Improvisatie Theater Diepgang

Spelen met Diepgang

In dit artikel wordt er meer uitleg gegeven over hoe je diepgang kan creëren in je scènes. Deze diepgang in een scène krijgen is op verscheidene manieren mogelijk. In dit artikel beschrijf ik deze vier mogelijkheden:

  • In de huid kruipen van Typetjes
  • Werken met Filmgenres of Muziekstijlen
  • Gebruiken van Status
  • Spelen met emoties

In de huid kruipen van Typetjes

Het gebruik van typetjes geeft kleur en variatie aan je spel. Je kunt op verschillende manieren een typetje creëren. Hier bespreek ik de manieren 'imiteren van personen' en 'dieren onder je vel'.

Imiteren van Personen

Personen imiteren komt erop neer dat je een bepaalde karikatuur neer gaat zetten. De eigenschappen van de karikatuur neem je in gedachte en van hieruit begin je de scène. Je kunt ervoor kiezen om bekende Nederlanders of andere beroemdheden te imiteren en hier vervolgens de karikatuur van te maken. Maar het is tevens mogelijk om een karikatuur te maken van een bepaald type persoon of beroep en van daaruit te improviseren.

Dan gaat het bijvoorbeeld om een:

  • zwerver
  • rocker
  • danser
  • ambtenaar 
  • docent

De mogelijkheden hierbij zijn zo divers als je eigen creativiteit.

Dieren onder je vel

Naast een karikatuur van mensen, kun je ook de eigenschappen van dieren toepassen op je spel. Elk dier heeft namelijk zijn eigen specifieke manieren en handelingen. Hiermee wordt bijvoorbeeld bedoeld:

  • zo sluw zijn als een vos
  • zo traag als een schildpad
  • zo speels als een aap
  • zo hyper als een eekhoorn

De uitdaging is dan bij elke beslissing en handeling jezelf de volgende vraag te stellen: Hoe zou mijn dier dit aanpakken? Belangrijk is om je gekozen dier echt onder je vel voelen, zodat je als het ware instinctief kunt reageren op de gegeven situaties.

En zo zijn er natuurlijk nog veel meer dieren waar je je in kunt verplaatsen.

Werken met Filmgenres of Muziekstijlen

Een andere manier om meer diepgang en variatie in je spel te krijgen is door gebruik te maken van specifieke genres of stijlen. Hieronder bespreek ik kort hoe je de filmgenres en de muziekstijlen in je scène kan verwerken.

Filmgenres

Als je gaat spelen met filmgenres, dan moet je eerst duidelijk hebben welke eigenschappen bij welke genres horen. Bespreek dit kort met de groep waar je mee speelt. Dan heeft iedereen hetzelfde voor ogen.

Genres zijn bijvoorbeeld:

  • Romantiek
  • Thriller
  • Horror
  • Slapstick
  • Comedy

Vervolgens is de uitdaging om een scène te spelen waarin je de specifieke eigenschappen moet verwerken.

Muziekstijlen

Net als filmgenres kun je ook muziekstijlen centraal zetten in je spel. Dit gebeurt veelal bij muzikale (gezongen) scènes. Er is hier natuurlijk een grote diversiteit aan te gebruiken stijlen. Te denken valt aan onder andere:

  • Klassiek
  • Hardrock
  • Gospel
  • Smartlap

Elk van deze muzieksoorten is heel herkenbaar en heeft zijn bijzondere eigenschappen. Dit kan je heel goed inzetten in je spel. Wederom is de uitdaging om de eigenschappen op de juiste manier in je spel te verwerken.

Gebruiken van Status

Een compleet andere vorm van diepgang is het gebruik van statussen. Dit is een wat moeilijker in te zetten variatie, omdat de verschillen hierbij wat lastiger zijn uit te leggen. Het idee is als volgt: In het dagelijks leven heeft een burgemeester een hogere (sociale) status dan een burger. En de directeur heeft een hogere status dan de secretaresse. Nu is het mooie van toneelspel en dus ook van Theatersport dat er met deze status gespeeld kan worden. In het spel kan de burger een hogere status aannemen en de burgemeester een lagere. Hierdoor blijven de kenmerken van de personen (burgemeester is de baas over de burger) wel gelijk, maar de houding ten opzichte van elkaar veranderd drastisch (burgemeester doet bijvoorbeeld erg nederig). Het wordt nog moeilijker wanneer een derde persoon zich in de scène gaat mengen. Dan heb je te maken met verschillende statussen ten opzichte van elkaar. Als voorbeeld: Speler 1 kan een hogere status hebben dan speler 2, maar een lagere dan speler 3. Hier krijg je bijzondere situaties mee en is erg leuk om mee te experimenteren.

Kenmerken Status

De kenmerken die hier genoemd worden, zijn niet allesomvattend. Ze geven je alleen een idee over hoe het zou kunnen zijn. Het is goed om met de groep waar je mee speelt, kort de eigenschappen en de houding te benoemen welke bij de verschillende statussen horen.

Hoge status

Iemand met een hoge status is zelfverzekerd, neemt zijn ruimte, spreekt hardop en twijfelt niet. Hij houdt zijn hoofd rechtop en zoekt oogcontact.

Een doorgeslagen hoge status kan arrogant en hooghartig zijn, neerbuigend en zich te goed voelen om zich met het gepeupel te bezigen.

Lage status

Een lage status zal echter onzeker zijn of verlegen, blijft dicht bij zichzelf en praat zacht. 'Euh' is zijn meest gebruikte woordje.

Een doortrapte lage status is dan weer geniepig en durft echt alles, zolang er tenminste geen hoge status vlakbij is.

Spelen met emoties

De laatste vorm van diepgang die behandeld wordt is het spelen met emoties. Er zijn vier basisemoties. Dit zijn blij, boos, bang en droevig. Deze vier basisemoties kennen verschillende vormen, variërend van erg mild tot zeer hevig. Zo kun je bijvoorbeeld onderstaande lijst gaan invullen. Natuurlijk zijn er erg veel variaties én gradaties te bedenken hierop.

  BLIJ BOOS BANG DROEVIG
Mild: Vrolijk Geërgerd Voorzichtig Sip
Hevig: Melig Woedend Angstig Ontroostbaar

Door spelers vooraf aan de scène een emotie te geven, waarin ze de scène moeten spelen, krijg je mooie wisselwerkingen. Zo kun je bijvoorbeeld twee gelijke emoties tegenover elkaar hebben staan (bijvoorbeeld boos en kwaad), maar ook  twee compleet verschillende (bijvoorbeeld verdrietig en blij). Dit zorgt met regelmaat voor hilarische scènes.

Verwerken in de scène

Op welke manier kun je dit verwerken in je scènes? In principe kun je in elke scène jezelf een typetje aanmeten of een status. Daar zijn op zich geen regels voor. Het is echter wel uitdagend om van te voren dingen af te spreken hierover. Schrijf bijvoorbeeld op een aantal papiertjes verschillende dieren of beroemdheden, of hoge en lage status. Laat de spelers vooraf aan de scène een papiertje pakken en laat ze spelen wat erop staat. Het publiek moet vervolgens raden wat er op het papiertje stond. Spelen ze het goed, dan wordt het vast wel geraden. Dit is gelijk een goede oefening om te zien of je spel goed overkomt op het publiek. En wat betreft de genres en de stijlen: Speel eens een 'normale' korte scène, van ongeveer 2 minuten en maximaal 6 zinnen. Speel vervolgens dezelfde scène nog eens, maar verwerk nu de kenmerken van een (door het publiek gekozen) genre of stijl. Ook hier kun je uiteraard briefjes gebruiken om de spelers uit te dagen.

Afsluiting

De basis van de diepgang is hiermee bekend. Waar het nu nog op neerkomt is: Oefenen, oefenen en nog eens oefenen. Hoe meer je op elkaar ingespeeld bent, hoe meer je kan afwisselen en de uitdagingen op kan zoeken.