil je wel iets kopen, ding dan af. De spulletjes zijn vaak niet veel waard en door goed afdingen kun je gemakkelijk de helft van de prijs er afpraten! Pas wel op met de spullen die je koopt, de lasers hebben vaak een behoorlijk hoog vermogen (ze zijn namelijk niet van de beste kwaliteit) en kunnen je ogen beschadigen.
De prijzen van souvenirs in souvenirwinkeltjes kunnen erg variëren. Bij toeristische attracties kan een bepaald product twee keer zoveel kosten als hetzelfde product in een winkeltje op een wat minder drukke plek.
Samengevat
● Leer de basis van de taal van het vakantieland. Reisgidsen zijn handig om mee te nemen, woordenboeken niet.
● In wereldsteden is het verkeer hectischer dan je gewend bent. Loop niet zomaar iedereen achterna door het rode licht, maar blijf zelf ook goed uitkijken.
● Geef niet aan iedere bedelaar geld.
● Straatverkopers kunnen erg vervelend zijn. Wanneer je niks wilt kopen, blijf standvastig nee zeggen, uiteindelijk gaan ze weg.
Een fijne vakantie gewenst!