Improvisatie Theater De IJsbrekers

Inleiding

In dit artikel worden een aantal ijsbrekers behandeld. Er zijn verschillende manieren om het ijs te breken en je vrij te voelen in een groep. De makkelijkste en meest gebruikte manier bij improvisatie theater is om gelijk met de deur in huis te vallen en te beginnen met (bijvoorbeeld) een van onderstaande oefeningen.

  • Woosh, Boing, Pow
  • Balletje over
  • Mijn fout, mijn fout
  • Kat en Muis-spel

De eerste drie oefeningen zijn geschikt voor groepen vanaf 4 a 5 personen. Voor de laatste oefening heb je minimaal een groep van 8 personen nodig.

Woosh, Boing, Pow

Een zeer bekende oefening is Woosh, Boing, Pow. Deze oefening bestaat uit 3 fasen. Wanneer je overgaat naar een volgende fase is aan jullie zelf. De fases zijn bedoeld om de moeilijkheid te beperken. Om te beginnen sta je in een kring.

Eerste fase

Op dit moment geef je alleen de Woosh door. Je maakt een beweging met je handen een zwaaiend gebaar (als een golf) naar de persoon naast je, terwijl je Woosh zegt. Deze neemt het over en geeft de Woosh weer verder door, enz.

Tweede fase

Vanaf nu komt de Boing erbij. De ontvangende partij mag nu kiezen of ze de Woosh overneemt en normaal verder gaat of om de Woosh niet te accepteren, door middel van het zeggen van Boing en de armen te kruisen. Degene die de Woosh had, moet zich nu omdraaien en de Woosh de andere kant op doorgeven. Totdat er weer een Boing komt.

Derde fase

Als laatste komt de Pow er ook nog bij. De Woosh wordt nog steeds normaal doorgegeven en kan nog steeds geblokkeerd worden met de Boing. Maar de derde optie is Pow. Als je de Woosh niet naar rechts of naar links wilt geven (of kunt geven, vanwege de Boing), dan kun je deze met een Pow schieten naar iemand anders in de kring. Je maakt hierbij een schietbeweging en zegt Pow. Belangrijk, een Pow kan niet geblokkeerd worden met een Boing.

Balletje over

Iedereen staat in de kring. Eén persoon begint met het doorgeven van een denkbeeldige bal naar een willekeurige andere speler in de kring. Aan de hand van zijn bewegingen moet duidelijk worden wat voor soort bal het is (groot, klein, zwaar, licht, enz). De bal wordt door de gekozen persoon op dezelfde manier ontvangen en vervolgens veranderd in een nieuwe bal. Dan wordt deze nieuwe bal naar een andere speler in de kring gespeeld.

Je kunt hierbij ook denken aan de houding die je aanneemt. Bijvoorbeeld een tennisbal kun je doorgeven door een tennisracket uit te beelden en een golfballetje door een golfhouding aan te nemen.

Mijn fout, mijn fout

De hele groep loopt in de ruimte en er wordt een bal overgegooid tussen alle spelers. Zorg voor oogcontact voordat je de bal gooit! Want als de bal niet gevangen wordt, dan vallen zowel de gooier als degene die had moeten vangen op de grond. En terwijl ze vallen roepen ze vanuit hun tenen: “Mijn fout, mijn fout”. Is het niet duidelijk wie er had moeten vangen? Dan valt iedereen waar de bal bij in de buurt ligt op de grond, met dezelfde tekst.

Een simpele regel hierbij is: Hoe meer ballen, hoe meer chaos!

Kat en Muis

Bij het Kat en Muis spel wordt de groep in tweetallen opgedeeld. Elk tweetal houdt elkaar bij de hand vast. Er is één tweetal die dat niet hoeft te doen, want zij spelen de Kat en de Muis.

Normale verloop

Iedereen loopt door de ruimte heen, terwijl de kat op de muis jaagt. En natuurlijk probeert de muis te vluchten. Als de kat bijna de muis pakt, kun je snel de hand van iemand vastpakken, waarmee je een nieuw tweetal gaat vormen. De persoon die automatisch overbodig wordt, wordt dan de muis en moet vluchten. Als de muis wordt gepakt, dan wordt hij/zij de kat (en schreeuwt heel hard: KAAAAT!) en de kat wordt de muis.

Variatie

Een variatie hierop: In plaats van dat de overbodige persoon de muis wordt, wordt juist hij de kat. En de kat de nieuwe muis. De kat schreeuwt dan heel hard: KAAAAT! En jaagt de nieuwe muis op.

Gegarandeerd een chaotische ijsbreker!